December, de maand van het OZB-gevoel 17 december 2022 December, de maand van bezinning op de zorgelijke toekomst: zorgpremie, waterschap, waterbedrijf, verzekering, gas en licht….. En ineens bemerk ik een gevoel van onbehagen, het OZB-gevoel, wat kost me die Onroerende Zaak Belasting eigenlijk? Ik vraag het de overbuurvrouw. “Ik zou het niet weten,” zegt ze wat besmuikt. Een vrouw die ook de hond uitlaat: “Sorry, ik betaal die rekening gewoon, geen idee hoeveel het is.” In Winsum vraag ik het een man. “Dat weet ik zo niet maar het wordt wel altijd méér.” In de supermarkt krijg ik dezelfde reacties. “Hoeveel weet ik niet, maar ik protesteer elk jaar,” zegt een man met haast. Waar onbekendheid heerst, brengt onderzoek naar de cijfertjes helderheid. En zo beland ik bij de afdeling financiën en belastingen in het voormalig gemeentehuis van Bedum bij Pascal Koolhof en Rita Smedinga. Eerst de keiharde cijfers. In 2019 – nieuwe gemeente – was het OZB-tarief 0,1776 procent van de WOZ-waarde van een woning, het steeg het jaar erop en sindsdien daalde het tarief. Voor 2023 is het 0,1514 procent. Pascal: “Waar het om gaat is de fiscale waarde van een woning, oftewel de WOZ-waarde. De WOZ-waarde bepaalt namelijk samen met het tarief hoeveel iemand aan OZB betaalt.” Even terug naar 1994. Tot dan konden huiseigenaren voor de belastingen zelf de waarde van hun huis opgeven. Met de Wet Waardering Onroerende Zaken – de Wet WOZ – is er een landelijk systeem gekomen waarmee de fiscale waarde van een woning wordt berekend. “Je kunt als gemeente niet zomaar wat doen, de gegevens die wij verwerken worden ieder jaar gecontroleerd door de Waarderingskamer. De WOZ-waarde wordt ook gebruikt door de Belastingdienst voor het eigen woningforfait, door het waterschap en is van belang bij erfenissen.” Rita snijdt de kwestie van de huizenprijzen aan: “De verkoopwaarden van huizen wegen mee in de WOZ-waarde. Als de huizenprijzen omhoog gieren, heeft dat direct gevolgen voor de hoogte van WOZ-waarden.” Pascal benadrukt: “Als mensen straks in februari de aanslag krijgen, is die gebaseerd op het waardepeil van de woning op 1 januari 2022.” Eens rekenen. De trotse eigenaar van een mooi hutje met een WOZ-waarde van 200 duizend euro met een OZB-tarief van 0,1719 betaalde afgelopen februari 343,80 euro aan OZB. Laat de WOZ-waarde met 20 procent gestegen zijn naar 240 duizend, dan krijgt-ie straks een aanslag van 0,1514 procent wat neerkomt op 363,36 euro. Een verhoging van twee tientjes op een jaar. Wij allen – de 22.705 huiseigenaren, sociale en particuliere verhuurders – zijn goed voor 7,8 miljoen aan OZB-opbrengst. Volgend jaar is dat 8,3 miljoen op een gemeentebegroting van 177 miljoen. Rita: ”De opbrengst gaat met 4,9 procent omhoog. Dat is de door de regering toegestane inflatiecorrectie. Dit bedenken we niet zelf, de gemeenteraad stelt uiteindelijk de tarieven vast.” De WOZ-waarde stijgt, maar het percentage voor de OZB is uiteindelijk fors verlaagd. Je zou de conclusie kunnen trekken: staar je niet blind op de WOZ-waarde, maar kijk ook naar de ontwikkeling van het OZB-tarief. Dit bepaalt uiteindelijk wat je onder aan de streep aan de gemeente betaalt. Is het véél? De OZB maakt deel uit van het geheel van ‘de lokale lastendruk’, een mooie term voor de optelsom van OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor 2022 is die voor Stad Groningen, Westerwolde en Westerkwartier gemiddeld méér dan 1000 euro per jaar. Pekela, Midden-Groningen, Oldambt en Veendam zijn ook duurder dan Het Hogeland waar een gezin gemiddeld 919 in 2022 per jaar aan deze lasten kwijt is. Alleen Eemsdelta en Stadskanaal zijn goedkoper. Zo, nou even overbuurvrouw uitleggen hoe dat met dat OZB-gevoel zit. Dat is nu een makkie. Berto Merx Nieuws