15 augustus 2022 Onderdendam ( Gr. ) Maandag 15 Augustus 2022, 05u15 ( Zomertijd ): “ OZO –wind. Windkracht 2. Dat laatste gaf mijn weersite aan, maar in de werkelijkheid is er nauwelijks een zuchtje wind. Bewolkt. Het is nog schemerduister. Een normaal mens zou dit waarschijnlijk na- nacht noemen. Heel duidelijk is al wel te zien dat er dikke wolkenpartijen zijn in het noorden en noordoosten. En vanuit het westen komt een alles overheersend wolkendek aan. De straatlantaarns zijn nog aan. Het licht ervan wordt weerspiegeld in de vorm van een stilstaand ovaaltje op het oppervlak van het water. Met onze hond Nantske sta ik wat verbaasd om me heen te kijken vanaf het hoogholtje, het houten bruggetje over het Boterdiep. Het is nog echt stevig donker. Je kunt het rode licht van de spoorbrug van Bedum van hieruit goed zien. Het is doodstil. Geen auto’s of klusjesbusjes op de weg. Het forenzenverkeer is nog niet echt op gang. Maar het vreemde is, je hoort ook geen enkele vogel nu fluiten. Heel raar, die afwachtende atmosfeer. Voor het eerst sinds lange tijd zijn de rode toplichten van het windmolenpark bij Farmsum van hieruit weer te zien. Die bij de Eemshaven niet. Daar zitten de bomen rond de boerderij van Sieb- Klaas Iwema voor. Ik hoor gekletter op de valse til bij de ingang van het dorp. Toch een klusbus.? Maar wel een bekende. De bus met aanhangwagen van de zoon van Dick Tempel. Die rijdt naar de ouderlijke boerderij aan de Stitswerderweg om de werkagenda voor deze week door te nemen en af te stemmen op die van zijn vader en de andere medewerkers. Zij zijn al jaren bijvoorbeeld ingehuurd door zuivelfabriek Friesland Campina om het groen rondom het fabrieksterrein in Bedum- Noord te onderhouden. Ik ga de zestien treden van het bruggetje af met Nantske. En voor het eerst moet ik hardop de treden tellen omdat het nog zo duister is en je ze niet goed kan zien. Het zijn er zestien. Eenmaal beneden toch weer onder de indruk van het silhouet van de zes jaar oude es [ Fraxinus excelsior L. ] in de berm van het schelpenpad. Zoals zich dat haarscherp aftekent tegen een lucht met wolken, petrol- blauw. Al een smalle streep ochtendgloren Tegen de kleur van lood aan. Op de grond is alles diepzwart. Ik moet goed zien waar ik mijn voeten zet. Even later zet ik de eerste stappen op mijn wandelpad en laat de hond los. Die zoekt meteen een berm om te plassen. En ‘mails ‘ van andere honden te lezen. Dat wil zeggen hun geurvlaggen. Bijna verlegen… ‘Njoem..njoem…’ , Muggen hebben mij ontdekt als prooi . Zij spotten met hun voelsprieten mij als een object dat uitzonderlijk warm is. En blijven meevliegen het hele eerste stuk van het pad. Ik sla de hoek om en kuier richting het zuiden. Begin eens wat beter om me heen te kijken. Nog net is een topje van de maan te zien voordat deze wordt opgeslokt door het wolkendek. Links daarboven weet de planeet Jupiter zich tussen die wolken goed te handhaven. Het is nog steeds heel stil. In de verte in het zuidwesten hoogstens wat gerucht van de draaiende schoepen van de waterzuivering. Maar verder geen enkel geluid. Jawel, toch even…In de buurt van de Kardingemaar snatert heel ingehouden, bijna verlegen, een wilde eend [ Anas platyrhynchos L. ]. Dan voel ik toch nog een zuchtje wind mijn wangen aaien. Voorbij de rij meidoornstruiken ben ik dan op het open struikloze stuk.. En heel anders dan ik het me had voorgesteld, in de weien links en rechts is nergens ook maar een dier te bekennen. Kraai noch haas. Geen schim. Wel keihard lamplicht uit meerdere schijnwerpers ver weg in een wei vlakbij Onderwierum. Het ziet eruit alsof er mest wordt uitgereden. Maar de wind staat niet goed daarvoor. De geur ervan kan deze kant niet opkomen. Ik ben inmiddels al bij mijn keerpunt aangekomen. Draai me om, roep Nantske en ga op de terugweg. Voetstappen op het beton.. Het uitzicht richting het oosten is nu heel anders. Het aarzelend geel met de rode streep van de naderende dageraad is veranderd in een waar kleurenfestijn. Ik tel zeker zes variaties op de kleur paars. De horizontale streep toont de felste kleur. Die neigt meer naar rood nu. Daaromheen een brede band stemmig blauwpaars. Daarboven een soort riviermonding van zacht paarsgeel. Omringd door een wal van paarsig blauw maar in kleurstelling dan weer wat poezeliger dan de wolkenbank die tegen de horizon aanligt. Daarboven diverse sluierwolken in dezelfde tint tegen een achtergrond van heel licht blauwig paars, dat hoe hoger je komt, intenser van kleur wordt. Tenslotte uitloopt in heel donker paarsblauw. Het is in een woord schitterend. Nog steeds is het zo stil dat ik mijn eigen voetstappen op het beton hoor. Ook de windrichting is veranderd. Die blaast nu vanuit het zuidoosten. Vijf minuten later verandert in het oosten de hemel opnieuw van kleur. Het rood tegen de kim aan wordt nu feller en het paars daarboven is totaal verdwenen en veranderd in geeloranje. Ik hoor achter me de eerste auto’s verschijnen op de provinciale weg. Ik ben dan al de hoek om en loop op het laatste stuk. Vanuit het dorp komt een Led- lamp deze kant op . Zo vroeg verwacht ik de Vrolijke Fietser toch niet. Maar het is een voor mij nieuwe passant, de Onbekende Fietser 9.0., een man met een zwarte baard en een vriendelijke glimlach. Blauw jack aan met witte biezen en zwarte broek. Knikt in het voorbijgaan. Een vroege dertiger, schat ik. De E- bike verdwijnt snel. Het achterlicht kijk ik nog even na. Ik weet ook niet waarom. Een meerkoet [ Fulica atra L. ] keft vanuit de Noordersloot. En brengt me weer bij de tijd. Tropische temperaturen Maar, eerlijk gezegd , ben ik er niet helemaal meer bij met mijn gedachten. Zit me onwillekeurig al voor te bereiden op weer een dag die belooft heel heet te worden. Ik merk dat ik het uiterste moet doen om mijn werklust bij dit soort temperatuur op een aanvaardbaar niveau te houden. De mens is waarschijnlijk het enige zoogdier op twee benen dat bij tropische temperaturen zich niet wil aanpassen. Andere dieren gaan dan in de ruststand. Maar nee, wij niet hoor . Wij gaan bij boven de dertig graden gewoon lekker buiten fietsen. Hoe stom kan je zijn……………………………..( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws