16 december 2022 Onderdendam ( Gr. ) Vrijdag 16 December 2022, 06u45 ( Wintertijd ): “ NW- wind. Windkracht 3, althans volgens de weersite die ik altijd voor de wandeling raadpleeg. Maar zo hard waait het echt niet. Eerst ben ik helemaal de weg kwijt waar de wind vandaan komt. Dat komt omdat ik nogal huiverig was voor de aangekondigde gladheid . Voetje voor voetje schuifelde ik met Nantske aan de lijn over het trottoir voor ons huis. Stak over, terwijl het al erg druk was en klom voorzichtig de brug op. Erop verdacht uit te glijden bij iedere stap. Eenmaal gearriveerd viel het tegen daar. Het is meer dan pikdonker. Ik probeerde wat om me heen te kijken volgens een vast patroon. Met de klok mee gaan. Eerst het oosten , dan het zuiden en dan pas het westen en noordwesten. Dus verwachtte ik de wind waar hij gisteren zat in het zuidwesten. Ergens komt uit die richting wel een koude luchtstroom. Maar het is pikdonker en gladder dan ik had verwacht. Raak gedesoriënteerd. Het is zwaar bewolkt. Dat is direct te zien aan het ontbreken van de lichten van de drie windmolenparken aan de oostelijke horizon. Het enige licht dat te zien is , komt van een afnemende maan Er zit wel een dikke kring om. Heel lichte motregen voel ik. Zelfs onduidelijk is het of het wel regen is. Het lijkt meer motsneeuw. Er ligt ook een dun laagje op de brug en de leuning. Ik schat een paar millimeter. Pas nu merk ik dat de wind uit het noordwesten komt. Ik schuifel naar het einde van de brug. Spreek Nantske stevig toe. Houd haar aan de lijn en heel behoedzaam ga ik tree voor tree af naar beneden. Ben eindelijk op het plankier zonder van een van de treden af te zijn geglibberd. Spreek nogmaals Nantske toe dat ze niet op het schelpenpad moet gaan trekken aan de lijn. Gelukkig valt het lopen op het besneeuwde schelpenpad mee. Ik probeer enig idee te krijgen wat ik op mijn wandelpad kan verwachten. Maar nog nooit is het zicht zo slecht geweest. Zet met angst in het hart de eerste stappen. Gebrek aan moraal? Voel met mijn schoenen of het glad is. Wat ik kan zien, is dat het oppervlak van het pad niet spiegelglad is maar dof. Zou het dan niet glad zijn? Ik zet een paar stappen en voel met mijn zool aan de bovenkant van het beton. Dan merk ik pas dat het ontzettend glad is. Schijnbaar ligt er een doffe laag, de dunne sneeuw , over een spiegelgladde laag daaronder. Ik verstar, ga nu heel voorzichtig en krampachtig stap voor stap vooruit. Een beetje als een pinguïn gaat het. Nantske, eenmaal van de lijn, is als een speer me vooruit gesneld. Ik zie haar rode lichtje op en neer dansen. Ze rolt ook in de sneeuw een paar keer. Begint koppetje te duikelen. Maar ik , trage Keizerpinguïn, ben nog niet eens acht meter opgeschoten. Dat wil zeggen dat ik nog ter hoogte van de wei van Annemarie de Haan rond schuifel. Dat is idioot. Toch blijf ik doorlopen. Draai me regelmatig om . Ik hoor de klok van de Hervormde Kerk zeven uur slaan. Het is druk op de wegen rond Onderdendam. In de verte vanuit het zuiden naderen heel langzaam twee goudkleurige koplampen. Ik vraag me af of ik Nantske terug moet fluiten want ik kan nu niet snel naar haar toe lopen. Maar de koplampen slaan af naar het erf van Harm van der Giezen. Ik denk dat het een melktankauto is. Maar als de lampen op het erf afslaan , vermoed ik dat het om een tankauto met krachtvoer is. Een vliegtuig komt over. Ik vorder wel maar heel langzaam. Ben nu op de helft van het eerste stuk. Maar ik schiet nauwelijks op, loop langzamer dan een reuzenschildpad. Begin me af te vragen of het wel verstandig is om door te gaan. Een tweede verkeersvliegtuig komt over. Eigenlijk vind ik dat ik gewoon de route van de Winkelhaak moet aflopen. Maar vraag me tegelijkertijd af of dat verstandig is. Ik ben nu een meter of vijftig van de plek verwijderd waar het pad afslaat naar het zuiden. Kijk of ik iets sneller durf te gaan lopen. Maar dat gaat hem niet worden, merk ik al direct. Toch maar weer doorscharrelen dus. Om me heen kijken lukt nauwelijks. Ik heb alle concentratie nodig om zicht te houden op de paar meter pad, recht voor me. Onze hond zie ik zorgvuldig de wei afzoeken naar muizenholletjes. Om mij heen is alleen het geluid te horen van autobanden in de verte die zich vastzuigen aan het natte asfalt. Eindelijk, ik denk zeker acht minuten later , kom ik op de hoek aan. Ik sla af naar het zuiden. Loop een meter of vijf verder. Draai me om en kijk waar mijn hond blijft. Dan neem ik een besluit. Voor het eerst in bijna acht , terwijl het niet eens spiegelglad is, besluit ik te stoppen en naar huis te gaan. Het is geen kwestie van gebrek aan moraal. Ik wil best, maar verstandig is het niet. Als ik uitglijd en het is nu nog steeds om en nabij het vriespunt, kan het uren duren voor er met dit weer een auto langskomt. Fietsers verwacht ik nu niet. Ik draai me om en met een strak gezicht begin ik aan mijn wandeling terug naar huis. Jaloers ben ik op onze hond. Vrolijk rent die op zijn vier poten terug naar huis. Ik zie het rode lichtje van zijn halsband kleiner worden. Het lopen gaat ineens een stuk beter. Is het dan toch een kwestie van mentaliteit ? Nee, dat geloof ik niet. Wel, dat ik ineens besef dat ik fysiek kwetsbaar aan het worden ben. Willemen, die alles durft en in het holst van de nacht gaat wandelen, voelt zich ineens aangeduid met dat afschuwelijke modewoord. Meestal gebruikt voor die andere categorie mensen die volgens de statistieken snel aan het toenemen is: die vervloekte o u d e r e n. Artrose, diabetes, dementie…. Het is vrijdag vandaag. Dat wil zeggen dat ik een thema, dat deze week opduikt in het nieuws, wat meer wil uitdiepen. Er wordt alarm geslagen dat in heel Nederland maar vooral in het Noorden de v e r g r i j z i n g veel sneller gaat dan men verwacht. En dat de zorg voor die groeiende groep daar met geen mogelijkheid meer op toegesneden kan worden. Eerst maar eens de cijfers die het Sociaal Cultureel Planbureau ons presenteert. Te volgen via de link: https://digitaal.scp.nl/ouderenzorg/aantal-ouderen-neemt-toe#:~:text=De%20verwachting%20is%20dat%20er,naar%20bijna%20560.000%20in%202030. “ De verwachting is dat er in 2030 ruim 2 miljoen ouderen van 75 jaar of ouder zijn (12% van de bevolking). In 2018 ging dit om circa 1,4 miljoen ouderen (8% van de Nederlandse bevolking). Binnen de groep ouderen zal ook het aantal 85-plussers flink groeien van circa 375.000 in 2018 naar bijna 560.000 in 2030. Omdat ouderen relatief vaak zorg ontvangen betekent de stijging van het aantal ouderen ook, dat de vraag naar zorg zal toenemen. In absolute aantallen stijgt het aantal alleenwonende 75-plussers van circa 660.000 in 2018 naar bijna 950.000 in 2030. Het percentage alleenwonende 75-plussers zal echter iets afnemen. Alleenwonende ouderen gebruiken relatief vaak (publiek gefinancierde) zorg. De zorgvraag zal dus stijgen als gevolg van het aantal alleenstaande ouderen, maar minder hard omdat er relatief minder alleenstaanden zijn. De stijging van het aantal 75-plussers de komende jaren betekent ook dat er steeds meer ouderen zijn met een chronische aandoening. Het gaat dan bijvoorbeeld om ziekten zoals artrose, diabetes of dementie, maar ook om langdurige nek- en rugklachten. In 2030 zullen er ook meer ouderen zijn met lichamelijke beperkingen. Hieronder verstaan we beperkingen bij het bewegen, maar ook problemen met zien en horen. Het aantal ouderen met lichamelijke beperkingen stijgt minder hard dan het totaal aantal ouderen. Dit geldt echter vooral voor de jongste groep 75-plussers. Onder 85-plussers nemen de lichamelijke beperkingen juist toe. Het is dus maar de vraag of er in de toekomst inderdaad minder zorg nodig is vanwege verbetering van gezondheid. Verder is de verwachting dat ook het aantal eenzame ouderen zal toenemen.” Dixielandplaatjes Wel , eigenlijk is dit op zich al zeer confronterende informatie genoeg. De komende tijd , zeg maar de komende tien jaar wanneer ik 89 jaar ben en de geliefde 84 ,zullen we bij de boven vermelde groep gaan horen. We wonen in een groot, oud huis, een plek waar we zeer aan gehecht zijn. Eigenlijk willen we gewoon tot aan ons overlijden hier blijven wonen. Omdat we hier heel gelukkig zijn en het huis ook ruim genoeg is, zodat erin gewerkt kan worden door ons allebei. En we eten uit onze moestuin, zelfs in de winter. Kijk nu eens naar het voorgestelde overheidsbeleid. Staatsecretaris Helder [ VVD ] stelt domweg dat ouderen beter hun grote huis kunnen verlaten en bij elkaar moeten gaan wonen om elkaars mantelzorger te worden. Een soort vrijwillige hoogbejaarden- compound. Zijn er geen verzorgingshuizen voor hen meer dan ? Nee, hoor. Daar mag je pas in, als je ongeveer een levend lijk bent. De pus moet als het ware uit je gaan sijpelen. Nou mooi niet, Helder. Ga zelf maar in zo’n compound zitten met je VVD- maatjes en maar lekker Dixielandplaatjes opzetten. GRRRR!!!!!…………..…………………………………………………. ( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners, 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws