Waddenvereniging wil vaker controle op natuurkwaliteit van Waddenzee 18 december 2020 WADDENZEE – De Waddenvereniging wil dat ook de Waddenzee vaker dan één keer per jaar wordt onderzocht op de kwaliteit van het eco-systeem. Naar aanleifing van een eigen onderzoek in de Eems – met zorgwekkend resultaat – wil de Waddebclub dat dit soort onderzoek ook in de Waddenzee vaker dan één keer per jaar wordt uitgevoerd. Vis is een belangrijke graadmeter om te volgen hoe het met een ecosysteem gaat. Uit monitoring in opdracht van de Waddenvereniging blijkt dat er elk seizoen andere vissen in de Eems zwemmen. Op dit moment wordt er maar twee keer per jaar gemeten in de Eems. Dat is te weinig om de natuur daar écht goed in de gaten te houden. Wouter van der Heij, marien bioloog Waddenvereniging: “Er moet vaker gemeten worden. De huidige intensiteit is onvoldoende om de aanwezigheid van specifieke indicatorsoorten goed in de gaten te houden. In de Eems wordt intensief gewerkt aan natuurherstel. Je moet dan wel zorgen dat je voldoende monitort, zodat je kunt zien wat werkt en wat niet.” Het Eems-estuarium is een beschermd natuurgebied dat helaas in een slechte staat verkeert. De overheid heeft bepaald dat de natuur er flink moet verbeteren. Grote hoeveelheden slib in het water, veroorzaakt door baggeren, inpolderen en het aanleggen van dammen, zorgen voor zuurstofloosheid in het water en verstikking van de beschermde habitats onder het slib. Door te meten welke vissoorten en hoeveel vissen er voorkomen, kan worden vastgesteld hoe gezond de onderwaternatuur is en of herstelmaatregelen succesvol zijn. Voor het Eems-estuarium is dit laatste bijzonder relevant nu er hard gewerkt wordt om de slibconcentraties te verlagen. De Natura 2000 wetgeving beschrijft per beschermd leefgebied welke vissoorten bij dat habitat horen en dus als indicatorsoort een graadmeter zijn voor het specifieke gebied. Voor het Eems-estuarium zijn de indicatorsoorten onder andere haring, bot, schol, ansjovis en wijting. Zij maken ieder op hun eigen manier en op verschillende momenten van het jaar gebruik van het estuarium. Om in beeld te brengen hoe vissoorten het estuarium jaarrond precies gebruiken, voerde de Waddenvereniging in 2019 een maandelijkse vismeting uit op dezelfde manier als natuurbeheerder Rijkswaterstaat dat twee keer per jaar doet. Ondanks de beperkte schaal (slechts 1 jaar) is duidelijk dat de bestaande intensiteit van monitoren een onvolledig beeld geeft. De pilot laat zien dat er 4 seizoenen zijn te onderscheiden waarin er echt andere vissoorten en aantallen in de Eems zwemmen. Als een gebied in slechte staat verkeert, is het des te belangrijker om de ecologische indicatorsoorten goed in beeld te hebben. Om de binnen N2000 genoemde vissoorten daadwerkelijk te kunnen gebruiken als graadmeter zijn meer meetmomenten nodig. De Waddenvereniging roept op om de meetfrequentie te verhogen naar minimaal 4 meetmomenten per jaar en zo aan te sluiten bij de levenscyclus van deze groep vissoorten. Ook in de Waddenzee is de kwaliteit van het beschermde habitat niet in orde. De monitoring is hier zelfs nog slechter geregeld: er wordt maar één keer per jaar gemeten. De Waddenverenging pleit ervoor om ook in de Waddenzee vaker te monitoren. Van der Heij: “De temperatuur van het water in de Waddenzee is de laatste 25 jaar al 1,5 graad gestegen. Vissen reageren daarop, maar met de huidige monitoring kunnen we dat niet goed in de gaten houden. Door het veranderende klimaat stijgt zowel de gemiddelde temperatuur als de piektemperatuur van het water in de Waddenzee. Ook hebben de droge zomers effect op de mogelijkheden voor vismigratie en de productiviteit van het hele ecosysteem. Hier is vis heel gevoelig voor, dus het is van groot belang om goed te monitoren hoe de visgemeenschap hierop reageert. Dan kunnen er effectieve beheermaatregelen getroffen worden.”/Webredactie Nieuws