Ook Het Hogeland start onderzoek naar Joods onroerend goed 16 juni 2021 HET HOGELAND – De gemeente Het Hogeland gaat samen met de gemeenten Oldambt, Veendam en Westerkwartier onderzoek doen naar de rol van de gemeenten in de onteigening van Joods onroerend goed tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor is een ambtelijke werkgroep gevormd. Aanleiding voor het onderzoek zijn de publicaties van de zogeheten Duitse ‘Verkaufsbücher’ door het Nationaal Archief en het onderzoek hier naar van het televisieprogramma Pointer van de KRO-NCRV. Uit deze ‘Verkaufsbücher’ blijkt dat er 21 registraties voor de gemeente Het Hogeland zijn met betrekking tot de verkoop of onteigening van Joods onroerend goed in de gemeente. Het onderzoek richt zich in grote lijnen richten op deze onteigeningen en de restitutie van Joodse eigendommen. Het gaat om woningen, bedrijfspanden en gronden. Ook de problematiek van gemeentelijke (na)heffingen wordt in het onderzoek betrokken. De gemeente doet dit onderzoek in navolging van de gemeente Groningen die in februari 2021 met een soortgelijk onderzoek is gestart. In de huidige gemeente Het Hogeland zijn 74 Joodse inwoners in de jaren 1940-1945 omgekomen. Het merendeel van deze inwoners woonde in Winsum, Warffum en Uithuizen, maar er waren ook families uit Leens, Eenrum, Ulrum, Usquert en Bedum. Om de kwaliteit en objectiviteit van het onderzoek te waarborgen, wordt samengewerkt met onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen. Waar nodig wordt een beroep gedaan op het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Het onderzoek duurt een klein jaar en start in september. Nieuws