Werken met Zorg 21 maart 202121 maart 2021 GRONINGEN – De drukke noordelijke rondweg en het Van Starkenborghkanaal scheiden de grote Stad van een klein stukje paradijs op aarde. Duizenden auto’s, honderden fietsers en tientallen joggers komen er per dag langs zonder van de schoonheid achter het niet echt uitnodigende ijzeren hek te weten. De afslag, of je nu uit de richting van Groningen of Adorp komt, is moeilijk en een beetje gevaarlijk. Vanaf Groningen heb je te maken met snel optrekkend verkeer achter je en vanaf Adorp moet je de richtingaanwijzer eigenlijk ruim voor de inrit aanzetten om duidelijk te maken dat je linksaf wilt afslaan naar het paradijsje. Eenmaal binnen het hek verdwijnen de blauwwitte flats, het verkeer en de voorbijvarende schepen uit je achteruitkijkspiegels en rijd je in een serene oase van rust, tenminste zo lijkt het in eerste instantie, want vanuit ieder gebouwtje klinken vrolijke melodieën uit transistorradio’s die begeleid worden door hamergeklop en allerlei soorten machines. Johan werkt lekker in het prille lentezonnetje. Grote schijven van gekapte bomen legt hij met schijnbaar gemak in de kloofmachine. De grote stapel gekloofd hout verraadt dat hij al even bezig is. Johan geniet zichtbaar van zijn werk en verwelkomt me vriendelijk. “We vieren vandaag ons 10- jarig bestaan,” zegt hij er direct achteraan. De zin wordt met trots uitgesproken, zijn gezicht zegt de rest. Johan blijkt al zeven jaar deelnemer te zijn bij Werken met Zorg, de organisatie waar ik op bezoek ben. “Het geeft me heel veel voldoening om hier te zijn. Ik kom iedere werkdag, ben bezig in de tuin, kloof hout en ga af en toe mee om een klusje te doen als iemand ons nodig heeft. Het werk, de collega’s, het geeft veel plezier en ik denk dat ik me op een andere plek niet zo goed zou voelen.” Nog veel werk te verzetten In de nieuwe, in verband met Corona gebouwde, grote kantine zit een bont gezelschap gemoedelijk koffie te drinken. Er zijn koeken en gebakjes om het jubileum te vieren. Begeleider Lub Snijder kijkt tevreden om zich heen. Het mensenmens pur sang, bekend van Voedselbank het Hogeland, kledingbank Maxima en vele andere vrijwilligersorganisaties, is hier helemaal op zijn plaats; hij geniet van de mensen en de activiteiten. “Eet u ook mee?” vraagt een vrolijke man in kokskleding. Ik sla vriendelijk af. Op voorstel van Lub gaat Jaap me rondleiden. Jaap is vanaf het begin bij Werken met Zorg betrokken. Hij stapte in verband met reorganisatie van het bedrijf waar hij werkte, in de gezondheidszorg. Een pijnlijk lijf, door het harde werken in de bouw, de noodzaak om het iets rustiger aan te doen en de wil om iets met mensen met iets meer afstand tot de arbeidsmarkt te doen, brachten Jaap bij de organisatie. Eerst bij de Klussenbus en vervolgens naar dit paradijsje. “Wil je misschien eerst nog wat drinken of wil je straks mee-eten?” is het eerste wat Jaap vraagt. Ik sla weer vriendelijk af. We gaan rond. In een klein keukentje in de oude kantine zit achter het loketje een wat oudere mevrouw. Met haar muts, vriendelijke gezicht en ingehouden glimlach maakt ze gelijk indruk. Ze hoest constant, waarbij ze zich vasthoudt aan het aanrechtblad. “Dit is tante Alie,” fluistert Jaap, “ze is ernstig ziek, maar komt nog bijna iedere dag.” Na de zoveelste hoestbui vertelt tante Alie dat ze heel graag bij Werken met Zorg komt. Ze doet aan handwerken, maar Jaap vertelt dat ze bij het leggen van een kabel onderin de gleuf ging staan om een grote boomwortel weg te trekken. “Nu niet meer hoor,” voegt de lieverd toe: “Ik ben ernstig ziek en uitbehandeld.” Ze pakt m’n hand, vouwt haar mooie, oude handen er omheen, kijkt me recht in de ogen en en zegt:” Ik heb gelukkig veel steun aan mijn geloof en ik probeer hier toch nog zoveel mogelijk te komen. Hier zijn mijn vrienden en vriendinnen, dit is een soort familie, hier hoor ik thuis, zo lang mogelijk.” We blijven een tijdje zo staan, tante Alies handen gevouwen om mijn hand, we zijn stil, alles lijkt gezegd. Wat blijft is een intens gevoel, tante Alie zit in m’n hart, voorgoed. Tante Alie:”Dit is mijn thuis” De vrolijke kok steekt het hoofd door de deuropening. “Wil je echt niet mee-eten?” Ik lach en loop achter Jaap aan naar de keuken. Het ruikt heerlijk. De vrolijke kok roert in een pan met spaghettisaus; twee jongedames snijden ingrediënten en lopen heen en weer met goedgevulde borden en bestek. “Jammie, jammie,” klinkt het uit de kantine, “wat is het weer lekker.” Een van de houtbewerkers brengt zijn lege bord terug: “Wat was dat lekker!” De vrolijke kok glundert van oor tot oor. Roeren en heerlijke geuren Jaap zet, na zich verzekerd te hebben van zijn maaltijd, even vaart achter de rondleiding. We bekijken de moestuin, de boomgaard, de bijgebouwen, de in aanbouw zijnde kas en hij legt uit wat de bedoeling is van de nieuwe entree. Ze willen graag een boerderijschuur inrichten om spulletjes uit de moestuin en van de creatievelingen te verkopen. Jaap bij de entree naar de moestuin In de metaalwerkplaats zit een jongeman te telefoneren. Met zijn imposante, gespierde lijf neemt hij haast de hele doorgang in beslag. Hij lacht vriendelijk en schuift wat opzij. “Hij doet aan bodybuilding,” vertelt Jaap eigenlijk overbodig, “moet je eens kijken wat hij aan het maken is.” Een enorm fitnessapparaat staat in de werkplaats. De indrukwekkende spierbundel wilde graag zelf zo’n apparaat maken, leerde van een collega lassen en het halffabrikaat mag er zijn. “Goed hé,” zegt Jerommeke in het voorbijgaan, “zelf gemaakt, ja, wel met hulp, maar ik ben er hartstikke trots op.” Voor de spierbundel Jaap heeft nog even tijd voor een interview voor het programma Van Twee tot Vijf op woensdag dat ’s middags wordt uitgezonden, maar ja, de geur van de spaghettisaus zit ook in de neus. Na het interview lopen we gestaag richting de keuken; bij de moestuin stopt Jaap toch nog even. “Tante Alie heeft waarschijnlijk niet zolang meer”’ verzucht Jaap, ‘”als het haar tijd is, wil ze bij het afscheid graag een foto van dit plekje: de moestuin, de landerijen, de typisch Groningse wolkenhemel en het vergezicht op Adorp.” Dit vindt tante Alie het mooiste plaatje In de keuken neemt Jaap zijn maaltijd in ontvangst, de heerlijke geuren dringen door in m’n neus. “Ik heb nog wat over,” dringt de vrolijke kok nog een keer aan. Ik sla weer vriendelijk af; denk niet dat er saus voorbij de brok in m’n keel komt. In het paradijsje van Werken met Zorg zijn op werkdagen plusminus 30 deelnemers, 20 vrijwilligers en 4 professionele begeleiders aanwezig. Je kunt er, zodra de Coronamaatregelen het weer toelaten, terecht voor hapjes en drankjes. Meer informatie vind je op www.werkenmetzorg.nl, maar beter is het om gewoon een keer langs te gaan: je wordt met open armen ontvangen. Nieuws