Iets meer stikstof en minder fosfaat in mest 15 februari 2021 DEN HAAG – De uitscheiding van stikstof in dierlijke mest is in 2020 vergeleken met een jaar eerder licht toegenomen met krap 1,0 procent tot 494 miljoen kilogram. Dat is nog onder het stikstofplafond dat de Europese Unie heeft vastgesteld voor de Nederlandse veestapel. De fosfaatuitscheiding bedroeg 151 miljoen kilogram, 2,8 procent minder dan in 2019, en ruim onder het fosfaatplafond. Dit meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers. In 2020 nam de stikstofuitscheiding in dierlijke mest toe met ruim 4 miljoen kilogram tot 494,0 miljoen kilogram. Dat is ruim 10 miljoen kilogram onder het vastgestelde stikstofplafond van 504,4 miljoen kilogram. Het is voor het derde achtereenvolgende jaar dat de stikstofuitscheiding onder het productieplafond ligt. De fosfaatuitscheiding daalde vorig jaar met 4,3 miljoen kilogram naar 151,2 miljoen kilogram. De uitscheiding ligt daarmee ver onder het plafond van 172,9 miljoen kilogram. Stikstofuitscheiding melkveesector weer boven plafond De melkveesector scheidde vorig jaar 289,8 miljoen kilogram stikstof uit, 3,6 procent meer dan in 2019. De stikstofuitscheiding van de melkveehouderij kwam daardoor weer uit boven het productieplafond van 281,8 miljoen kilogram voor deze sector. De fosfaatproductie van de melkveesector daalde vorig jaar met 1,5 miljoen kilogram tot 74,0 miljoen kilogram. Dat is ruim onder het fosfaatplafond van 84,9 miljoen kilogram. Dat meer stikstof en minder fosfaat is geproduceerd hangt deels samen met de samenstelling van het veevoer. Koeien kregen meer stikstofrijk gras en krachtvoer en minder van het relatief stikstofarme snijmais. Lage fosforgehalten van gras zorgden voor een daling van de fosfaatproductie. De stikstofuitscheiding nam ook toe door de toename van de melkveestapel met 1,1 procent en doordat koeien meer melk gaven (0,9 procent) en daarvoor meer voer hebben gekregen. De stikstofuitscheiding van de varkenssector daalde in 2020 vergeleken met een jaar eerder met 2,8 miljoen kilogram naar 90,9 miljoen kilogram. De fosfaatuitscheiding nam tegelijkertijd af met 1,1 miljoen kilogram en bedroeg 35,7 miljoen kilogram. Beide dalingen hangen samen met de daling van het aantal vleesvarkens (ruim 3 procent) en het aantal fokvarkens (ruim 1 procent). De stikstof en fosfaat die varkens produceren liggen sinds 2016 onder de productieplafonds van 99,1 miljoen kilogram voor stikstof en 39,7 miljoen kilogram voor fosfaat. Lagere stikstof- en fosfaatuitscheiding door pluimvee De stikstof- en fosfaatuitscheiding van legpluimvee daalde in 2020 met 3,0 procent. De mestproductie van vleeskuikens nam wel met enkele procenten toe door een toename van het aantal dieren, maar per saldo daalde de stikstof- en fosfaatuitscheiding in de pluimveesector. De totale mestproductie in de pluimveesector bedroeg vorig jaar 55,5 miljoen kilogram stikstof en 24,7 miljoen kilogram fosfaat. In de pluimveesector gelden productieplafonds van 60,3 miljoen kilogram voor stikstof en 27,4 miljoen kilogram voor fosfaat. De stikstofuitscheiding van overige dieren zoals paarden, pony’s, schapen, geiten, pelsdieren en konijnen nam in 2020 per saldo af met 1,0 miljoen kilogram stikstof tot 23,3 miljoen kilo door een afname van het aantal schapen en nertsen. In de berekening van de mestproductie door nertsen is rekening gehouden met de ruimingen als gevolg van coronabesmettingen./BM Nieuws