Hoera, leve de kleine partijen 11 maart 20214 maart 2022 Als ze niks te vertellen hebben, die dametjes en meneertjes met hun suikerspinnen van meninkjes, opinietjes en zelfs heuse analysetjes, dan beginnen ze over het abnormaal groot aantal partijen dat aan de verkiezingen mee doet. Dat zou niet goed zijn voor de democratie in het algemeen, de kiezer zou door de bomen het bos niet meer zien en het zou een versplinterd zooitje worden in de Tweede Kamer. Een kiesdrempel, dat zou de oplossing zijn. Zo van: een partij moet minstens vijf procent van de uitgebrachte stemmen behalen om in het parlement te mogen. Dan kunnen we lekker allerlei kleine groepjes buiten de deur houden. Het huidige stelsel is het beste van alle mogelijke stelsels. We gaan stemmen en het totaal van de uitgebrachte stemmen gedeeld door de 150 beschikbare blauwe stoelen, is de kiesdeler en daar krijg je één pasje voor de toegang tot de Tweede Kamer voor. Of twee, of drie naargelang het aantal stemmen dat een partij heeft binnengehaald. Wat is tegen die nieuwe partijtjes? Niks. Iedereen kan zelf wel uitmaken of-ie op Henk Krol stemt of op Femke Merel van Kooten-Arissen van de lijst Splinter. En wie meent dat Jezus Leeft, stem dan op die gek van Van der Spek. Het U-Buntu Connected Front? Voor een menswaardig Nederland, zeggen ze. “Ik ben omdat wij zijn,” voegen ze er aan toe wat toch iets is om langer over na te denken, dunkt me. Denken die suikerspinnendraaiers nou werkelijk dat u en ik te stom zijn om een oordeel over die kleine partijtjes te geven en dat we daar met z’n allen helemaal van in de war raken? Brengt Esther Ouwehand van de dierenpartij ons land in een hopeloze politieke crisis? Kunnen we geen regering samenstellen omdat Farid en Tunahan van DENK dwarsliggen, of nooit saai Kees van der Staaij van de SGP de hakken in het zand zet? Hoe leuk is ons land toch? We hadden vroeger reactionaire katholieken in de Kamer, linksistische protestanten, zelfs communisten, een anti-belastingpartij probeerde het, brave scheldende racisten (die nu een jaarkaart voor een voetbalclub hebben), een heuse boeren partij, pacifisten, sinds mensenheugenis een categoriale partij voor pensioentrekkers hoe dan ook. Die clubjes zaten in de Tweede Kamer en niemand had er last van. Ze kwamen en ze gingen en soms, zoals met dr. T.H.P Baudet, kan het een blijvertje worden (behalve als de cafés weer open gaan, dan gaan die lui van Forum voor Democratie weer in de kroeg vergaderen en zich besproeien met wijn en andere drank als de wijn op is zodat ze de volgende ochtend niet weer weten wat ze gezegd hebben, vandaar dat Baudet voor de onmiddellijke opening van de horeca is omdat ze anders geen geschikt en passend vergaderlokaal kunnen vinden). Al die kleine partijtjes hebben schitterende ideeën over hoe het in Nederland beter moet. Wat die waard zijn, daar ga ik niet over. Het enige wat telt is dat ze recht hebben gehoord te worden als ze minimaal het totaal aantal uitgebrachte stemmen gedeeld door 150 halen. Het enige ongemak dat ze veroorzaken is dat het stembiljet zo groot wordt als een baan behangpapier en als je nou 70-plus bent en per post stemt, kan het mogelijk wel eens lastig zijn om dat joekelse ding zo op te vouwen dat het in de retourenvelop past. Tijl Uilenspieghel Nieuws