27 april 2022 Onderdendam ( Gr. ) Woensdag April 2022, 05u45 ( Zomertijd ): “WNW- wind. Windkracht 1, bijna windstil. Zwaar bewolkt. Een wolkendek hangt verstikkend laag over het land. Zwaar en compact . Meerdere tinten grijs, zie ik boven me, wanneer ik met onze hond Nantske het hoogholtje opklim over het Boterdiep. Het is nog schemerig, maar de lichtgevende halsband die ik Nantske uit voorzorg om heb gedaan, blijkt al snel overbodig. Nog voor ik de eerste van de twaalf treden opstap, vliegt een jonge blauwe reiger [ Ardea cinerea L. ] op vanaf de linker aanlegbalk van de brug, passeert ons rakelings. Braakt de meest vreselijkste kreten uit. We hadden blijkbaar zijn jachtrust verstoord . Hij wint met een paar vleugelslagen meteen hoogte en verdwijnt uit het zicht achter de treurwilg aan de overkant. Laat nog een laatste, ijselijke kreet horen ter waarschuwing. ‘Kwaoh-kwaooch…’, een fuut [ Podiceps cristatus L. ] , die verder onzichtbaar blijft onder de wilgenstruik aan de overkant, laat grimmig een meerkoet [ Fulica atra L. ] weten dat hij afstand moet houden. Afstand van het nest dat heel krakkemikkig is gebouwd op een tak die nauwelijks boven het water uitsteekt. In de straat achter me zingen merels [ Turdus merula L. ]. Liedjes, die al zo ingewikkeld zijn, dat ik ze hier niet meer kan herhalen. Ik weet slechts het eerste deel te reproduceren: Tre-lie-ie-wiede-wie-iet…’ De haan van mijn buurvrouw Marijn Sturing kraait in zijn nachthok. Maar vooralsnog reageren andere hanen in de buurt niet. Huismussen [ Passer domesticus L. ] weten al tsjirpend nog wat vrolijkheid te brengen in de grijsheid om me heen. Een meerkoet piept opnieuw. Nu heel bescheiden. Kennelijk heeft de harde toon van de fuut onder de wilgenstruik gewerkt. Ik ga het bruggetje af, heb even later een prima zicht op de sloot die recht naar het oosten loopt. Nog meer bloemigheid De reiger van zojuist is daar gaan jagen en vliegt nu weer verontwaardigd weg. De mannetjeseend van een eendenpaar [ Anas platyrhynchos L. ] dicht bij de kop van de sloot, ziet al die opwinding gelaten aan. Verderop in de sloot zie ik een tweede eendenpaar zwemmen. Die doen net alsof er niets gebeurd is. Versterken de flegmatieke sfeer die in de lucht hangt. De vrouwtjeseend van het eerste eendenpaar komt nu tevoorschijn uit de wal. Ze was me echt niet opgevallen. Haar camouflage is dus uitstekend. Ik hoor ver weg uit het dorp het bassende geluid van Canadese ganzen komen. Mijn hond blijft aan de lijn maar laat zich niet uit het veld slaan. Ze gaat rustig in de berm wat van de kweek [ Elytrigium repens L.] eten. Als ze genoeg naar binnen heeft gekregen van dat prikkelende spul, kan ik haar eindelijk meetronen. Ik kijk eens rustig om me heen. In de meidoorn op de hoek zit een van de ‘huiskraaien ‘, die ik al jaren volg. De reiger van zojuist verschijnt opnieuw, zeilt op nog geen twee meter van de grond over het pad. Krijst nog maar eens. Vogels zijn al heel actief nu . Scholeksters [ Haematopus ostralegus L. ] rellen ergens in de buurt van de Kardingemaar. Houtduiven [ Columba palumbus L. ] hoor ik koeren, diep het dorp in. De haan die nu kraait, kan ik wel nauwkeurig lokaliseren. Het is die van Eltjo en en Herma Venema op de hoek van de van Roijenstraat. De zwarte kraai die in de meidoorn zit, vindt inmiddels dat we te dichtbij gekomen zijn, en vliegt weg. Nu kan ik tijdens het vliegen weer zijn volwassen lijf bewonderen. Het is niet echt een kleine vogel. Uiteindelijk landt hij op het hek tussen twee percelen grasland. Opnieuw hoor ik de haan van de familie Venema. En nu komt er wel antwoord. Vanuit een ren aan de overkant van de het Boterdiep richting Fraamklap. Dat moet de haan van Jan Dijkema zijn. Vlak voordat ik afsla naar het zuiden, kruist een eendenpaar mijn pad. Scholeksters hoor ik opnieuw. Nu komt het geluid uit de omgeving van de aalscholverbomen op de hoek van de Kardingemaar. De twee ‘ huiskraaien ‘ zijn al weer geland ver voor me op het pad. Ze bestrijken heel strategisch de volle breedte. Onwillekeurig moet ik aan patrouille lopende militairen denken. Een van de twee stapt aan de ene kant van het pad, de ander aan de andere zijde, vlakbij de sloot. Ze kijken af en toe op. Dan plotseling om. Zien ons aankomen en vliegen weg. Strijken weer neer op hun favoriete hek De lucht is inmiddels vervuld van roepende vogels. Canadese ganzen vliegen achter me op en neer en schreeuwen luid, blaffen bijna. Zwarte kraaien worden wakker in de hoge bomen rond de waterzuivering. Gister namiddag stond het fluitenkruid [ Anthriscus sylvestris L. ] zo’n vijf en veertig centimeter hoog. Het lijkt wel alsof ze platte omvang van schermbloemen krijgen. Nog meer bloemigheid om me heen. De wilde appelboom laat een begin van bloesem zien. De knoppen zijn opengebarsten en de rode uiteinden van de kroonblaadjes worden al zichtbaar Een enkele doorgaande kraai vliegt me tegemoet op twintig meter hoogte. Dan ineens voel ik een schittering in mijn linker ooghoek. Wat rode zonnestralen proberen zich door een spleet aan de horizon naar buiten te wurmen. Dat lukt maar ten dele. En het duurt ook slechts een paar momenten . Dan sluit de grijze bewolking de horizon hermetisch af . En is het weer één grijs , al grijs. Ik ben inmiddels op mijn keerpunt gearriveerd, de ree naar herenboerderij de Haver. Draai me om en ga op de terugweg. Uiertinctuur De koude lucht uit het noorden voel ik pas op mijn wangen als ik een meter of honderd verder ben. Opnieuw roeren zich Canadese ganzen. Ze lijken zich in twee groepen te hebben verdeeld. Twee ganzen komen aangevlogen als maar gakkend, volgen de loop van de Kardingemaar en steken dan de grote wei van Harm van der Giezen in. Daar landen ze . Eindelijk wordt het stil daar. Een kraai vliegt treiterig over hen heen. Dan ineens hoor ik tureluurs [ Tringa totanus L. ] trillers ten beste geven. Een schitterend hoog ritmisch geluid. Het komt van de plek waar ze vorig jaar ook een nestje hadden: op het land van Sieb- Klaas Iwema aan de overkant van de Kardingemaar. Dichterbij valt me ineens op, dat de berm links niet alleen geel ziet van de paardenbloemen [ Taraxacum officinale L. ] maar voor het eerst, – gisteren waren ze er nog niet – , staan ze daar te wiegen op de wind: de eerste boterbloemen van dit jaar: Scherpe boterbloem [ Ranunculus acris L. ] . Vroeger smeerde men met tinctuur ervan de uiers van de koeien in. Om de melkgift te verbeteren. Zag ik zojuist twee Canadese ganzen landen in de wei rechts, het andere stel zie ik niet, maar hoor ik wel. Ze zitten in het perceel waar je wel vaker ganzen ziet, de wei die André van der Schans in gebruik heeft vlakbij het erf van Afke Lanting. Het is nog vroeg. Meestal hoor je nu nog geen meeuwen . Die trekken zo rond half zeven uur vanaf hun slaapplaats, de Waddenkust, het binnenland in. Ik nader de hoek . Maar nu hoor ik toch twee meeuwen hoog boven me naar elkaar roepen. Ik schat dat ze op honderd meter hoog zitten. Ik ben inmiddels de rij meidoorns voorbij. Als bijna vanouds zit een van de ‘ huiskraaien ‘op het toegangshek naar de percelen van Rozeboom. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Scheuren sparen Een volwassen aalscholver vliegt uit naar zijn visgebied in het zuidwesten. Twee jongere exemplaren volgen. Ze zijn bijna voor de helft kleiner. Halverwege zie ik in mijn ooghoek een eendenpaar doodstil in de walkant zitten. En het blijft zo, wanneer we passeren. Bijzonder vind ik dat. Maar eigenlijk denk ik nu aan iets anders. Koningsdag is toch vooral een volksfeest hoe je ook over het bestaan van de monarchie denkt. Kinderen zitten op straat op kleedjes, ook in mijn dorp, hun overbodige spullen aan te prijzen. Ze beleven sommige zaken anders dan volwassenen. We wonen hier midden in de aardbevingsregio. Iedereen probeert een beetje te dealen met de schade aan de huizen veroorzaakt door de gaswinning. Persoonlijk sparen we thuis de scheuren op omdat we genoeg hebben van steeds maar weer bouwvakkers over de vloer. Die maar aan het repareren blijven. Dat kan natuurlijk niet zo blijven doorgaan. Eigenlijk zouden er meer huizen versterkt moeten worden dan de 25.000 waar men nu al zoveel moeite mee heeft. Maar maak dat maar eens de Nationaal Coördinator Groningen wijs. De instantie die over versterking gaat. Nog geen 1.600 van de 25.000 huizen zijn inmiddels versterkt.………………………………………………( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak ’. Nieuws