12 januari 2023 Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 12 Januari 2023, 05u00 ( Wintertijd ) : “ ZW- wind. Windkracht 4. Maar op sommige momenten zorgen windstoten voor veel hogere waardes. Zwaar bewolkt. Pikdonker. Zo dik en laaghangend is de bewolking dat je soms geen verschil ziet tussen land en wolken. Water gutst naar beneden als ik met onze hond Nantske het houten bruggetje over het Boterdiep opklim. Er is maar een stel koplampen te zien op de Middelstumerweg, het enige teken van menselijke activiteit zo vroeg in de morgen. Niet zo gek, het is eigenlijk na- nacht. Erg stabiel staat het niet hier, acht meter boven het kolkende water. Ik zet me schrap maar de wind doet toch serieuze pogingen om me van de brug te kinkelen. Ik sta, speelbal van de wind, te shaken als zo’n vast op de grond verankerd reclamebord op het trottoir van een drukke winkelstraat. Spiedt over mijn beregende brillenglazen de horizon in het oosten af naar toplichten van de drie windmolenparken. Nergens te bekennen. Uitsluitend de stallichten van de vier boerderijen daar ergens. Weer een keiharde windstoot. Op een of andere manier lukt het me de wind ervan te overtuigen dat ik echt niet van plan ben te zwichten. Nantske zelf maakt het nog bonter. Die zit zich hooghartig te krabben. Volledig negeert de hond het feit dat het af en toe windkracht 8 is. Het maakt de wind nog razender. Nu begint het te fluiten tussen de brugspijlen. En ‘Klets , klats, klang ‘, de kale takken van de treurwilg aan de overkant zwiepen tegen de leuning. Mij lijkt het toch beter om de wind niet nog meer te provoceren. Kijk nog even over mijn schouder het water beneden in . Licht van de straatlantaarns aan de walkant wordt gesproeid over het oppervlak. Het lijkt wel of het kanaal licht geeft. Ik geef een snok aan de lijn zodat Nantske beseft dat het tijd is om naar beneden te gaan. Aan de rand van het brugdek is alleen een donker gat zichtbaar. Even worden door het schijnsel van een passerende auto de eerste vier van de zestien treden zichtbaar. Precies voldoende om mijn voet niet in het luchtledige te zetten en halsoverkop van de brug te lazeren. Hardop tellend ga ik naar beneden , om de vier treden : ‘Ho! ‘roepend naar onze hond, die keurig gehoorzaamt. Ik ben iedere keer weer opgelucht als ik beneden op het houten plankier ben beland. Loop het schelpenpad op achter Nantske aan die hier geen enkele hondenplas ruikt . Hoor hoe de zesjarige es [ Fraxinus excelsior L . ] kreunt onder de harde windstoten. Dichtbij is al licht aan in de keet van Annemarie de Haan. Nog iemand, denk ik, die niet kan slapen door het spokende weer. Ik zet mijn eerste stappen op mijn wandelpad. Hoef niet eens richting dorp te kijken of er soms iemand aankomt. Op de fiets of met een hond. Iedereen slaapt nog om 5u08. Ik loop een meter of tien en laat dan Nantske van de lijn. Na nog eens omgekeken te hebben. Iedere keer dat ik dat doe pissen wind en regen keihard me in het gezicht. Ik draai ze mijn rug toe. Hopelijk niet al te hooghartig. Totaal weggevreten De elementen onderschatten buiten is natuurlijk, zeker als het donker is, het stomste wat je kunt doen. Het pad kan ik nog wel zien. Het oppervlak is door de regen in een soort spiegel veranderd, die ieder spoortje licht vangt dat aanwezig is in het donker. Netto gevolg : ik kan tot aan de hoek kijken. Nantske laat zich totaal niet intimideren door het barre weer. Ze zoekt ijverig en met grote concentratie het grasland rechts af naar muizenholletjes. Gisteren telde ik twaalf gaten per vierkante meter. Tussen die gaatjes lopen hier een daar gangen waar het gras totaal weg gevreten is. De schade is groter dan een paar jaar geleden. Niet zo gek dat torenvalken ’s ochtends vroeg meteen beginnen met jagen, zodra het licht dat toelaat. Dinsdagochtend, terwijl ik op de bus van 08u30 naar Groningen stond te wachten, hoorde ik dat karakteristieke, hoge tinkelende geluid van een torenvalk [ Falco tinninculus L. ] die naar een partner roept. Ik ben nu nog geen meter van de plek vandaan waar het pad afslaat naar het zuiden. Sla de hoek om en fluit onze hond die nog steeds alle muizenholletjes met haar bezoek aan het vereren is. Dat denk ik tenminste. Maar dan duikt ze ineens op links achter me en blijft naast me lopen. Samen slaan we de hoek om richting Bedum. Vuile donder Liggen meteen vol in de wind. Ook de regen laat zich niet onbetuigd. En dat is zwak uitgedrukt. Even kan ik helemaal niks zien omdat mijn brillenglazen beslaan. Schuif de bril zo laag mogelijk op mijn neus en tuur voor me uit. Tot voorbij de rij meidoorns kan ik alles nog onderscheiden. In de verte op het erf van Harm van der Giezen, staat een vrachtwagen stationair te draaien, de koplampen geven gedempt licht. Ver weg in het oosten rijdt een auto over de Fraamweg net voorbij de boerderij van Wouda. Op het open stuk begint de wind te bulderen van jewelste ; ik zou wel eens kunnen vergeten dat het hard waait. De regen doet er nog een schepje bovenop. Nantske is naast me een stuk stiller geworden. Normaliter wordt ze erg actief van dit soort weer. Ze gaat maar eens in de berm liggen rollen voor de verandering. Waarschijnlijk vraagt ze zich af of we geen zin hebben om naar huis te gaan. Waarschijnlijk fluistert de gehaaide wind haar iets in het oor. Honden hebben nu eenmaal beter gehoor dan mensen. Wij zijn wat dat betreft maar droef makende wezens. Zojuist zijn we de twee bijna gelijkvormige wilde appelbomen gepasseerd en ik wil me niet laten kennen. Ga harder lopen en sta niet lang daarna op mijn keerpunt, de ree van herenboerderij de Haver. Terwijl ik regenwater voel lekken door mijn regenpak , kan ik een gevoel van tevredenheid niet verbergen. Achter me huilt de wind. Probeert me nog een vuile stomp op de nieren te geven. Ik haal mijn schouders op en ga op de terugweg. ‘ Is toch ook natuur….? ‘ Heel veel licht schijnt ineens vanaf het erf van Harm van der Giezen. De vrachtwagen start en zet de omgeving in keihardlicht. Het kan haast niet anders of de chauffeur ziet me nu lopen . En vraagt zich vast of hier iemand gek geworden is om met dit soort weer naar buiten te gaan. Of ik dat wel of niet zou doen, daar heb ik vanaf 03u00 vannacht over liggen dubben. Maar de weersverwachting die voorspelde dat in de vroege ochtend het enorm slecht weer zou worden, heeft me doen besluiten het gokje te wagen. Wanneer ik om kwart voor zeven hier zou lopen, zo dacht ik, zou het allemaal nog veel erger geworden zijn. Waarschijnlijk was het niet de bedoeling van de wind maar die duwtjes in mijn rug en de regen die op mijn schouders neerklettert maakt wel dat ik een stuk sneller over het stuk doe dan op de heenweg. De wind mag dan verstoppetje spelen achter mijn rug, de regen gutst nu met bakken de hemel uit. Het is dat ik de weg kan dromen maar erg veel zien, doe ik op dit moment niet daardoor. Ik word nu omringd, omsingeld door regen. En dat wordt nog erger als de hoek omsla voor het laatste stuk. Het lijkt wel of ik in een onweersbui op de Wadden ben beland. Overal water zover het oog reikt. Ik weet niet waar ik het vandaan haal maar blijf stug doorlopen. Haal intussen ook nog Nantske uit de wei links die weer op muizenjacht is. Moet denken aan wat ik gisteren las in het Dagblad v/h Noorden over de Wadden, dat meest unieke natuurgebied van Nederland. Dat Christianne van der Wal, de bewindspersoon voor Natuur & Stikstof geen zin heeft om het gebied nog meer beschermingsrechten te geven dan het nu al heeft. Dat lijkt wel opzet. Er moet immers gewoon naar gas kunnen worden geboord en waarom zou ten noorden van dit zeer kwetsbare gebied , pleisterplaats voor miljoenen trekvogels , geen windmolenpark neerzetten? . Waarom niet, moet toch kunnen, nietwaar. Gas is, als je helemaal terugredeneert naar zijn oorsprong, toch ook natuur? En de wind, mijn kind, dat is toch puur natuur. Natuurlijker krijg je ze niet, hier in het Noorden ………………………………..( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners, 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws