8 december 2022 Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 8 December 2022, 05u55 ( Wintertijd ): “ WNW- wind. Windkracht 2. Bewolkt. Maar niet overal is die bewolking even compact. In het oosten zijn soms hele dunne plekken te zien waar grijs licht doorheen schijnt. Beneden aan de horizon ontbreekt de bewolking helemaal. Daar pinkelen de zes en twintig rode toplichten van het windmolenpark bij de Eemshaven, alsof ze nooit weg zijn geweest. Het is verder pikdonker. Wel tot mijn verrassing droog. Toen ik opstond om vijf uur regende het pijpenstelen. Maar nu hoor ik slechts water naar beneden druppen vanaf het houten bruggetje waar ik sta met onze hond Nantske , acht meter boven het Boterdiep. Ondanks wat mijn weersite voorspelde is de wind praktisch afwezig hierboven. Maar ook beneden in het donkere water blijven schijfjes licht , ovaalvormig , bewegingloos liggen. Weerkaatsing van het licht dat de straatlantaarns uitstrooien vanaf de walkant. Ik blijf niet lang staan kijken hier. Achter me maant het drukke verkeer me tot activiteit . ‘Opschieten , Willemen, je hebt een volgepakte dag. Sta hier niet te lummelen..’ De geluiden van autobanden, die zich vastzuigen aan het asfalt begeleidt dat dwingend advies. Met Nantske aan de lijn ga ik de zestien treden af, groet het nu kale boompje in de berm van het schelpenpad, een zesjarige es [ Fraxinus excelsior L. ] . Zo’n dapper ding dat zich al een aardig dikke boom waant met zijn stam van twaalf centimeter middellijn. Ik zet de eerste stappen op mijn wandelpad. Nantske sprint weg , verdwijnt in het donker. Alleen haar rode , lichtgevende halsband verraadt waar ze driftig op en neer draaft. Vorstgrens De weerschijn uit Bedum is groot. Daardoor kan ik tot aan de hoek zien waar ik loop. Zonder veel problemen bereik ik het punt waar het pad afslaat richting de Bedumerwijk ter Laan. De wind voert de geur van sneeuw mee. Het is meer dan waterkoud . Al snel verkleumen mijn vingers totaal. En dan gaat het onverwachts toch regenen. Eerst vallen er wat kleine druppels. Daarna begint het harder te regenen. Het voorkomt niet dat ik toch geniet van de lichtere hemel boven Bedum. En van de grote meidoornstruik de eerste van een heg van acht exemplaren in de berm rechts. Die tekent zich haarfijn af tegen de lichtere hemel. Je kunt zelfs de nieuwe bladknoppen nu al zien zitten. Ik moet denken aan de enorme zwerm koperwieken [ Turdus iliacus L. ] , die gistermiddag rond een uur of twaalf uit de meidoornheg opvloog, die het pad uit het dorp scheidt van de Biermasz- weitjes. Hoe meer ik vorderde daar, hoe groter de zwem werd, die uit de struiken stoof. Ik telde in die korte tijd meer dan honderd vogels. Die trekken uit Siberië weg naar hier zodra het voedsel daar op is of ontoegankelijk wordt onder de bevroren sneeuw. Eerlijk gezegd had ik ze veel eerder hier verwacht. Kennelijk schoof de vorstgrens nog niet snel genoeg op. Het wordt kouder nu. Mijn vingers krijgen het steeds moeilijker en even later voel ik ze nauwelijks meer. Een trekker met zwaailicht op vertraagt het autoverkeer op de Middelstumerweg. Een rij van koplampen rijgt zich achter dit voertuig aaneen. Een mooi gezicht. Het leidt even af van de enige ster die ik vanochtend hoog in het noordoosten ontdek. Het is Gianfar [ Labda Draconis ], een van de veertien sterren van het sterrenbeeld Draak. Het wordt drukker op de wegen die in ons dorp samenkomen. De wind uit het noordwesten zorgt ervoor dat ik bijna iedere auto, bus of trekker met veel lawaai bonkend over de Zijlvesterbrug in het centrum hoor gaan. Intussen arriveer ik op mijn keerpunt, de ree van herenboerderij de Haver. Keer om , zoek Nantske op die een meter of tien is uitgezakt en ga op de terugweg. Vluchtdieren De regen is inmiddels gestopt. Het blijft nog steeds pikdonker. Even laat de maan zich zien. Althans doet een ampele poging uit de wolken tevoorschijn te komen. Het is maar een paar tellen . Dan wordt hij met veel overmacht weer ingesloten. Er is weinig meer over van die trotse maangodin Silene. Maar door de wolken blijft er toch iets van schijnsel komen . Ik kan in ieder geval nog een klein deel van het pad voor me zien. Met wat moeite kan ik zelfs tot aan de hoek zien waar ik moet lopen. Rechts valt er voldoende licht op de omheining van schrikdraad die een kleine vijftig schapen op het perceel grasland moet houden. De schapen slapen nog , liggen bijna een halve kilometer van het pad vandaan. Ik hoor tenminste niemand hoesten of kuchen. Ze liggen vanuit een natuurlijk behoefte aan zelfbescherming op een kluitje bij elkaar in de noordoostelijke hoek van het perceel. De sterkste dieren aan de buitenkant. Maar het blijven vluchtdieren. Dat merk ik ieder jaar wanneer hier net schapen staan. Zodra ze een hond vrij zien lopen, ook al is dat keurig op het pad achter de omheining, beginnen ze met zijn allen naar achter te rennen, naar de grens van het perceel. In ieder geval zo ver mogelijk weg. Aan het roer… “Waarom blijven jullie hier in godsnaam wonen? “, hoor ik wel eens , als ik vertel dat we weer voor de zoveelste keer aardbevingsschade aan ons huis hebben. Ik leg dan uit dat het hier schitterend is, het huis eeuwenoud, vol met sfeer, met zoveel ruimte erachter dat we een kas, fruitbomen en een moestuin hebben waar we een groot deel van het jaar van kunnen eten. Kortom dat het leven hier goed is. En dat het domste wat je kan doen, is: wegvluchten voor de problemen die de gaswinning in Groningen heeft veroorzaakt. Al was het alleen maar dat de veroorzakers , Exxon Mobile , Shell en onze door de VVD –gedomineerde regering hier van zijn leven niet mee mogen wegkomen…………………………………( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners, 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen ). Nieuws