9 mei 2022 Onderdendam 9 Gr. ) Maandag 9 Mei 2022 , 06u05 ( Zomertijd ) “ZO- wind. Windstil. Helder is het. Maar ik zie wel hoog in de lucht wat ragfijne nevelflarden. Die worden ruiterlijk gecompenseerd door forse mistbanken op de grond van tien tot vijftien meter. Hhet is tegen het vriespunt aan. Niet meer dan een graad boven nul. Zou het door de kou komen dat ik zo weinig vogelgeluiden hoor? Enkel het timide tsjilpen van huismussen [ Passer domesticus L. ] in de coniferen tussen het huis van mijn buren en de woonboerderij van Verbree. De meeste mensen liggen nog op een oor. Ik bekijk dat alles met onze hond Nantske vanaf een hoog standpunt, het bruggetje, een kleine vijf meter boven het Boterdiep. Ver weg in het zuiden is nog net het krassen van kraaien [ Corvus corone L. ] te horen. Die zijn bezig wakker te worden in de bomen op het terrein van de waterzuivering. Het is zo mistig op het water dat de lichten van de spoorbrug in Bedum niet te zien zijn. Maar kijk ik naar links, het dorp in, dan is er geen sprake van mist. Daar waar Aafke en Willem Huizingh wonen, op de kop van de Uiterdijk, zou ik zo naar binnen kunnen kijken, ware het niet dat hun gordijnen nog dicht zijn. Er is al druk verkeer. De meivakantie zit erop . De ‘vroege vogels ‘van klusjesbedrijven zitten wel wat te gapen in hun auto. Sommigen hebben half het raampje aan de bestuurderskant open, omdat ze aan hun eerste sigaretje toe zijn. De zon in het oosten kleurt de mist goudgeel. Maar slaagt er absoluut niet in de nevel te verdrijven. Integendeel, wanneer ik naar beneden ga, lijkt die alleen maar dikker te worden. Hé, de New Hampshire Downs, schapen met een mooi zwart masker, zijn met hun lammeren verkast naar de wei die het dichtst bij de brug ligt. Het schelpenpad knarst onder mijn laarzen en drie seconden later zet ik de eerste stappen op het Betonpad. Pendelen Midden in de wei rechts zit tussen een grote bos vossenstaart [ Alopecurus pratensis L. ] een van mijn ‘huiskraaien ‘. Het is de ouder van het kraaiengezin,dat ik al jaren volg. Zijn zwarte vleugels glanzen groen iriserend in het zonlicht. Hij zit daar als bevroren voor een foto. Maar ik weet, zodra ik maar naar mijn smartphone grijp, zal hij opvliegen. Kraaien houden je scherp in de gaten en missen geen beweging die door je wordt gemaakt. Deze is extra voorzichtig, zo blijkt. Hij kiest het luchtruim voordat ik ook maar even mijn hand uit mijn jas haal. Maakt een grote bocht en daalt dan achter me in de wei waar de schapen staan. Ver weg in de mist, ter hoogte van de Kardingemaar, laten scholeksters [ Haematopus ostralegus L. ] met een paar roffelende salvo’s horen dat ze al actief zijn. Het klinkt heel wakker. Op veertig meter hoogte passeren twee smienten [ Anas penelope L. ]. Nu hoor ik weer scholeksters rondvliegen. Het geluid verplaatst zich voortdurend. Ik sla de hoek om, laat Nantske vrij en kuier naar het zuiden. Ergens boven de wei links hoor ik het zacht krassen van een kraai. Een van mijn ‘ huiskraaien ’ zit in de top van een meidoornstruik, vliegt op en na even rond gevlogen te hebben, landt hij op een voor hem vertrouwde plek. Dat is het toegangshek naar de derde wei van Rozeboom. Het valt op dat deze kraaien een aantal vaste plekken kiezen, waartussen ze pendelen Ik ben dan inmiddels de rij meidoornstruiken voorbij en op het open, struikloze stuk. Regelmatig draai ik me om. ieder moment kan er uit de mist een fietser opdoemen. Maar er verschijnt niemand. De mist wordt nog dikker. Ik heb nu minder dan tien meter zicht. Pas wanneer ik op mijn keerpunt aankom, de ree van herenboerderij de Haver, wordt dat iets beter. Vanuit een van de esdoorns [ Acer pseudoplatanus L. ] vliegt t een houtduif [ Columba palumbus L. ] op. Die op een wat merkwaardige manier door de lucht beweegt. Plotseling stijgt hij, daalt dan weer. Dan opnieuw weer een meter of vier vliegt hij omhoog. Het is baltsgedrag,een manier om de aandacht op zich te vestigen van vrouwtjes. Hij verdwijnt richting erf. En dan duikt hij ineens weer op. Maar gaat zich tot mijn verrassing verstoppen. In de derde boom bij de ingang, een forse es [ Fraxinus excelsior L. ] . Ik laat hem,draai me om en ga op de terugweg. Een dicht bevolkt land Driemaal laat een kraai rechts in de mist een positieroep horen. Vliegt dan op een hoogte van vijftig meter richting het noordoosten. Een misthoorn klinkt. Even later opnieuw. De trein van Arriva van n Groningen naar Delfzijl . ‘ Bam..bam..bam… ‘ , een persluchtkanon begint te knallen. Hij moet op een perceel staan, zo te horen, achter de ligboxenstal van Harm van der Giezen. Nog een keer klinkt de misthoorn van de trein. Niet zo aar, er zijn zeker zes niet beveiligde overwegen tussen Bedum en Stedum. Dingen ervaren buiten met deze mist is nu een kwestie van dichtbij om je heen kijken. In de berm links staan een paar plukjes scherpe boterbloemen [ Ranunculus acris L. ]. Ik begin te tellen tussen het hoog opgeschoten gras. Zie op zijn minst veertig stuks per ‘ bos ‘. Nog steeds is de mist heel dik. De aalscholverbomen op de hoek van de Kardingemaar , daarvan is alleen maar de top te zien. De wereld lijkt heel klein nu . Zo klein dat ik nauwelijks de grote percelen grasland die me normaliter omringen, kan waarnemen. Onwillekeurig moet ik denken aan een bericht in het Dagblad van het Noorden van afgelopen zaterdag. Het riep nog maar eens de overbekende cijfers , die er toe doen in herinnering, wanneer je in het buitengebied rondloopt. Waar ben ik? Hoe groot is dit alles? Al dat grasland om me heen ? Wel, hou je vast . Ons land, Nederland, heeft een landoppervlak van 3,37 miljoen hectare. Meer dan de helft daarvan is in gebruik bij de landbouw, n.l. 1,82 miljoen hectare . Dat is enorm veel voor een dichtbevolkt land als dat van ons. Waar in de toekomst meer dan achttien miljoen mensen moeten wonen, maar ook nog eens willen recreëren. Geel kleuren Alleen al daarom is het onvermijdelijk dat er stevig geknabbeld gaat worden aan die landbouwgrond . Ieder jaar volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek gaat daar 7.000 hectare vanaf voor ander gebruik: natuur, woningbouw, verkeer . Toch beweert de agrarische sector dat het eigenlijk verboden zou moeten worden dat nog langer ‘boerengrond ‘uit productie zou moeten voor bijvoorbeeld natuur. Dat zou de voedselvzekerheidmaar in gevaar brengen . Voedselzekerheid voor wie, vraag ik me af. Het productieniveau van de landbouw in Nederland is er helemaal niet op ingericht om Nederland te voeden, Slechts een kleine 10% ervan blijft op een of andere manier hierachter voor consumptie. De rest wordt geëxporteerd naar België, Frankrijk en vooral Duitsland. Als het om de eigen voedselzekerheid gaat, zeker bij oorlogsdreiging, zal de agrarische sector ernstig op de schop moeten. Kijk maar eens naar het volgende voorbeeld. Door de oorlog in Oekraïne zijn nu al weken de schappen leeg in de supermarkt voor wie op zoek is naar zonnebloemolie. Maar uit cijfers van de Rijksdienst voor de Overheid 22 december 2022 blijkt dat in Nederland de opbrengst in kilo’s oliehoudende zaden per hectare alleen maar is gedaald van 2.000 naar 1.667 kilo. Dat is een enorm verschil. Stel je voor dat je die hoeveelheid zou willen opkrikken, om iets meer zelfvoorzienend te worden op dat gebied, dan zou je een veel groter areaal landbouwgrond moeten reserveren voor juist dat soort producten. Als ik nu om me heen kijk, zie ik slechts een dun streepje koolzaad aan de horizon. Terwijl twintig jaar geleden dit deel van Noord Groningen nog helemaal geel kleurde……………………………………………….. ……………………………………………………( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak ’. Nieuws