Onderdendam ( GR. ) Woensdag 15 Juni 2022, 05u55 ( Zomertijd  ):

“ ZO- wind. Windstil. We zijn nog niet op het houten bruggetje gearriveerd of Nantske gaat volledig uit haar dak. Op het schelpenpad dat de verbinding vormt tussen het bruggetje tegenover ons huis en mijn wandelpad, loopt een cyperse kat, die kennelijk niet van plan is zich te laten intimideren door een hond aan de lijn. Onze hond haalt nog maar eens maar diep adem voor ze uitbreekt in een tweede blafconcert. Een stevige ruk aan de lijn voorkomt dat de hele buurt wakker schiet. Rust daalt weer over het water. Ik kan weer verder gaan met een eerste tour d’ horizon. Het is bewolkt. Vanuit het zuiden en het westen is een wolkendek aan het oprukken dat het grootste deel van de hemelkoepel al in beslag heeft genomen. Hier en daar vallen er grote gaten in. In het noordoosten is de lucht nog vrij van wolken. Maar dat duurt niet lang meer Een grauw grijze wolk daar lijkt nog het meest op een reusachtige gier. Met vleugels die zich hebben uitgespreid over de hele horizon hangt de ‘wolkenvogel ‘voor de opkomende zon. Moeizaam proberen een paar banen zonlicht de aarde nog te bereiken.. De zon zelf is volledig verdwenen. Zijn aanwezigheid wordt slechts verraden doordat de ‘rug ‘van de  ‘wolkenvogel ‘in brand lijkt te staan. Fel  wit licht doet daar pijn aan je ogen. Lijkt nog het meest op het schijnsel dat je ziet wanneer ijzer zo gloeiend wordt dat het smelt. Dat keiharde licht staat in schril contrast met de minieme stralen zonlicht die het gras beneden wat doen oplichten onder de zwarte wolken. ‘ Whaaaooooh…whaaaooooohhhh…, een fuut [ Podiceps cristatus L. ]  zwemt onder de brug door,luid bassend. Duikt onder water en komt na vijftig seconden weer boven. Helaas zonder vis. Zwemt nu verder richting het dorp. Een zwarte kraai [ Corvus corone L ] laat zich horen. Geeft driemaal zijn positieroep af maar valt voorlopig niet te ontdekken. Dat geldt ook voor een scholekster[ Haematopus ostralegus L. ] waarvan het geluid zich voortdurend verplaatst. Hij moet rondvliegen boven de weiden van Voorheen Jarco Rozeboom, links en rechts van mijn wandelpad. Op het erf van Annemarie de Haan is een merel [ Turdus merula L. ] al bezig aan zijn tweede liedje van deze ochtend. In de binnentuin van ons huis  aan de Bedumerweg, is al heel lang een houtduif [ Columba palumbus  L. ] aan het koeren. Maar geen van de houtduiven, in onze moestuin broeden nog twee stellen, heeft kennelijk zin met het hartstochtelijk pleidooi mee te gaan. En ik vind het wel voldoende als ochtendaubade. Ik ga het bruggetje af en zet de eerste stappen op mijn wandelpad.

Heel relaxt…

Het blijkt ver weg in het oosten toch licht nevelig te zijn. Ik hoor scholeksters rellen in de buurt van de Havertsetocht. Echt waarnemen kan ik de vogels niet. Vreemd de ‘huis ‘- kraaien die ik hier iedere dag tegenkom zijn er vandaag niet. Eerlijk gezegd, zie ik hier geen enkel levend wezen om me heen. Ook de graspiepers en kleine karekieten hoor ik niet . Ik vraag me af waarom. Is het omdat ze inmiddels kuikens hebben? En ze de positie van het nest niet willen verraden? Bij wilde eenden werkt dat zo. Daar verlaat het felgekleurde mannetje het vrouwtje, dat heel goed gecamoufleerd is,  juist om de plek waar zij met haar kroost zit , niet kenbaar te maken. Desalniettemin overleeft een deel van kuikens het eerste half jaar niet. Ze vallen ten prooi aan roofvissen en blauwe reigers. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden. Het wolkendek dat vanuit het westen aan het oprukken is, heeft inmiddels het oosten bereikt en verspreidt zich daar snel. Het wordt zo duister dat de kleur geelgroen van de leeg  gehaalde percelen ineens fel oplicht. Nantske laat ik van de lijn. Rustig blijft ze tot mijn tevredenheid een paar meter voor me lopen op het pad. Zelfs op het moment dat ik  twee jonge hazen, ik schat twee jaar oud , [ Lepus europaeus L. ] ontdek, vijf en zeventig meter verder op het perceel links, die  rustig gras aan het eten zijn. En geen moment daarmee ophouden. Ook niet wanneer we dichterbij komen. Nantske houdt zich prima in, zodra we de kritieke grens van vijf en twintig meter tussen ons en de hazen hebben overschreden. Dan, heel relaxt, wanneer we op twintig meter afstand van ze zijn, begint de grootste van de twee weg te huppelen. Maar na tien meter stopt hij weer, gaat rechtop zitten om te taxeren of het tweetal dat daar loopt, wel zo gevaarlijk is. Pas wanneer mijn hond begint te rennen, vergroot de haas de afstand. Al snel is die vijftig dan honderd, vervolgens honderd vijftig meter uitgelopen. Al na tien meter vindt onze hond het meer dan genoeg. En keert terug op het pad . De andere haas heeft zich inmiddels ook uit de voeten gemaakt. Schiet honderd vijftig meter verder het pad over en duikt de wei rechts in. Nantske lijkt totaal niet meer bezig met de hazen en gaat zich eens uitgebreid om en om rollen in het kort gemaaide gras. Dat keihard voelt als strostoppels onder mijn laarzen.  Nog een derde haas is overigens in het spel, zie ik opeens. Die zat al in de wei rechts een paar meter van de sloot langs de ree naar boerderij de Haver. Bijna op dezelfde plek waar ik gisterochtend ook een jonge haas zag. Misschien is het wel dezelfde. Die blijft overigens niet lang daar zitten. Verdwijnt snel in de begroeiing van de walkant. Nog even kijk ik om me heen voor ik me omdraai op mijn keerpunt want daar ben ik inmiddels. Dichtbij het erf van Harm van der Giezen zitten wel dertig kraaien bij elkaar, die het kort gemaaide gras afstruinen op zoek naar insecten Een scholekster loopt in hun midden, die zonder veel geluid te maken met de zwerm mee opschuift. Een mooi voorbeeld van synergie. Onze hond en ik draaien zich om en gaan op de terugweg.

‘ Góór ‘

Ik vermoed dat onze hond denkt, kijkend naar die lege percelen grasland : ‘Wat een gigantische ruimte om eens lekker in rond te rennen …’.Ze stuift naar voren. En is al snel honderd vijftig meter verder. Met wat fluitsignalen waarschuw ik haar dat ze niet verder mag, en ze blijft voorlopig op de denkbeeldige grens van honderd vijftig meter van het pad . Om vervolgens met een lange boog dwars door de wei weer terug te keren. Die heeft haar noodzakelijke beweging wel gehad voor vanochtend, denk ik . Een meeuw, een kokmeeuwtje [ Larus ridibundus L. ], een vrij jong dier nog, vliegt me achterop. Op weg naar het noorden op acht meter hoogte. Nantske is inmiddels de hoek omgeslagen voor het laatste stuk. Tot mijn verbazing, want nu pas zie ik dat ze volstrekt geen acht heeft geslagen op twee hazen die ze ‘rakelings ‘gepasseerd moet hebben. Ze zitten nog geen vijf meter van de Verlengde Oostersloot gras te eten en blijven rustig op hun plek zitten. Ook als ik voorbij loop. Ik sla nu de hoek om voor het laatste stuk. Heel laag scheert een boerenzwaluw [ Hirundo rustica L. ]  over het korte gras van de wei rechts. De wei die als eerste afgelopen vrijdag is gemaaid, eigendom van een broer van Rozeboom. Onwillekeurig gaan, nu het om eigendomsverhoudingen op het platteland gaat, mijn gedachten weer uit naar de reacties van de politieke partijen met een boerenachterban op het voorgenomen stikstofbesluit. Wat vooral opvalt, zo las ik in het Dagblad van het Noorden, vanochtend vroeg zijn de groteske woorden die nu worden gebruikt door provinciale voormannen van CDA , VVD en ChristenUnie in Groningen en Drenthe. Echt zwaar overdreven, maar ook een tikkeltje gevaarlijk vind ik . One- liners  als :  ‘Het platteland wordt leeg geveegd “, “Sociale cohesie dreigt helemaal weg te vallen “, “Het platteland beleeft een sociaal- economische ramp .” “Waarom gevaarlijk? Omdat hier de indruk wordt gewekt alsof er een ontvolkingstrategie aanstaande is. Daar is geen sprake van. Boeren maken statistisch een minieme hoeveelheid uit van de totale beroepsbevolking op het platteland. Volgens een recent overzicht van het jaar 2021 gemaakt door het Centrale Bureau van de Statistiek [ CBS ] ( 24 februari 2022 )  werkten in Oost Groningen 2.037 mensen min of meer permanent in de landbouw, in : Overig Groningen 4.577. In de Oostelijke Bouwstreek 2.612 , in het Centrale Weidegebied: 344 mensen. Onderdendam ligt in het Centrale Weidegebied. En is een dorp van nog geen 600 inwoners horend bij de plattelandsgemeente het Hogeland , in oppervlakte de tweede, grootste gemeente van Nederland. Het aantal inwoners van deze gemeente bestaat uit 48.022. Met een  beroepsbevolking van 23.000. Er wordt wel eens gezegd dat een boer werk verschaft voor tien aanvullende arbeidsplaatsen. Laten we dat getal nou eens aannemen voor het gemak. Dan komen we voor het Centrale Weidegebied in Groningen op 10 maal 344 . Is nog altijd maar 3.440 + 344 = 3.784 arbeidsplaatsen . Het Centrale Weidegebied staat overigens voor meer gemeenten dan alleen de gemeente het Hogeland. Het mag duidelijk zijn: wat politici, die nu zogenaamd voor boerenbelangen opkomen, op dit moment beweren over het leeg vegen van het platteland is ronduit kletskoek. Kul gewoon. En dat weten ze, de leiders van de Statenfracties van CDA , VVD en Christen Unie in Groningen en Drenthe, die gisteren deze uitspraken deden. Kijk, er is wel wat anders aan de hand. Ze zijn doodsbang dat hun aanhang wegloopt naar een  nog grotere liegebeest, de BoerenBurgerBeweging. Daarom dus maar even een loopje nemen met gemakkelijk te verifiëren feiten. Ik heb er maar een woord voor over. : ‘ Góór ‘..……………………………………………..( wordt vervolgd )

Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al de zevende jaargang van de ‘De winkelhaak.

 

 

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !