25 november 2022 Onderdendam ( Gr. ) Vrijdag 25 November 2022 , 06u55 ( Wintertijd ): “ ZW- wind. Windkracht 3. Dat geeft mijn weersite aan, maar het waait veel minder hard. Integendeel , de wind streelt slechts heel verlegen mijn wangen. Nog geen seconde geleden ben ik op het hoogholtje gearriveerd met onze hond Nantske. Ik heb me opnieuw verslapen. Het is weliswaar pikdonker maar ik heb het gevoel dat het niet lang meer duurt voordat het eerste licht zich laat zien. Het verkeer is al druk op gang. In de verte zie ik de bus van 7u01 naar Groningen over de Middelstumerweg aankomen. Hier en daar is op de Bedumerweg al licht in de huizen van mijn buren aan. Op het water beneden weer die lange,slordige vegen van licht. Zoals altijd weerkaatsing van de straatlantaarns. Ik krijg om een of andere reden plotseling haast. Ga snel naar beneden de zestien treden af. Struikel over de twee laatste en ontspan pas een beetje , zodra ik op het schelpenpad loop. Nantske gaat op zoek naar mailberichten van andere honden. Gaat ergens in de berm staan lezen en loopt met de neus naar beneden op haar gemak verder. Het is donker op mijn wandelpad. Ik zie niemand aankomen. Alle tijd om haar in alle rust van de lijn te laten. Zet dan zelf de eerste stappen op het beton. Heradem… Onverwacht oversteken Het is lichter dan ik dacht. Ik kan de bermen zien lopen en meer dan dertig meter voor me uitkijken. Het licht dat op het pad valt, komt van de weerschijn boven Bedum. In het noordoosten straalt weer die geheimzinnig, groene lamp op het erf van de kippenboerderij aan de Stitswerderweg. Snap nog steeds de betekenis ervan niet. Kan nu een stuk verder kijken dan gisteren. Naar een auto bijvoorbeeld die drie kilometer verder over de Fraamweg rijdt ter hoogte van de boerderij van Wouda. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden. Roep wel even tegen Nantske dat ze voor me uit moet gaan lopen. Ze was achter me in de wei van Voormaig Jarco Rozeboom op woelmuizen aan het jagen. Die is bezaaid met muizenholletjes. Aanvankelijk drie per vierkante meter, maar gisteren zag ik er al een stuk of vijf. Vanaf de twee provinciale wegen in de buurt komt een hoop gedruis deze kant op. Natte banden op het asfalt. Voor me zie ik twee koplampen. Ik denk dat de auto niet echt deze kant opkomt. Dat hij voor de boerderij van van der Giezen bestemd is. Dat blijkt te kloppen. Het is een melktankauto die op het erf tot stilstand komt. Druk is het ook aan de andere kant. Er staat een vrachtwagen op de Stitswerderweg te wachten voor de inrit van de kippenboerderij van Kees de Rooij. En na een paar minuten melden zich opnieuw twee gele koplampen op mijn pad. Ze worden groter. Ik roep Nantske in de berm te gaan staan en ren naar haar toe om te zorgen dat ze niet onverwacht oversteekt. De auto komt dichterbij. Dempt niet zijn lichten waardoor we verblind worden . En passeert. Sluipverkeer, verdomme weer. Het blijft een pestilentie hier op het pad. Zelfs zo vroeg in de morgen. Terwijl ik daarover blijf mopperen, merk ik nauwelijks dat het is gaan motregenen. En die hele lichte regen blijft maar doorvallen, terwijl ik op mijn keerpunt arriveer, de ree van herenboerderij de Haver. Nantske was net achter me gebleven. Ze scharrelt daar wat rond en gaat dan een meter voor me lopen. Gevangen door boerenhand Licht kruipt nu op kousenvoeten het landschap in. Aanvankelijk merk ik absoluut niet dat er iets in het duister verandert. Door het compacte wolkendek lijkt het ochtendlicht geen enkele kans te maken om ook maar ergens een scheur of gat te vinden. Maar toch verandert iedere minuut de kleur van de omgeving. Van diepzwart naar antraciet, vandaar naar muisgrijs. Het bepaalt voor een belangrijk deel de charme van het vroege opstaan voor mij. En is de reden waarom ik iedere ochtend altijd direct naar buiten wil. Om te ervaren hoe uit het donker bomen en struiken tevoorschijn springen. Tot leven komen, echte personages worden. Die, zodra het gaat schemeren, steeds meer van binnenuit contrast krijgen. Diepzwarte schaduwen tussen de takken laten zich maar heel moeilijk verjagen. Daar zouden immers nog vogels kunnen zitten slapen. Overdag staan de struiken er heel gewoontjes bij. Zouden zo uit een tuincentrum kunnen komen. Maar nu lijken ze ons er aan te herinneren dat dit ooit lang geleden moerasland was met een open verbinding naar de zee. Je kunt je afvragen hoe de bodem die ooit contact met de wisseling van het tij had, zich nu voelt. Gevangen door boerenhand. Doorsneden met een paar armoedige sloten. Gisteren had ik nog een boer op bezoek die zei dat je goed kunt zien waar land op het punt staat van eigenaar te veranderen. Dan zie je op een hoek van het perceel een grote berg aarde klaar liggen. Zodra de koop is gesloten, worden de sloten dicht gegooid en het land geëgaliseerd. Er lijkt totaal geen respect voor de landschappelijke waarde van sloten te zijn, beaamde hij. Meer dan driehonderd PK Te vaak krijgen we de volgende elkaar opvolgende reeks van gebeurtenissen te zien. Een sloot wordt dichtgegooid. De handhaver , gemeente , provincie of waterschap reageert te laat en in arren moede wordt dan de nieuwe situatie gelegitimeerd. Het komt allemaal door het feit dat het buitengebied van Noord Groningen tegenwoordig een van mensen ontdane plek is waar men alleen nog komt wanneer er grootschalig geploegd, geëgd, gezaaid, gespoten en geoogst moet worden. Daar tussendoor lijkt het nauwelijks bij sommige boeren te leven. Mensen luisteren niet meer naar de stem van het land . Kunnen dat ook niet door het daverend lawaai van die enorme machines. Misschien ligt de oorzaak van de doofheid van boeren voor de klachten van natuurliefhebbers wel in het feit dat ze echt fysiek doof zijn. Veroorzaakt door het gebrul van hun Fendt- trekkers van meer dan driehonderd PK. Dat was je niet overkomen als je nog liep te ploegen achter de kont van een span Belgische trekpaarden. En nog de vogels kon horen fluiten buiten op je land………………………………………( wordt vervolgd Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners, 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws