11 november 202211 november 2022 Onderdendam ( Gr. ) Vrijdag 11 November 2022, 05u45 ( Wintertijd ) “ ZW- wind. Windkracht 3-4. Zwaar bewolkt. Egaal wolkendek, dat zichtbaar compact lijkt, wanneer ik met onze hond Nantske het houten bruggetje opklim, zes meter boven het water van het Boterdiep. Pikdonker is het. Het waait hard en dat is te merken. Terwijl ik snel om heen wil kijken hierboven moet ik me vasthouden aan de houten reling om niet omver geblazen te worden. Bovendien merk ik dat ik niet meer zo vast ter been ben als van een bijna tachtig- jarige verwacht mag worden. Sta te shaken hierboven. De grote , gele treurwilg [ Salix babylonica etcetera L. ] schudt zijn ragebol. Het valt op dat het grootste deel van de bladeren nog aan de rond zwiepende takken vastzitten. Hoe wel er flink wat dorre blaadjes beneden op het plankier liggen , zitten er nog meer dan tienduizenden aan de boom. Ik heb wel eens geprobeerd een grove schatting te maken. Aan een tak zitten wel vierhonderd van die lancet- vormige blaadjes. Zo’n boom is een stad op zichzelf. Alleen al het aantal insecten dat erin huizen tussen de schors is nauwelijks te tellen. Alleen nu niet. Voor dit soort activiteiten moet daglicht beschikbaar zijn. De duisternis maakt dat ik met de nodige concentratie weer de zestien treden af daal. Bijna hardop tel ik ze, om niet te hoeven struikelen over de laatste twee. Even later laat ik Nantske los en zet de eerste stappen op mijn wandelpad. Na wel eerst richting dorp te lauwen zoals het in het Tilburgs dialect zo smakelijk heet. Of er niet iemand op een snelle fiets aankomt. Miepen De wind laat het riet in de sloot geheimzinnig ritselen. Het klinkt veel harder dan normaal zo vroeg op de ochtend. Dat heeft alles te maken met het ontbreken van verkeer. Alleen af en toe beweegt er een stel koplampen over de Middelstumerweg. Misschien herinnert iemand zich het nog. De politieauto die gisterochtend met alarmlicht over deze weg richting Winsum reed, moest daar assisteren bij hulp aan een eenzijdig ongeval. Een auto die in een sloot terecht gekomen was op zijn kop. De bestuurder kon het zonder al te veel kneuzingen navertellen. Zie voor het bericht : https://omroephethogeland.nl/2022/11/10/auto-raakt-op-de-kop-in-sloot-bij-winsum/ . Een raadsel hoe zoiets heeft kunnen gebeuren. Je moet eerst een berm van zeker vier à vijf meter door, als je van de Onderdendamsterweg raakt voor je in de sloot terechtkomt. Dan moet je het heel bont maken als bestuurder in je auto. Ik probeer eens om me heen te kijken in het donker. Opnieuw, weer heel raar, ik kan heel goed zien waar ik loop. Terwijl er nergens ook maar enige lichtbron te bespeuren valt, is toch het Betonpad tot zeker driekwart van zijn lengte zichtbaar in het donker. Net als de bermen die de afsluiting vormen. Een keiharde windvlaag probeert me richting de sloot te duwen. Alleen door me schrap te zetten zorgt deze struikelhans ervoor dat hij niet opnieuw tegen de vlakte gaat. Gisteren, trok Nantske met alle kracht die in haar zat me tegen de grond toen ze wilde uitvaren tegen de jonge, zwarte labrador van Jelle Prins. Die zo aardig was om bezorgd te vragen of alles goed met me was daar op het pad naar landgoed Oude Bosch. Het wees me nog eens op het feit dat de meeste oude mensen iets breken door in of in de buurt van hun huis te vallen. Behalve schrik in de broek en wat pijn in de spieren heb ik er niks over te miepen. Ik sla de hoek om en kuier richting het zuiden. Nantske , zeer wakker gaat eens lekker rondrollen in het Engels Raaigras [ Lollium pere vage witte vlek in het noordwesten de plek zien waar de volle maan verstopt zit. Het gaat weer harder waaien. Mijn oren beginnen al snel tuiten van de bulderende wind. Ook hier kan ik goed zien waar ik loop.. Weer probeer ik om heen te kijken. Maar dat helpt niet bepaald. De hele omgeving is gehuld in heel donkergrijs tot bijna zwart duister. Over de Bedumerweg zie ik de eerste bus naar Groningen rijden. Zo te zien leeg of bijna leeg. Kan zo vroeg in de ochtend deze bustijd dan komen te vervallen? Niks hoor, ik heb ook wel eens rond die tijd in de bus gezeten als ik naar de Randstad of mijn zus in Tilburg moest. Al in Bedum zijn er opstappers. Mensen die zo vroeg naar hun werk in een zorginstelling moeten. Of net als ik op reis gaan met de trein. Dat kan je nu overigens wel vergeten. Door het werk aan het spoor, omgeving Zwolle , is er zoveel vertraging tot eind december dat het geen zin heeft vanuit het Noorden te reizen met de trein. Overal, zelfs in sommige bussen is het personeelstekort te voelen. Het is vrijdag vandaag. En dan ga ik iedere week dieper in op een onderwerp. ‘ Niet iedereen krijgt meer zorg ‘ Vanochtend op Radio NPO 1. De uitzending baseerde zich op een ANP –bericht. De redactie heeft mogelijk ook het interview in de Telegraaf van deze ochtend gelezen : https://www.telegraaf.nl/financieel/1190071453/zorgverzekeraar-cz-kunnen-niet-meer-garanderen-dat-zorg-altijd-voor-iedereen-toegankelijk-is “ Zorgverzekeraar CZ: ’ We kunnen niet meer garanderen dat zorg altijd voor iedereen toegankelijk is’ door KLAARTJE BAX Bestuursvoorzitter Joep de Groot van zorgverzekeraar CZ zegt niet meer te kunnen garanderen dat de zorg altijd voor iedereen toegankelijk is. Hoewel zorgverzekeraars een zorgplicht hebben, lukt het niet om de wachtlijsten in de zorg weg te werken. De grenzen van het zorgsysteem zijn bereikt, waarschuwt De Groot.„Ik kan geen garantie geven dat de zorg altijd voor iedereen toegankelijk is. Sterker nog, ik denk dat ik bijna de garantie kan geven dat het niet zo is.”CZ is met 3,7 miljoen verzekerden de op twee na grootste zorgverzekeraar van Nederland. De verzekeraar maakt vandaag bekend dat het de premie van zijn meest gekozen basisverzekering in januari naar 138,25 euro verhoogt. Dat is een stijging van 3,75 euro per maand. De zorgpremie van CZ is een goede indicatie voor de zorgpremies van andere zorgverzekeraars die uiterlijk zaterdag hun premie voor 2023 bekendmaken. “ Op de radio was Joep de Groot vanochtend nog specifieker. De reden dat niet iedere zorgvraag meer kan worden behandeld zijn niet alleen de stijgende kosten maar vooral het feit dat momenteel 1 op de 6 werknemers in Nederland in de zorg werkt en verwacht wordt dat door de vergrijzing dat in de toekomst 1 op de 4 wordt. Dat is niet meer bol te werken, volgens de bestuursvoorzitter. Hoe zit het nu precies. Volgens het Centraal Bureau van de Statistiek [ CBS ] zie link: https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/arbeidsmarkt-zorg-en-welzijn/ werkten: “ In Nederland in 2020 circa 1,4 miljoen mensen in de sector zorg en welzijn. Het gaat om werknemers en zelfstandigen met een hoofdbaan bijvoorbeeld als medisch specialist, pedagogisch medewerker, verpleegkundige of verzorgende, die werken in het ziekenhuis of verpleeghuis, in de wijkverpleging, de thuiszorg, de kinderopvang of de jeugdzorg. Ook personeel in de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, huisartsenzorg en sociaal werk valt hieronder. En het gaat niet alleen om mensen die met cliënten, patiënten en kinderen werken, ook al het personeel met een administratieve of leidinggevende functie valt hieronder. Daarmee vormen zij ongeveer 1 op de 6 werkende. Zorg en welzijn is daarmee een van de grootste werkgevers van Nederland. Tegelijkertijd kampt de zorgsector met personeelstekorten en neemt de vraag naar voldoende opgeleid zorgpersoneel de komende jaren naar verwachting alleen maar toe. “ ‘ Grijzer , drukker, diverser…’ Hoe lang al, zo vroeg ik me af, wordt er voorspeld dat door vergrijzing de zorgvraag gaat stijgen. Hoe lang weten we al dat de bevolkingssamenstelling in Nederland dramatisch aan het veranderen is ? Via de link https://nidi.nl/demos/vijftig-jaar-demografische-verandering/ valt te lezen hoe lang men al weet dat het de verkeerde kant opgaat. Twee jaar geleden kon men op de website van DEMOS , een publicatie van het NiDi, het Netherlands Interdisciplinary Demographic Institute een artikel van Peter Ekamper lezen , dat daar 27 november werd gepost. Bij deze citeer daar een aantal fragmenten uit: “ Het NIDI werd in 1970 opgericht en bestaat dit jaar precies vijftig jaar. In deze halve eeuw is het demografische landschap in Nederland sterk veranderd. Een schets van de belangrijkste ontwikkelingen tussen 1970 en 2020 laat een trend zien naar grijzer, drukker en diverser. Ten tijde van de oprichting van het NIDI bestonden er grote maatschappelijke zorgen over de toenmalige – en toen ook voor de toekomst verwachtte – sterke bevolkingsgroei. In 1970 telde Nederland 13 miljoen inwoners en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verwachtte dat dit er in 2000 21 miljoen zouden zijn. Het werden er 15,9 miljoen en ook nu, twintig jaar later, is dat aantal van 21 miljoen niet bereikt. Sinds 1970 is de bevolking per saldo met 4,4 miljoen (34 procent) gegroeid tot 17,4 miljoen inwoners in 2020. In de tussenliggende periode zijn er 9,4 miljoen mensen bijgekomen door geboorte, 6,1 miljoen gekomen als immigrant, 4,6 miljoen (weer) vertrokken als emigrant en zijn er 6,5 miljoen mensen overleden. In de afgelopen vijftig jaar is de leeftijdsopbouw van de bevolking van Nederland getransformeerd van een jonge bevolking met de klassieke piramidevorm naar een relatief oude bevolking in een uivorm Zowel in de leeftijdsopbouw van 1970 als van 2020 is de naoorlogse geboortepiek van 1946 en 1947 duidelijk zichtbaar (rond 23 jaar oud in 1970 en 73 jaar in 2020). Hoewel de totale bevolking fors kleiner was in 1970, waren er toen meer kinderen en jongeren dan in 2020. Een op vijf inwoners 65 jaar of ouder Bijna 45 procent van bevolking in 1970 was jonger dan 25 jaar tegen 28 procent in 2020 . In 1970 waren er bijvoorbeeld 1,9 miljoen kinderen in de basisschoolleeftijd van 4 tot 12 jaar (destijds kleuterschool- en lagere schoolleeftijd), in 2020 zijn dat er 450 duizend minder. Het aantal ouderen daarentegen is fors toegenomen: het aantal 65-plussers nam met meer dan 2 miljoen toe van 1,3 miljoen in 1970 tot 3,4 miljoen in 2020. In 1970 was één op de tien inwoners 65 jaar of ouder, in 2020 is één op de vijf inwoners 65 jaar of ouder. Het aantal 80-plussers verviervoudigde bijna van 222 duizend tot 822 duizend. De sterke daling van het aantal kinderen is een gevolg van de daling van het geboortecijfer. Het gemiddelde kindertal per vrouw is gedaald van 2,6 in 1970 naar 1,6 nu Die daling voltrok zich in een vrij korte periode: midden jaren zeventig lag het gemiddelde kindertal per vrouw al op het huidige niveau. De daling was al vòòr 1970 ingezet doordat jongere generaties vrouwen in de periode 1950-1970 geleidelijk steeds minder kinderen kregen. Het moment in hun levensloop waarop vrouwen (en mannen) hun kinderen krijgen is de afgelopen vijftig jaar juist sterk toegenomen. De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen in 1970 hun eerste kind kregen was met 24,3 jaar beland op het laagste niveau sinds de decennia ervoor. Vooral tot eind jaren negentig was er een sterke stijging (tot 29 jaar), die weliswaar afvlakte, maar de huidige gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen op 30 jaar heeft gebracht, bijna 6 jaar ouder dan in 1970. Levensverwachting De sterke veroudering van de bevolking in de afgelopen vijftig jaar is in essentie het gevolg van twee ontwikkelingen: de grote daling van het geboortecijfer en daarmee het aantal geboorten sinds begin jaren zeventig enerzijds en de gedaalde sterftekansen en daardoor toegenomen levensverwachting anderzijds. De grote naoorlogse geboortecohorten uit de periode van direct na de oorlog tot begin jaren zeventig werden gevolgd door in omvang veel kleinere geboortecohorten. Dit zien we terug in de leeftijdsopbouw in de (ten opzicht van 1970) naar boven doorgeschoven grote cohorten in 2020 van boven de 45 jaar. Daarnaast steeg echter ook de levensverwachting door de gedaalde sterftekansen: het (gestandaardiseerde) sterftecijfer is gehalveerd. De levensverwachting bij geboorte is in de afgelopen vijftig jaar toegenomen van bijna 71 tot ruim 80 jaar voor mannen en van ruim 76 tot ruim 83 jaar voor vrouwen Ook als we specifiek naar ouderen kijken zien we dat de levensverwachting op hogere leeftijden sterk is gestegen. Zowel op leeftijd 65 als op leeftijd 80 is de levensverwachting nu zo’n 30 à 40 procent hoger dan in 1970. Niet alleen ouderen hebben geprofiteerd van de gedaalde sterfterisico’s. Ook de zuigelingensterfte en doodgeboorte is in een periode van vijftig jaar sterk afgenomen (met meer dan 70 procent). De meest voorkomende doodsoorzaken zijn in de loop der tijd wel veranderd. In 1970 waren hartaandoeningen de belangrijkste doodsoorzaak (45%), gevolgd door kankeraandoeningen (24%), ziekten van ademhalingsorganen (7%) en uitwendige doodsoorzaken (7%). In 2019 waren kankeraandoeningen het meest voorkomend (34%). Het aandeel van hartaandoeningen is wel fors afgenomen maar nog steeds verantwoordelijk voor 25 procent van alle sterfte. Andere relatief veel voorkomende doodsoorzaken in 2019 waren psychische stoornissen (8%), een categorie die in 1970 nog nauwelijks in de statistiek voorkwam, en daarnaast ziekten van ademhalingsorganen (8%), ziekten aan het zenuwstelsel en zintuigen (6%) en uitwendige doodsoorzaken (6%). “ Alzheimer Dan denk je, deze bom onder de sociale samenhang van ons land zal wel door de achtereenvolgende kabinetten zijn ontmanteld? Niks hoor. Er is stevig bezuinigd op verzorginghuizen en zorg aan huis. Kan iemand van jullie je herinneren dat we ons hebben druk gemaakt over dit onderwerp? Of dat de politiek hier zo ongeveer de noodtoestand voor heeft uitgeroepen. Nee, hoor, de afgelopen decennia hebben wij ons in Nederland druk gemaakt over allerlei onderwerpen maar niet over het feit dat we een land van grijsaards dreigen te worden, die hun eigen steunkousen niet meer kunnen aantrekken. En kijk je naar de afgelopen week dan maken we ons druk over de Wolf, Zwarte Piet – daar is hij weer! – , nog een keer de Wolf, maar nu in Drenthe, armbanden voor het WK in Qatar, de selectie van Louis van Gaal voor het WK, Ongehoord Nederland, niet kloppende stikstofberekeningen van het R.I.V.M. , transgenders die op dames- wc’s plassen, de VVD-fractie, de VVD-fractie en de asielwet, de VVD en het recht op het afsteken van vuurwerk tegen het energieplafond. Waanzin!! Dat we binnenkort voornamelijk bestaan uit beverige oudjes met een rollator is nergens een onderwerp dat de kranten en de praattafels heeft gehaald. En dat is niet alleen te danken aan de partijleider van de Vereniging Voor Domoren . Mark de Wegkijker. Nee, alle andere ( potentiële ) regeringspartijen laten voortdurend weten dat ze dit een volkomen oninteressant onderwerp vinden. Iets dat geen enkele prioriteit heeft. Wie zei ook weer dat de politieke klasse van dit moment al lang niet meer bij machte is om orde te scheppen in Chaotisch Nederland ? Dat ben ik vergeten. Tjee, waarschijnlijk de eerste tekenen van Alzheimer……………………( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners, 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws