5 mei 2022 Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 5 Mei 2022, 06u15 ( Zomertijd ): “Z- wind. Windkracht 1. Zwaar bewolkt. Maar het wolkendek, dat boven me hangt is niet alleen volkomen grijs van kleur maar ook nog dun. Dat is mijn eerste indruk. Je kunt er net niet doorheen kijken. Opvallend is het dat het dek overal even grijs is. Nergens daar boven is een iets ander nuance van die kleur te bekennen. En het dek sluit ook niet hermetisch de horizon af. In het oosten is een smal streepje wolkloze lucht te zien, zalmroze van kleur. In het westen is die streep een stuk breder. De lucht daar kleurt heel zacht geel. Met Nantske sta ik op het bruggetje over het Boterdiep en laat deze ochtend over ons heen komen. Beneden zwemt een groep van vijf wilde eenden [ Anas platyrhynchos L. ] onder de brug door: allemaal mannetjes. Daarvoor leken ze even nieuwsgierig , draaiden hun kop in de richting van de struik aan de overkant. Sommigen zwommen zelfs even die kant op. Daar zit de fuut nog steeds op zijn nest. Hoewel, eerlijk gezegd, is het bladerdak van de wilg nu zo dicht dat ik het niet echt meer kan zien. In de grote , gele treurwilg [ Salix babylonica etcetera L. ] aan de overkant vertelt het klapperen van vleugels dat een dikke houtduif bezig is te verkassen van de ene tak op de andere . Hij heeft ons nu in het zicht vanaf een tak rechts , van zo’n 25 cm. middellijn. En volgt nauwkeurig al onze bewegingen. Ik kijk even richting het noordwesten omdat ik zwarte kraaien [ Corvus corone L. ] hoor. Ze zitten ieder aan weerskanten, op de windvaan van DE KERK aan de Bedumerweg, het cultureel centrum van ons dorp. Waar tentoonstellingen worden gehouden maar waar vanuit de kerk ook nog bewoners die een groot deel van hun leven hier hebben gewoond na overlijden , uitgedragen worden met een afscheidsdienst die niet altijd meer christelijk geïnspireerd hoeft te zijn. Ooit, Deo Volente , in de verre toekomst hoop ik dat mijn kist daar ook mag staan. Als de Geliefde het behaagt. Ik voel mij nog steeds rooms-katholiek maar heb geen banden meer met het kerkelijk instituut als zodanig. Door een conservatieve machtsgreep na het overlijden van de populaire bisschop Rinie Beckers van ’s Hertogenbosch, heb ik niets met de kleine bende conservatieven die een verkeerd begrepen orthodoxie belangrijker vindt dan het motiveren van mensen. En hen meer lastig valt met regels dan zich te verdiepen in het Onnoemelijke van het bestaan. Genoeg hierover, ik wil de maagdelijke ochtend niet bederven met negatieve praatjes. Ik geeft Nantske een seintje en wij gaan de zestien treden af naar beneden. Zet even later de eerste stappen op mijn wandelpad. Wel je kop er bij houden… Op vijftig meter hoogte komt luid lawaaiend een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ] overvliegen. Daalt tijdens het vliegen een meter of twintig en scheert over de Noordersloot de derde wei van Rozeboom in, de wei met ‘het Bultje ‘. Zou het kunnen zijn dat hij daar ergens achter een nest heeft ?Of zo niet, in het land van Sieb- Klaas Iwema aan de andere kant van de Kardingemaar? Ik moet daar toch eens gaan zoeken. Een spreeuw [ Sturnus vulgaris L. ] , oftewel een sprutter in het Gronings , vliegt haastig uit een wei richting mijn huis. Mogelijk heeft hij een nest in onze achtertuin. Aan de nerveuze manier van vliegen kan je goed zien dat de vogel zo snel mogelijk zijn buit aan rupsjes wil brengen naar een stel hongerige jongen. Een wilde eend lijkt ineens uit de hemel te komen vallen, zeilt over de wei rechts van Annemarie de Haan. Even later gevolgd door zijn partner. Vanuit het noordoosten is weer het geluid van trompetterende Canadese ganzen [ Branta canadensis L. ] te horen. Ook een tweede scholekster geeft nu een salvo van geluiden af. Heel ontspannen en met langzame vleugelslagen komt een Kleine Burgemeester [ Larus glaucoides L. ] overvliegen, een meeuwensoort die broedt in Groenland maar hier ook wel te vinden is. Ik ben dan al bijna bij de plek waar het pad afslaat naar het zuiden. Aan de overkant in de wei vliegt een woerd op, die daar in zijn eentje rondloopt. Waarschijnlijk zit nu de vrouwtjeseend , goed gecamoufleerd in de walkant op eieren. Ik sla de hoek om en kuier richting de Bedumerwijk ter Laan. Kijk eens uitgebreid om me heen. Het is buitengewoon stil . Fris ook nog steeds. Gelukkig is het wolkendek niet zo dik dat het een drukkend gevoel geeft. In de top van de tweede meidoornstruik in een rij van acht, zit een volwassen kraai, een van de ‘huiskraaien’, vogels die ik al jaren volg. Hij vliegt op, zodra we echt dichtbij komen, onze hond en ik. De geur van gemaaid gras komt me tegemoet. Bij van Middelkoop is gisteren de eerste snee gras gemaaid. Dat is de eerste boer hier in de buurt bij wie dat het geval is. Het moment dat boeren besluiten hun eerste, nieuwe gras te maaien na de winter, is afhankelijk van meerdere factoren. Heeft alles te maken met de fysiek van gras. Maar eerst moet ik daarvoor iets uitleggen over hoe een grasrantsoen voor de winter überhaupt nog zijn voedingswaarde behoudt zodat koeien dan wat te eten hebben en melk blijven geven. Vers gemaaid gras wordt in een open betonnen ruimte op het erf ‘ gekuild ’ . D.w.z. op een grote hoop gegooid en vervolgens met een stuwer, een zwaar apparaat op vier wielen aangedrukt tot een compacte massa. Over het juiste moment van die eerste maaibeurt wordt op diverse boerensites als www.melkvee.nl , www.nieuwoogst.nl en www.boerderij.nl vaak met grote passie gediscussieerd. Meerder boerenadviesbureau’ s komen daar aan het woord , zoals Groeikracht, PPP- Agro Advies en ABZ- Diervoeding. Wat in het debat als rode draad door alle meningen heenloopt is de staat van het jonge gras. Die eerste loten, vaak niet hoger dan twintig, vijfentwintig centimeter bevatten een hoge hoeveelheid eiwit in hun cellen. Maar hoe meet je zoiets? Dat gebeurt met een parallelle meetmethode , de zogenaamde VEM- eenheid of – maat. Op de site www.eurofins-agro.com vond ik dat helder uitgelegd. Maar je moet er wel even je kop bij houden. Het blijft ingewikkelde materie. In feite gaat het hier om de relatie tussen voedingswaarde van het gemaaide gras en de hoeveelheid die nodig is om een koe een bepaalde hoeveelheid melk te laten produceren: Eiwit, vet en biopolymeer “ VEM is de Nederlandse energie parameter en staat voor Voeder Eenheid Melk. Het geeft de netto energie inhoud van een product weer voor melkgevende koeien. VEM is gerelateerd aan de energie inhoud van 1 kg gestandaardiseerd gerst (gerst met een specifiek hectoliter gewicht, zetmeel gehalte, etc. ). Bij definitie, de energie inhoud van deze kg gerst is vastgesteld op 1.000 VEM. Omdat VEM een relatieve waarde is, heeft het geen eenheid. De keuze om een nutriënt te creëren zonder eenheid maakt vergelijken in de praktijk gemakkelijk. Bijvoorbeeld wanneer een product 1100 VEM bevat, betekent dit dat een product 1,1 keer de energie hoeveelheid van 1 kg gerst bevat (of 10% meer energie dan gerst). In rantsoen berekeningen is het ook gemakkelijk om met VEM te werken, bijvoorbeeld wanneer de energie dichtheid 1.000 VEM/kg DS zou moeten zijn. [ KW: ‘DS ‘is de afkorting voor ‘Droge Stof ‘ of ‘ ruwvoer ‘] . In andere voederwaarderings systemen wordt de energie uitgedrukt in bijvoorbeeld mega joules per kg product (MJ/kg). De Nett Energy Lactation (NEL) van 1 kg gerst is 6.9 MJ NEL. Ofwel: 1.000 VEM = 6.9 MJ NEL. De VEM wordt berekend aan de hand van het niveau aan verteerbaar ruw eiwit, verteerbaar organische stof, verteerbare ruwe celstof, verteerbaar ruw vet en verteerbare koolhydraten (suiker, zetmeel, overige koolhydraten). Hieruit blijkt dat de verteerbaarheid (gemeten als VC-OS) een grote rol speelt. Het betekent ook dat het energie gehalte in ruwvoeders zoals gras sterk kan worden beïnvloed middels het oogstmoment. Ouder gras bevat meer lignine, heeft een lagere verteerbaarheid en aldus een lagere VEM gehalte.[ KW: Lignine of houtstof is een natuurlijke organische verbinding, meer specifiek een biopolymeer, die voorkomt in de celwand van verschillende soorten plantaardige cellen ] . Om 1 kg FPCM (Fat-Protein Correct Milk), melk met 4% vet en 3.3 % eiwit) te maken, heeft een koe ongeveer 460 eenheden VEM nodig. Een koe die 30 kg melk produceert heeft ongeveer 19.000 VEM nodig. Hiervan is ongeveer 5300 eenheden nodig voor onderhoud, het overige voor de productie van melk. “ Procesoperator Terug naar het moment van maaien. Maait men het jonge gras vroeg,dan zijn de ‘muren ‘die de inhoud van de diverse cellen vormen zijn nog relatief dun. Het streven is om de stoffen met de hoogste voedingswaarde voor de koe zo groot mogelijk te laten zijn. Laat men het gras langer op het land staan, dan ‘verhout ‘de grasloot. Zeg maar de celwanden worden dikker. De hoeveelheid lignine neemt toe. Het gras wordt lastiger te verteren. En dat betekent dat bij de stofwisseling de koe meer moeite heeft om de voedzame stoffen waar het bij het produceren van melk om gaat, uit het verse gras te halen. Waarom discussiëren boeren zo intensief over het juiste moment om te maaien. Omdat bij het vormen van een wintervoorraad het van het grootste belang is om het gras met de grootste hoeveelheid eiwit en vet als eerste in te kuilen. Latere maaibeurten leveren vaak gras op dat minder voedingswaarde heeft. En koeien moeten ook in het huidige tijdsgewricht met zijn vaak natte, zachte winters en een lang koud voorjaar toch voldoende voer krijgen. Tegenwoordig kan pas begin mei voor het eerst gemaaid worden. Zoals momenteel duidelijk het geval is . Maar, Willemen, je ziet op dit moment toch al koeien in de wei verschijnen? Klopt. Hoewel in de directe omgeving van ‘de Winkelhaak’ er alleen door Sieb-Klaas Iwema en van Middelkoop weidegang plaats vindt. En meer naar het zuiden tegen het spoor naar Delfzijl aan bij Rozeboom. Om diverse redenen doen een aantal boeren in Nederland niet aan weidegang. Gemak en beter zicht op de koeien geldt als een belangrijk argument, net als tijdverlies door het twee keer per dag binnenhalen om te melken. Rust, reinheid en regelmaat is, vindt men, het beste voor een optimale melkproductie. Die houden het hele jaar ondanks bonussen voor weidegang van Friesland Campina de koeien onder dak. Hun koeien eten het hele jaar door kuilvoer. Maar hoe dat in feite wordt geproduceerd is weer een heel ander verhaal. Langzamerhand vraag je je wel af of boer zijn tegenwoordig niet meer iets heeft van een procesoperator zijn, die aan allerlei knoppen draait, dan van werken buiten in de vrije natuur. Ondanks wat boeren zelf altijd beweren, zijn ze steeds meer aan het werk ‘binnenshuis’. En dan heb ik niet eens over dat papierwerk dat ingevuld moet worden……………………………..( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak ’. Nieuws