20 december 2022 Onderdendam ( Gr. ) Dinsdag 20 December 2022, 06u10 ( Wintertijd ) “ Z- wind. Windkracht 4. Zwaar bewolkt. Wel is hier en daar en aan de randen, waar de horizon begint, de lucht vrij van wolken. Het bewijs hiervoor wordt geleverd doordat alle toplichten van de windmolenparken in het oosten goed zichtbaar zijn. Het heeft geregend maar nu is het droog. Niettemin , wanneer ik met onze hond Nantske het hoogholtje opklim, heb ik vele lagen kleren aan en een regenpak daarover. Kan duidelijk nog niet goed wennen aan de Grote Sprong Voorwaarts die de temperatuur vannacht heeft genomen. Het voelt echt warm aan met elf graden. Wel waait het stevig. Ik sta nog geen twee tellen op de brug of een windvlaag heeft het vaste voormenen om mij van de brug af te kinkelen, het donkere water in. Moet me echt schrap zetten. Maar aan de leuning vastgrijpen hoeft nog niet. Ik sta daar een beetje op en neer te zwiepen als het eerste beste reclamebord in een winkelgebied. Het is pikdonker. Wel aardig wat weerschijn boven Middelstum. De wind tovert lange schitterende vegen op het wateroppervlak. Druk verkeer. Dinsdagochtend is het topdrukte hier op de provinciale wegen, die op een kruispunt midden in het dorp bij elkaar komen. Met enig leedwezen denk ik aan hoe de atmosfeer in het dorp in de 19e eeuw moet zijn geweest. Binnenvaartschepen lagen midden in het dorp aangemeerd. Het moet op de Uiterdijk vreselijk druk zijn geweest met mensen die al heel vroeg turf uitladen uit de turfschepen. Allerlei goederen werden hier overgeslagen. Uit belastingarchieven weet ik dat er op die Uiterdijk en omgeving meer dan zestig plekken waren waar aan huis in stille kniepen jenever werd geschonken. Er werd hard gewerkt waarbij de sterke drank zorgde dat men warm bleef. Rond deze tijd moet het daar nu al zeer druk zijn geweest : een krioelende mensenmenigte. Nu is het op de Uiterdijk praktisch uitgestorven. Het is nog te vroeg voor fietsende scholieren die naar de middelbaar onderwijs in Winsum gaan. En op de Bedumerweg zitten mensen, merendeel mannen opgesloten in de cockpit van hun automobiel. We leven tegenwoordig op een platteland waar nauwelijks een mens zich buiten vertoont. Alleen overdag zie je wat gepensioneerden rond scharrelen op straat. Weer een windvlaag. Ik vind het wel genoeg. Ga met Nantske aan de lijn naar beneden. De zestien treden ga ik behoedzaam af. Maar het is nu niet moeilijk. Binnen een minuut ben ik op mijn wandelpad. Zet de eerste stappen op het beton. Nantske rent opgetogen de duisternis in. Boterkoekjes Er is veel weerschijn vanuit Bedum valt op. Toch vertaalt zich dat niet meteen als zicht op het pad. Ik kan een meter of veertig voor me uitkijken. Lopen is in tegenstelling tot vorige week geen enkel probleem meer. Ik heb tegenwoordig in plaats van boerenlaarzen halfhoge schoenen aan. Die geven iets meer grip. Normaliter ben ik een kuieraar, geen wandelaar. Het is nu zo warm, dat ik me niet echt warm meer hoef te lopen. Kan dus wat meer om me heen kijken. Een auto of motor rijdt op de Fraamweg richting Boerdam, het industriewijkje van Middelstum. Daar staat o.a. de koekjesfabriek Vast Bakeries. B.V. De laatste tijd is de zoete lucht van boterkoekjes niet vaak meer te ruiken. Jammer vind ik , zouden ze betere luchtkappen hebben? Ik hou wel van een industrieel luchtje. Zelf kom ik uit een van de meest stinkende dorpen van Noord Brabant. In mijn jeugd waren daar een en zestig leerlooierijen . Voor de productie van zool- en overleer. Het ontvlezen van de koeienvellen, die eerder in de gebluste kalk hadden gelegen in grote bassins in de open lucht zorgde voor een immense stank. Gebluste kalk of calciumhydroxide CA (OH ) 2 is een base dat vlees- en huidresten afbreekt. Maar er blijft altijd wel wat aan de koeienhuid hangen. Met een groot scherp mes met twee handvaten wordt die huid schoon geschraapt op een bok waarover de vlezer half gebogen staat. Daarna wordt het leer gelooid in gigantisch rondraaiende houten trommels. Dat ‘vlezen ‘zoals dat werd genoemd is een van de smerigste werkzaamheden die ik ken. En het stinkt enorm naar ontbindend vlees op de vlezerij. In ons dorp hing de lucht vermengd met rook van de steenkoolovens van de stoommachines, die nog in een aantal fabrieken stonden. En die lucht op haar beurt vermengde zich met de reuk van looistoffen. Raar, ik heb het uiteindelijke mengsel altijd een heerlijk vertrouwde geur gevonden. Het gaf aan hoe vitaal en arbeidzaam het dorp was. Nu is er nog maar een , zij het grote leerfabriek over. Ik vind er niks meer aan . Overigens al jaren niet meer in mijn geboortedorp geweest waar nog een verre achterneef woont. En dat enorm uitgebreid is . Alle speelplekken van vroeger zijn woonwijken met tweekappers geworden. Eigenlijk begint hier al het overloop gebied van de Randstad. Als eenzame getuigen van de vroegere leerindustrie staan nog een paar schoorsteenpijpen overeind. Het ziet er dom uit tussen de nieuwbouw uit de negentiger jaren. Twee oranje lichten Ik kom bij de hoek en sla rechtsaf richting de Bedumerwijk ter Laan. Heb een opgewekt gevoel over me . De wind buldert in mijn oren. Kan me niks schelen. Lijkt wel of ik bevrijd ben, nu ik weer gewoon kan lopen en niet meer hoef te schuifelen uit angst dat ik uit kan glijden. Al snel ben ik op het struikloze stuk. Bedenk dat je ook hier meidoorns kunt planten. Zodat vogels en insecten daar kunnen schuilen. En nageslacht in de bosschages kunnen voortbrengen. Misschien toch ook wat esdoorns. Nu staan er esdoorns [ Acer pseudoplatanus L. ] bij de ingang van de ree naar boerderij de Haver. Als ik daar aankom, op mijn keerpunt, blijkt dat Nantske een meter of vijftien achter is gebleven. Ze rolt zich nu demonstratief om en om in de berm. Als ik eenmaal ben omgekeerd en een meter of dertig van mijn keerpunt ben, verschijnt een lichtpuntje in het zuiden. Het duurt zeker een minuut of zeven voordat dat lichtje een stukje groter is geworden . En boven de fietslamp zijn nog twee oranje lichten te zien. ‘Goede morgen..goede morgen ..!!’, roep ik hard omdat de fietser rechts op ons af komt rijden maar op het laatste moment uitwijkt. Een vrouwenstem antwoordt besmuikt. Het klinkt benauwd en verlegen tegelijkertijd. Niet veel later, ik ben dan al voorbij de rij meidoorns, boren twee goudgele koplampen door de duisternis. Snel worden die groter. Nantske is al ver weg voor me uit , loopt al bijna bij de hoek. Die is niet meer in te halen. In arren moede stel ik me maar op in de berm. De donkere, hybride auto remt, gaat heel langzaam rijden en passeert voorzichtig . Doet dat ook wanneer hij langs onze hond rijdt. Die blaft het kolossalee na. Maar gaat niet zoals vroeger achter het bakbeest aan. Ze wordt morgen twaalf. Dat betekent in mensentermen vier en tachtig. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Suriname en Groningen ? Al die tijd terug heb ik de wind in de rug gehad. Nu staat hij van opzij. Maar het kan me niet zoveel schelen. Ben met mijn gedachten heel ergens anders. Gisteren regende het excuses voor de slaaf gemaakten in Suriname en op de Antillen in de speech van Mark Rutte . Maar om nou te zeggen dat het hier in Noord Groningen leeft, Mwaaaaooooh. Kijk maar eens hoeveel echte Zwarte Pieten er nog rond liepen bij de Sinterklaasoptochten eind november. Men heeft niet echt het gevoel dat er een historisch relatie is tussen Groningen en de plantages in Suriname en de Antillen. Toch is die er wel degelijk geweest. Lees maar eens het volgende verhaal via de link: Chrome-extension://efaidnbmnnnibpcajpcglclefindmkaj/https://www.verenigingstadenlande.nl/wp-content/uploads/2020/08/hjg2019-Groninger-betrokkenheid-bij-het-slavernijverleden.pdf Honds brutale blik Dr. Barbara Henkes van de Rijksuniversiteit Groningen [ RUG ] legt in een 45 pagina’s lang artikel getiteld Groninger betrokkenheid bij het slavernijverleden met veel gevoel voor detail in het Historisch Jaarboek Groningen 2019 uit hoe innig de daden van Groningse jonkers en kooplieden verweven waren met de uitbuiting van slaaf gemaakten in de plantages van Suriname en op de Antillen. Door middel van de Kamer Stad en Lande waren ze nauw betrokken bij de handel van de West Indische Compagnie [ WIC ]. Niet alleen In de 17e en 18e eeuw , eigenlijk tot aan de afschaffing van de slavernij in 1863. Deze vermogende Groningers investeerden op enig moment 836.975 gulden, volgens huidige normen ongeveer tien miljoen euro, in schepen, voedsel, wapens , soldaten en koopwaar, d.w.z. slaaf gemaakten uit Ghana. Groningse families als de familie Feith en van Sandwick bezaten plantages in Suriname. De weelde in Groningse stadshuizen en in borgen op het platteland is deels verworven met vermogen gerealiseerd uit deze zeer lucratieve handel. Nauwkeurig wordt ook in kaart gebracht waar en hoe deze historische sporen tegenwoordig nog zichtbaar zijn. Gegevens uit het artikel zijn gebaseerd op een jarenlang durend historisch onderzoeksproject Sporen van het slavernijverleden in Groningen uit 2016 onder leiding van de universitaire medewerkers Barbara Henkes en Margriet Fokkens en mede uitgevoerd door vijf studenten geschiedenis. Saillant is bijvoorbeeld de vermelding een schilderij in het Groninger Museum waarop Elisabeth Schaij trots poseert, dochter van Cornelis Schaij [1656 – 1732 ] gemaakt door Herman Collenius, uit 1710 met haar zwarte bediende. Elisabeth nog een jong wichtje in haar beste goed, een puber zou je nu zeggen, pakt iets van een zilveren schaal die wordt aangereikt door een donkere jongeman in de schaduw. Je ziet alleen het wit van zijn ogen. Wanneer het tot je doordringt waar je naar kijkt ga je bijna overgeven. Althans dit overkwam mij. De zelfbewuste, in feite honds brutale blik van die rijkeluispuber zal ik niet licht vergeten. Plattelandscultuur En dan herinner ik me weer de zwartgemaakte gezichten van de Zwarte Pieten in de Groninger dorpen deze novembermaand nog . Vaak wordt beweerd dat dit nu eenmaal bij de traditionele plattelandscultuur hoort. ‘Dat de Stad / c.q. de Randstad ‘o n s ‘niet hoeft voor te schrijven hoe wij hier het Sinterklaasfeest vieren ‘ Met als dieptepunt indertijd de blokkade van activisten van Kick Out Zwarte Piet [ KOZP ] door 34 Blokkeer- Friezen in 2018 op de A7. Terecht zijn ze tot zelfs uiteindelijk door de Hoge Raad veroordeeld. Sorry, het is gewoon dom geklets. Friesland is juist de provincie die sinds mensenheugenis altijd verbonden is geweest met het internationale handelssysteem. En dito culturele invloeden heeft ondergaan. Die plattelandscultuur blijkt gezien het verhaal hierboven uiterst merkwaardige wortels te hebben. Hetzelfde onderzoek dat, in Groningen werd gedaan, liep parallel met een in Fryslân. De hele argumentatie waarop de traditie van Zwarte Piet is gebaseerd, is dus een verdacht bedenksel. Niet meer dan een doekje voor het bloeden. En dan druk ik me nog maar zwak uit……………………( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners, 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws