Vooral jonge volwassenen zorgelijk somber 13 september 202113 september 2021 DEN HAAG – De coronacisis heeft een fiks effect gehad op het psychisch welbevinden van jonge mensen tussen de 18 en 25 jaar. Vier op de tien gaven aan somberder te zijn dan voor de coronacrisis. In de eerste twee kwartalen van 2021 was 15 procent van de bevolking van 12 jaar of ouder psychisch ongezond. Dit percentage is sinds 2001, het jaar waarin het CBS begon met de monitoring van de mentale gezondheid, niet zo hoog geweest. “Dit betekent overigens niet dat er sprake is van grootschalige psychiatrische problemen. Het is wel zorgelijk,” zei Tanja Traag, hoofdsocioloog van het CBS. De mentale gezondheid is gemeten via een vragenlijst waarin wordt gevraagd naar vijf aspecten: somberheid, zenuwachtigheid, in de put zitten, rust en kalmte, en gelukkig zijn. Jongvolwassenen waren het vaakst psychisch ongezond; het percentage dat zich neerslachtig en somber voelde lag bovendien hoger dan voorheen. Een kwart van hen was psychisch ongezond in de eerste helft van 2021, dat is ongeveer 10 procentpunt hoger dan gemiddeld over 2020. Zij gaven vaker dan andere leeftijdsgroepen aan onrustig, somber en niet gelukkig te zijn. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers uit de Gezondheidsenquête, hieraan doen jaarlijks ongeveer 10 duizend respondenten mee. In de periode augustus – december 2020 zijn extra vragen opgenomen over hoe men zich tijdens de coronacrisis voelde, vergeleken met de periode daarvoor. In het vierde kwartaal van 2020 waren relatief meer mensen psychisch ongezond dan in hetzelfde kwartaal van 2019. Die toename zette zich in het eerste kwartaal van 2021 voort, waarna een stabilisatie volgde. Vooral het aandeel mensen dat zich somber en neerslachtig voelde en het aandeel dat zichzelf als minder gelukkig beschreef, namen in het laatste kwartaal van 2020 toe en dat bleef ook begin 2021 het geval. Daarnaast nam in het tweede kwartaal van 2021 het aandeel mensen dat zich kalm en rustig voelde af. Uit de tijdelijk extra toegevoegde vragen bleek dat respondenten zich tijdens de coronacrisis op een aantal aspecten minder goed voelden dan vóór de crisis. Aan hen is gevraagd of ze zich vaker of minder vaak eenzaam, angstig, somber en/of gestrest voelden dan voor de coronacrisis. Ruim een kwart van de mensen gaf in 2020 aan zich tijdens de coronacrisis vaker eenzaam te voelen dan daarvoor. Ook gevoelens van angst, somberheid en stress kwamen vaker voor tijdens de coronacrisis dan daarvoor. “Het kan zijn dat de rek er een beetje uit is” Of de afname in mentale gezondheid in het eerste halfjaar van 2021 wordt veroorzaakt door de coronacrisis is met de beschikbare gegevens niet eenduidig vast te stellen. Eén probleem is dat deze resultaten zijn gebaseerd op zelfrapportage van hoe de deelnemers aan het onderzoek zichzelf beoordelen. De groep 18 tot 25-jarigen verkeert sowieso in een mentaal kwetsbare positie omdat deze mensen in een doorgangsperiode bevinden. “Het is de groep die op zichzelf gaat wonen vanwege opleiding en studie. Het is een kwetsbare tijd omdat je een netwerk buiten het ouderlijk huis moet opbouwen. Het is wel opvallend dat de jongvolwassenen in 2020 niet die dip in mentale gezondheid laten zien. Het kan zijn dat mensen lang veerkrachtig waren maar dat de rek er een beetje uit is. Maar dat is gissen,” aldus de onderzoeker Traag. Ook in andere leeftijdsgroepen voelden velen zich vaker somber, maar dit percentage (18 tot 28) lag lager dan bij de jongvolwassenen. 3 procent van de mensen voelde zich daarentegen minder vaak somber, minder vaak eenzaam en/of angstig dan voor de coronacrisis en 8 procent ervoer juist minder stress./BM Nieuws