Geen bedrijfsopvolger voor meer dan 16 duizend boerderijen 13 januari 2021 DEN HAAG – Meer dan de helft (59 procent) van de Nederlandse boerderijen met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder had in 2020 geen bedrijfsopvolger. Vooral bij kleine en zeer kleine bedrijven was er vaak geen opvolger beschikbaar. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans dat er een bedrijfsopvolger was. Dit meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers van de Landbouwtelling 2020. In de provincie Flevoland was er in 2020 voor ruim de helft (55 procent) van de land- en tuinbouwbedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder een opvolger beschikbaar. Het aantal bedrijfsopvolgers was het kleinst in Limburg (34 procent). Landbouwbedrijven in de noordelijke provincies hebben vaker een bedrijfsopvolger dan bedrijven in de zuidelijke provincies. De opvolging van melkvee- en akkerbouwbedrijven is met achtereenvolgens 76 procent en 55 procent het best geregeld in de provincie Flevoland. In 2020 waren er in Nederland ruim 52 duizend landbouwbedrijven, waarvan ruim 27 duizend met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder. Van deze bedrijven hadden er ongeveer 11 duizend een bedrijfsopvolger en 16 duizend (59 procent) niet. Bedrijfsgrootte speelt een belangrijke rol bij de bedrijfsopvolging. Vooral op grote en middelgrote bedrijven is er meestal een opvolger beschikbaar. Van de grote bedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder had 70 procent in 2020 een bedrijfsopvolger, bij middelgrote bedrijven was dit bijna 50 procent. Het percentage bedrijfsopvolgers voor grote en middelgrote bedrijven zat sinds 2004 in de lift, maar is van 2012 tot 2020 iets afgenomen. Het aandeel bedrijfsopvolgers op bedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder nam in deze periode voor grote bedrijven af van 71 naar 70 procent en voor middelgrote bedrijven van 56 naar 49 procent. Voor de kleine bedrijven is het percentage bedrijfsopvolgers iets gestegen van 28 naar 29 procent. Van de zeer kleine bedrijven heeft een beperkt aantal (18 procent) een opvolger. Deze bedrijven bezitten 3 procent van het totale landbouwareaal en zijn verantwoordelijk voor minder dan 1 procent van de totale landbouwproductie. Het animo voor bedrijfsovername is het grootst bij melkveebedrijven. Op bijna twee derde van de melkveebedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder was er in 2020 een bedrijfsopvolger. Hiermee is het animo om een melkveebedrijf over te nemen anderhalf keer zo groot als op een doorsnee landbouwbedrijf. Ook voor geitenbedrijven is de belangstelling voor bedrijfsovername groot. Voor 54 procent van de geitenbedrijven stond een bedrijfsopvolger klaar. De minste interesse voor bedrijfsovername was er voor schapenbedrijven (19 procent)./Webredactie Nieuws