Onderdendam ( Gr. ) Dinsdag 14 Juni 2022 , 05u35 ( Zomertijd ):

“ W- wind. Windkracht 1, eigenlijk bijna windstil. Ogenschijnlijk helder, maar wel veel vederbewolking. Dunne nevelachtige strepen hangen op grote hoogte in de hemelkoepel. Soms klonteren ze samen tot een heel dun wolkendek. De zon is al een half uur op. Maar het lijkt wel of zijn vaart geremd wordt door het onduidelijk stel wolkachtige nevel boven hem. Aan de horizon hangen dan op hun beurt weer brede wolkenbanken. Sommigen ronde koppen. Dit vooral in het noorden en noordoosten. Met verbazing sta ik er op het houten bruggetje over het Boterdiep  naar te kijken. Verwonderd over het merkwaardig, gezeefd licht dat de zon door dit alles afgeeft. Onder me is het water zo glad als een spiegel. Alleen, wanneer je heel lang blijft kijken, zie je een lichte beweging. Fanatiek fluiten  koolmezen [ Parus major L. ]  in de wilgenstruik, die aan de overkant half over het water hangt. Ik vraag me af of de futen [ Podiceps cristatus L. ] die daaronder de nacht doorbrengen, daar op een of andere manier op reageren of dat ze het lawaaierige gedoe langs zich heen laten glijden. Gisteren trouwens zag ik de oudere fuut met twee kuikens van een centimeter of acht. Die luid piepend achter haar aan zwommen. Een veel kleiner kuiken, slechts vier centimeter groot , kon hen maar nauwelijks bij houden. Ben benieuwd of die het nog gaat redden. Verder weg ter hoogte van de boot die ligt aangemeerd tegenover de keet van Annemarie de Haan, zwemmen twee meerkoeten [ Fulica atra L. ] een beetje pinnig rond. Er is geen andere watervogel te zien. Toch patrouilleren ze heel driftig over de hele breedte van het kanaal. Om nog eens duidelijk te maken dat dit toch echt hun territorium is. De haan van mijn buurvrouw Marijn Sturing breekt de ochtend open door eens duchtig te kraaien. Maar krijgt in zijn ijver geen enkele haan mee in de buurt. Achter me hoog in de lucht trekt een verkeersvliegtuig verveeld een stel condensstrepen. Vanuit het noordoosten komen twee aalscholvers [ Phalacrocorax carbo L. ] laag overvliegen. In tegenstelling tot veel andere vogels, die vaak maar wat lijken te doen, maken zij de indruk precies te weten waar ze iedere dag naar toe gaan. Onderweg laten ze zich ook niet afleiden zoals dat met kauwtje [ Corvus monedula L. ]  vaak het geval is. Die zie je vliegen en dan plotseling met de hele bult ergens onverwacht neerploffen. Om vervolgens toch maar weer in verwarring op te stijgen. Nee, deze pikzwarte vogels vliegen in een rechte lijn op hun doel af. Nu waarschijnlijk naar het Reitdiep. Dan verschijnt een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ], ik hoor hem eerder . Hij scheert  over de heg die de Biermasz- weitjes  scheidt van mijn wandelpad. Op vier meter hoogte komt hij heel dichtbij langs, luid roepend. Verdwijnt dan weer achter de huizen. Tijd om te vertrekken. Met onze hond aan de lijn , ga ik naar beneden en zet de eerste stappen op mijn wandelpad.

Stoïcijns…

Een salvo van hoge, korte tonen moet wel van een andere scholekster komen. Ik tuur de omgeving af en zie een zilverwit stipje laag over de wei schieten, die André van der Schans  in gebruik heeft. Het is de wei, die grenst aan het erf van Afke Lanting. En er volgt opnieuw een reeks ‘ krijgsgehuil ‘. Dit is kennelijk de functie van dat steeds maar op een neer vliegen in een heel groot gebied dat scholeksters doen. De paartjes die in de omgeving van de Havertsetocht zitten, blijven maar iedere dag tot vervelens toe duidelijk maken dat dit hun territorium is. Ik ben nog niet eens halverwege het eerste stuk of een witte bestelwagen komt me achterop rijden. Hij rijdt niet bijzonder hard, maar we gaan toch maar snel de berm in. De auto rijdt door. Er zit iemand in met een geel hesje om. Mogelijk iemand die gaat werken bij de nieuwe hoogspanningsleiding die nu wordt doorgetrokken naar  het transformatorstation Vierverlaten in Groningen. Die leiding wordt opgehangen aan een stel massief lijkende masten van zeker vijftig meter hoog . De boerderijen daaronder krijgen ineens dwergachtige proporties. Het landschap met zijn strakke groene percelen grasland maakte al een semi-industriële indruk. Door die nieuwe  hoogspanningsleiding  wordt dat nog eens extra versterkt. De natuur lijkt hier bijna verbannen naar de bermen langs het pad. Toch leeft daar meer dan je op het eerste gezicht zou denken. Ik durf te wedden dat een ecologisch onderzoeker zeker tien, zo niet meer verschillende soorten wilde planten daar vindt in op elkaar volgende groeifasen. Zelf ben ik maar een simpele journalist die zo goed en zo kwaad als het gaat, optekent door de jaren heen wat hij daar maar aan moois ziet opkomen. Twee zwarte kraaien [ Corvus corone L. ] lijken zich gestoord te voelen door de witte auto van zojuist. Onder veel gekras schiet mijn ‘huis ‘- kraai uit de grote meidoorn [ Crataegus monogyna L. ] op de hoek. En tot mijn verrassing blijkt zijn partner daar ook zich te hebben verstopt. Er is nog iemand die zich gestoord voelt. Een blauwe reiger [ Ardea cinerea L. ]  met een spanwijdte van twee en een halve meter grauwt een paar keer keihard terwijl hij  omkeert. Hij was deze richting uit komen vliegen, maar ziet daar kennelijk vanaf. Zweeft na een paar vleugelslagen onbeweeglijk over de Havertsetocht. Wanneer je nu een eendenkuiken bent , kun je je beter snel uit de voeten maken. Je verstoppen onder de overhangende begroeiing van de sloot. De reiger verdwijnt stoïcijns zonder enige teleurstelling te tonen uit het zicht. En ik, ik  sla de hoek om en kuier richting Bedum

Toch verrast…

Een derde kraai vliegt uit een van de meidoornstruiken. Aan beide kanten van het pad is het gras in lange banen van een centimeter of veertig hoog opgestapeld. Nu de zon zo hard schijnt overdag , komt daaruit  een hooiachtige geur los. Opnieuw komt een scholekster boven de wei en het pad vliegen. Landt bij een van de stapels gras. Pikt in de grond en vliegt dan door naar het noorden. Af en toe blijf ik over mijn schouder de weg afkijken, bezorgd dat ik te laat een snelrijdende fietser opmerk. Nantske loopt nu weer los. Ik waag het er maar op. Toch word ik verrast vlak voor zessen door de Wielrenner met de Grote Gele Rugzak om . “Hallo…’, roept hij , terwijl ik de berm ter hoogte van de eerste essen- stobbe inschiet. In de verte komt vanuit tegenovergestelde richting de Onbekende Fietser 7.0. in het zicht. Hij zit niet gebogen met de handen in de beugel op zijn stuur maar ontspannen bijna rechtop zijn fiets en groet uitgebreid: ‘Goede Morgen …’.  Ik kijk hem na tot hij nog maar een stipje is. En begin dan weer om me heen te kijken. De zon is ingesloten door een dun maar omvangrijk neveldek. Nog meer dan voorheen moet  het licht dat over het land wordt uitgespreid, eerst door dunne, nevelige flarden heen dringen. Het geeft het landschap een aanzien alsof het ook niet precies weet waar het aan toe is. Alsof het op iets wacht. Ik weet niet of het door dat twee maal gezeefde licht komt dat een jonge haas zich onwillekeurig nog dichter tegen de grond drukt aan de zijkant van de grote wei rechts. Onbeweeglijk zit hij daar een meter van de veilige slootkant vandaan Het is de sloot die rechts van de ree naar boerderij de Haver loopt. Ik ben op mijn keerpunt aangekomen, roep onze hond bij me. We draaien om en gaan op de terugweg.

Openluchtfabriek …

Er gebeurt weinig of niets het grootste deel van het lange stuk terug. Hoewel Nantske vrij rondloopt, sjokt zij een beetje besluitloos rond.  Een kraai vliegt op uit de meidoornstruiken als we voorbijkomen en voegt zich bij zijn partner die aan het foerageren is vlak langs de hopen gras in de wei rechts. Er hebben zich al bessen gevormd in de meidoorns, zie ik. Onwillekeurig moet ik aan de herfst denken. Dieren niet. Heel ontspannen oogt een scholekster die ook langs een de grasrijen  loopt en af en toe zijn snavel in de grond steekt. Op zoek naar bodemdieren. Waren die vogels er niet , dan zou je dit hier zonder een spoor van gêne een groen industriegebied noemen waar maar een soort planten heel zorgvuldig wordt groot gebracht. En alle anderen als bedreigend voor het welzijn van dat voortreffelijke Engels raaigras [ Lollium perenne L. ]  wordt gezien. Om eenmaal geoogst en ingekuild in de magen van koeien tot eiwit en vet en lactose te worden getransformeerd. Wat is lactose ? ‘ Lactose is een suiker en behoort tot de koolhydraten ‘, lees ik op de site van : www.diabetesfonds.nl , ‘ Naast suiker behoren ook vezels en zetmeel tot de koolhydraten. Koolhydraten komen na vertering voornamelijk als glucose in je bloed terecht. Glucose is brandstof voor je lichaam..’. Ineens moet ik denken aan dat kleine jongetje dat ik was een paar jaar na de Tweede Wereldoorlog, dat omdat het aan Engelse ziekte leed , met zijn magere knietjes iedere dag twee glazen melk moest drinken met de dikke brokken room er nog op. Nu ben ik aardig op weg naar mijn tachtigste jaar. Hoeveel glazen melk heb ik in al die jaren wel niet gedronken? Bijna zestig duizend. Wel langzamerhand met steeds minder room. Zeg dat er vier glazen melk in een liter gaan , dan is dat vijftienduizend liter. En dat wordt in dit lijf van mij  dan omgezet in van alles en nog wat. Ze zeggen vaak dat het intensieve boeren niets meer of minder is dan het managen van een openluchtfabriek, maar eigenlijk ben ik zelf ook een soort openluchtfabriek op twee benen. Of is dat nou een beetje te kort door de bocht? ……………………………………( wordt vervolgd )

Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al de zevende jaargang van de ‘De winkelhaak.

 

 

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !