Lachgas, gevaarlijke honden, motorbendes en waterpijpen 24 november 2020 HET HOGELAND – De Algemeen Plaatselijke Verordening die de gemeenteraad woensdag aanstaande moet goedkeuren, heeft enkele nieuwigheden in zich. De honden moeten strakker aan de lijn, blowen met de waterpijp en lachgas worden verboden. Lachgas wordt steeds vaker en in grotere hoeveelheden gebruikt als drugs, met name door jongeren. Met grote risico’s voor hun eigen gezondheid, maar ook voor anderen, bijvoorbeeld in het verkeer, stelt de nieuwe APV. Op dit moment ligt er een internetconsultatievoorstel van het ministerie van justitie voor het opnemen van een lachgas verbod op lijst II van het Opiumbesluit. Hiermee zal onder meer de verkoop, het afleveren, het verstrekken en het aanwezig hebben van lachgas voor oneigenlijk gebruik verboden worden. Dat heeft een gunstig effect op de mate van overlast in de openbare ruimte. “Toch hebben een aantal gemeenten aan de VNG gevraagd om een specifieke Apv-bepaling met een verbod op het gebruik van lachgas als roesmiddel. Een algemeen, voor de gehele gemeente geldend gebruiksverbod stuit echter op belangrijke juridische bezwaren en is vanuit oogpunt van proportionaliteit ook niet te verdedigen. Daarmee zou er geen evenredigheid meer zijn tussen middel en doel, en dat zou in strijd zijn met artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarom beperkt het verbod zich tot concrete situaties van oneigenlijk lachgasgebruik, voorbereidingen of het bij zich hebben van hulpmiddelen voor dat gebruik, die gepaard gaan met verstoring van de openbare orde, nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat of anderszins hinder tot gevolg hebben. “Bij de handhaving moet de gemeente kunnen aantonen dat genoemde situaties de oorzaak zijn van de overlast en dergelijke. Het college kan openbare plaatsen aanwijzen (artikel 2) waar het oneigenlijk lachgasgebruik, voorbereidingen of het bij zich hebben van hulpmiddelen voor dat gebruik op voorhand verboden is, los van de vraag of dat in de concrete situatie tot ordeverstoring en dergelijke leidt,” aldus de toelichting. Op grond van het derde lid strekt het verbod zich tot concrete situaties van te koop aan te bieden, te verkopen, te verstrekken of af te leveren in openbare inrichtingen volgens artikel 2:27 Apv (horeca inrichtingen). Hiermee is strafrechtelijke handhaving mogelijk als het verbod wordt overtreden. Een overtreding wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie (€ 4.350,00). In het verbod op uitingen van verboden organisaties krijgen hinderlijke motorrijders het moeilijk. Bendes zoals Outlaw Motorcycle Gangs zoals Bandidos, Satudarah, Hells Angels en No Surrender zijn verboden verklaard, omdat de activiteiten van deze motorclubs in strijd zijn met de openbare orde (artikel 2:20 Burgerlijk Wetboek). Het gaat om gedragingen die een wezenlijke aantasting vormen van de veiligheid van de samenleving en de vrijheid van burgers om naar eigen inzicht deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Door de frequentie van de (criminele) gedragingen van een groot aantal leden van deze organisaties, en als gevolg van de intimidatie die van het optreden door leden van een duidelijk herkenbare groep als deze uitgaat, is sprake van uitstraling van deze gedragingen naar een wijdere kring van niet-betrokken burgers. “Het is vanuit een oogpunt van openbare orde en veiligheid niet acceptabel dat in de publieke ruimte nog uiterlijk vertoon plaatsvindt dat verband houdt met dergelijke verboden en ontbonden organisaties, gelet op de intimidatie die daarvan uitgaat of uit kan gaan en op de overige redenen voor het verbod en de ontbinding. Deelneming aan de voortzetting van dergelijke organisaties, waaronder uiterlijk vertoon kan worden begrepen, is strafbaar gesteld in artikel 140 lid 2 Wetboek van Strafrecht. Deze strafbaarstelling geldt echter pas op het moment dat de uitspraak van de rechter onherroepelijk (definitief) is geworden. Zolang de mogelijkheden van hoger beroep en cassatie nog open staan en niet zijn afgewikkeld kan tegen dergelijk uiterlijk vertoon dus niet op grond van het Wetboek van Strafrecht handhavend worden opgetreden. Dit ondanks het feit dat een civielrechtelijk verbod al wel in werking kan zijn getreden. Maatregel Om toch op te kunnen treden tegen aanwezigheid in de publieke ruimte, vanwege de impact die dat heeft op de openbare orde, wordt een strafbaarstelling opgenomen in de APV. “Deze strafbaarstelling houdt in dat het is verboden om op openbare plaatsen, in voor het publiek openstaande gebouwen en op daarbij behorende erven en bij evenementen zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde,” aldus de toelichting. Bijvoorbeeld kan het gaan om de naam, logo’s, spreuken, kleding en aanduidingen op motoren. Door strafbaarstelling in de Apv kan daartegen handhavend worden opgetreden. Vanuit een oogpunt van openbare orde is het wenselijk om niet te wachten met het weren van zichtbare aanwezigheid van verboden/ontbonden organisaties uit de publieke ruimte tot een onherroepelijk vonnis voorhanden is. Het verbod wordt voor evenementen opgenomen in het bestaande artikel 2:26 APV waarin ordeverstoring bij evenementen is verboden. Daarnaast wordt een nieuw artikel 2:50a in de APV opgenomen waarbij het verbod wordt ingesteld voor openbare plaatsen en in voor publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. Strafbaarstelling van het verbod vindt plaats in artikel 6:1 APV. Voor het geval van samenloop met de strafbaarstelling in het Wetboek van Strafrecht (met name relevant na het onherroepelijk worden van een rechterlijke uitspraak) is voorzien in een samenloopbepaling in de beide artikelen. Voor honden was de bepaling al van kracht dat ze altijd aangelijnd moeten zijn. Voor gevaarlijke honden krijgt burgemeester de mogelijkheid om na een (bijt)incident met een hond, dat naar zijn oordeel niet voldoende ernstig is om strafrechtelijk op te treden, de eigenaar te verplichten de hond te muilkorven of kort aan te lijnen. Gevaarlijke honden op eigen terrein kan de burgemeester een muilkorf opleggen. Dit ook ter bescherming van postbezorgers en koeriers, maar ook aan bijtincidenten die plaatsvinden binnen een huishouden. Op advies van de VNG komt er een verbod op het waterpijpcafé (sisha lounges) aan de definitie toegevoegd. Het roken van een waterpijp, ook bekend onder de namen shisha, hookah, nargileh, ghaliyan of hubble bubble, wordt steeds populairder in Nederland. “Het roken van waterpijpen is echter niet zonder brandgevaar en het levert ook de nodige (stank)overlast voor de omgeving op. Bij het omvallen van een waterpijp kunnen brandende kooltjes een ontstekingsbron vormen voor het interieur van de inrichting met rookontwikkeling of brand tot gevolg. ‘Shisha lounges’ en soortgelijke inrichtingen die het roken van waterpijp aanbieden, stralen daarnaast een bepaalde aantrekkingskracht uit op jongeren, aldus de toelichting. In dit soort inrichtingen wordt naast de waterpijpactiviteiten ook vaak gedeald of illegaal gegokt en is vaak sprake van vernielingen, geluids- en parkeeroverlast, bedreiging en mishandeling. Tot slot kunnen er ook banden zijn met criminele organisaties of netwerken./BM Nieuws