30 maart 202330 maart 2023 Onze columnist Kees Willemen moest door nare omstandigheden De Winkelhaak stoppen. Wij maakten ons geen zorgen: Willemen kennende, die man kan niet zonder te pennen, een pen om te tekenen en een pen om te schrijven (later een toetsenbord). En zo heeft hij weer een nieuwe blog en/of column ontwikkeld met de naam De Wakkerman. Vandaag ter kennismaking de eerste aflevering. Volgende week in de Goede Week tweemaal en na de Pasen op woensdag, donderdag en vrijdag zoals gewoonlijk, weer De Wakkerman. – Redactie De Wakkerman 1e Jaargang Blog + Cartoon (001) Overvallen worden door niet voorziene gebeurtenissen. Hebben ‘we ‘met zijn allen soms collectief zitten slapen? Hoe vaak lees je deze plichtmatige zinsneden niet. Een goed voorbeeld ben ik zelf. Lang gedacht dat het allemaal wel meeviel. Ik kon nog bergen verzetten. En dat stomme lijf van me heeft nu eenmaal altijd wat te miepen. Tot op een dag, de motor, dat innig geliefde hart van me, begon te stotteren en toen besloot vanaf dat moment een heel stuk langzamer te gaan kloppen. Bij wijze van protest, vermoed ik. Het lijf praat niet terug en laat zich nu eenmaal nooit echt doorgronden. Gevolg, het aantal meters dat ik nog kan maken per dag is op een tiental handen te tellen. Ben ik de enige domoor in dit gave land? Welnee, ik kom ze met bosjes tegen. Daarover gaat driemaal in de week De Wakkerman. Maar deze week de eerste aflevering ter kennismaking. Minder woorden maar hopelijk nog wat jaartjes langer te lezen; tenzij Onze Lieve Heer of het Blinde Lot anders beschikt. Het is maar waar je in verkiest te geloven…. Het geluid 07u00: “Trrrpppp-Trrrrrpppp…”. De winterkoninkjes moeten ergens achter in onze tuin zitten. Het geluid komt van links uit de heg. Als mijn ogen beter waren, zou ik kleine bewegingen tussen de kale takken kunnen zien. Ze roffelen, nee, dat is niet het goede woord. Ze trilroepen, dat woord komt meer in de richting. Wanneer men probeert vogels te noemen naar het geluid dat ze maken, spreek je met een uit het Oude Grieks afkomstige term van een onomatopee. Dat is dus bij deze kwieke vogeltjes van nog geen negen en halve centimeter groot, hier niet het geval. Hoewel, Engelsen doen een aardige poging in de goede richting met het mooie Wren. Veel zwaarder klinkt het in het Duits, Zaunkönig. De hele ritselende kwiekheid daar in de heg, gaat met zo’n plompe benaming totaal verloren. En bij de Fransen lijkt meer een pedant jongetje aan het werk die net voldoende van taxonomie weet om het kruip-door-sluip-door-wezentje vast te pinnen op Troglodyte mignon. De soortnaam is immers Troglodytes troglodytes L. Maar dat mignon op het einde geeft er toch iets lichtvoetigs aan. Het betekent immers lieftallig of nog beter schattig En dat is in het lompe Nederlands nog maar een wrakke vertaling. De Franse taal, hoe jammer toch. Als examentaal wordt hij steeds minder gekozen in het voorbereidend hoger onderwijs. De 17-jarige, zich wanende kosmopoliet, die backpackt naar Nieuw-Zeeland, net de puistenkop voorbij, vindt een café crème in het Frans in Parijs bestellen veel te moeilijk. En vliegt liever met Singapore Airlines voor een latte naar het andere eind van de wereld. Nee, echte mooie onomatopeeën zijn er niet in het Nederlands. Kom nu asjeblieft niet aan met de grutto. Zo voor de hand liggend. Neem nu de koekoek. Wie ooit die vogel heeft gehoord weet dat hij heel anders klinkt dan het stotterende snee peperkoek dat in het Nederlands van de soortnaam Cuculus canorus L. wordt gemaakt. Allereerst heb je vooral een immense ruimte nodig om in te resoneren, als je de vogel imiteren wilt. En heb je dat voor elkaar, probeer dan maar eens dat veel hogere, soms fluisterende, dan weer verlegen geluid na te doen: “ Koe- koek …koe- koek “. Soms klinkt het zelfs olijk…Zelfs een beetje verleidelijk. Een melktankauto rijdt voorbij. Horen kun je zelfs of hij vol op weg is naar het zuivelcomplex van Friesland Campina in Bedum of leeg daar vandaan rijdt. En zo is het platteland vanmorgen barstensvol geluiden. Ik doe zelfs geen poging meer om te tellen. Denken dat jij de enige in Nederland bent die he t geluid van het platteland vertegenwoordigt, getuigt dan ook van tomeloze zelfoverschatting, of erger nog van een schrijnend gebrek aan zelfkennis……(wordt vervolgd) Kees Willemen (1943) journalist en (politiek) tekenaar woont al bijna dertig jaar op het Gronings platteland. Dat opgeteld bij de twintig jaar in het Brabants dorp waar hij opgroeide, zou je hem met enige overdrijving een plattelandsveteraan kunnen noemen. Driemaal per week bericht hij wat hij meemaakt in de zeer vroege ochtend. Zomer en winter bij storm en regen, krakende vorst en blakerende zon. Nieuws