Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 3 Maart 2022, 06u25 ( Wintertijd )

“ O- wind. Windkracht 2. Volkomen helder. Alleen in het zuiden een vage streep op halve hoogte van de hemelkoepel. Het is al licht. Ik heb me verslapen. Het heeft een graad of drie gevroren, maar het voelt aan alsof het min vijf is, wanneer ik met onze hond Nantske , het hoogholtje opklim, het houten bruggetje over het Boterdiep. Er zit stevig wat rijp op de leuning van de brug. Geen sterren meer aan de hemel.  Alleen de planeet Venus staat te schitteren in het zuidoosten. Beneden geen watervogel op het kanaal dat er als een spiegel bijligt. Een minieme beweging in het water laat de weerkaatsing van straatlantaarns ‘schuifelen’. Met een ander woord kan ik het niet uitdrukken. Maar heel weinig komen de ovalen lichtvlekken van hun plaats. ‘Aaaooorh…aaaoooorh. ‘, de twee futen [ Podiceps cristatus L. ]  heb ik rechts van de brug toch over het hoofd gezien. Ze drijven heel sloom naar het wilgenbosje aan de overkant.  Het is nog te schemerig om uit te vinden of daar al iemand zit te nestelen. En het daalders plekje al bezet is. In het oosten gloort ochtendlicht. Er vormt zich aan de horizon een blauwe lang gerekte nevel. Net daarboven het eerste roze rode ochtendlicht, dat verschiet naar heel licht geel om over te lopen in teer blauw. Dat blauw wordt donkerder hoe hoger je komt in de hemelkoepel. Pikzwart steekt het silhouet van de treurwilg aan de overkant daar tegen af . De stam splitst zich in twee machtige takken, breed en stevig als de dijen van een struise boerenmeid. Ineens springt Nantske wel vier centimeter de lucht in en begint te janken. Het is slecht te zien maar ik vermoed dat ze een kat geroken heeft, die beneden het schelpenpad oversteekt. Tijd om af te nokken. Behoedzaam ga ik de zestien treden van de brug af, Nantske toesprekend dat ze niet zo hard moet trekken. Er is geen kat of iets anders te zien. Ik zie ook geen sporen. Want het gras van de bermen van het pad is dik van de rijp. Dan dus toch een lentegeest? Wie weet? Maar die is al lang uit het zicht verdwenen, als ik de eerste stappen zet op het Betonpad.

‘ Wellust ‘

Het is zo licht dat ik van hieruit de hoek al zie waar het pad afbuigt naar het zuiden. Ik probeer uit te zoeken hoe ver ik kan kijken. Ik schat een kilometer of vier, vijf. Maar na een kilometer neemt de kwaliteit wel af. De landerijen zijn nog in schemering gehuld, donkergrijs van de rijp. In de wei van Rozeboom, rechts kun je al wel zien hoe onregelmatige de grasmat is in hoogte .Want deze wei is allesbehalve een biljartlaken,dat er egaal groen bijligt. Er zitten bijna onmerkbare verhogingen in. En nog steeds denk ik dat daar lang geleden een sloot gedempt is. Er loopt een donkere sleuf dwars door de wei, die altijd goed zichtbaar is maar nu het schemert, er des te sterker uitspringt. Hij is L-vormig en bij zware regens vult hij zich met water zoals ik de laatste weken regelmatig heb meegemaakt. Ik kijk nog maar eens om me heen. Het is al druk op de wegen die in Onderdendam elkaar kruisen. De wegen in mijn zicht zijn de Bedumer- en de Middelstumerweg. Auto’s, klusbusjes en zwaar landbouwverkeer rijden daar af en aan. En vogels roeren zich al. Tussen de geluiden van wat smienten [ Anas penelope L. ] domineren vooral de rollers van scholeksters [ Haematopus ostralegus L. ] .Die het zeer druk hebben met het bepalen van grenzen van hun territoria. Onze hond laat dat gewoon over zich heen komen maar is nog het meest geïnteresseerd in de rijp die de graszoden aankleeft. Met wellust rolt ze zich om en om. En nog maar een paar keer. Maar al dat stoeien heeft ook een heel praktische reden. Met de rijp erop is krijgt de wei een oppervlak als schuurpapier. Ze kan nu veel beter door te schurken in het gras afgestorven haarplukken in haar vacht kwijtraken. De tweede bus naar Groningen van 6u37 passeert. Maar ineens ontdek ik dat er een soortgelijke bus stil staat ter hoogte van DE KERK. De lichten in het passagiersgedeelte zijn gedoofd. Hij rijdt heel langzaam achteruit het dorp in. Raadsel wat er aan de hand is. Panne? Ik kijk eens richting het zuidoosten. Daar is een stel van twee hoogspanningsmasten opgericht achter de oude boerderij van de familie Thybaut. Alleen de masten tussen deze boerderij en de ligboxenstal van dezelfde familie moeten nog hun tweede segment krijgen om dezelfde hoogte te bereiken. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden.

Geen kolonievogels

‘ Tjiep…tjiep…’, nog steeds laten scholeksters stotende geluiden horen. Op de sloot rechts ligt een laag ijs. Vanuit Bedum hoor ik landbouwvoertuigen aan komen rollen. Het is een sleepslang- trein. Twee trekkers, een met een mestinbrenger achterop  en een katrol voorop met slangen, de tweede met een mesttank van het merk Joskin. Dat is een fabriek voor landbouwwerktuigen in Wallonië. Aan de andere kant in het oosten zijn nog steeds de scholeksters heel druk aan het rellen rond de Havertsetocht. Er wordt, zo te horen,  een trekker gestart op het erf van familie van der Giezen, de boerderij die het dichtst bij het pad ligt. Dat wekt de kraaien in de omgeving. Bij de waterzuivering ten zuiden van Onderdendam is een grote kolonie roeken en kraaien, die maar liefst veertig nesten hoog in de bomen van de windsingel rond de zuiveringsinstallatie hebben gebouwd. Vroeger, jaren terug ,zat die kolonie in de bomen op Onderwierum. Al rond vier ’s ochtends werden bewoners wakker gemaakt door die vogels die op het oog aan het ruziemaken waren, maar in feite gewoon met elkaar in gesprek zijn. Met name zwarte kraaien [ Corvus corone L. ] zijn geen kolonievogels maar individuen. Alleen om louter praktische reden werken ze samen. Zoals het plannen waar ze zullen gaan foerageren. Vandaar dat geredetwist want het zijn buitengewoon spraakzame vogels met een zeer groot vocabulaire. Nu het iets lichter wordt, is goed te zien hoeveel rijp er op de velden ligt. Het is al zo laat dat ik attent ben op fietsers. En inderdaad vanuit het dorp wordt een fel schijnende fietslamp zichtbaar. Ik roep Nantske om bij me te blijven. Het is een mij Onbekende Fietsvrouw , bril op, muts, winterjack aan. We wensen elkaar ‘Goede morgen ‘. Ik ben in de tussentijd op mijn keerpunt aangekomen, de ree van herenboerderij de Haver. Draai me om en ga op de terugweg.

Record

Het wordt steeds lichter. Ik draai me automatisch nog eens om. Hoog aan de hemel vervaagt de planeet Venus. ‘ Tjiep…tjiep…’, de scholeksters laten nu geen rollers horen, maar stoten enkelvoudige geluiden uit. De eerste kraai vliegt uit. Strijkt neer in de buurt van de Havertsetocht.  Krast. Ik ontdek daar nu nog een kraai, die er dus kennelijk al zit en die antwoord geeft. Nu klinken andere geluiden van scholeksters. Waanzinnig lang aangehouden rollers. En ineens zie ik mijn eerste scholeksters vliegen. Ze zijn met zijn drieën. Draaien rondjes op dertig meter hoogte boven de Havertsetocht.  Maar wat betekent met zijn drieën?  Is hier hetzelfde aan de hand als bij wilde eenden. Daar gaat een vrouwtje met twee mannetjes zo hard mogelijk vliegen. Het mannetje dat haar bij kan houden, mag met haar paren. Geen idee of dat soort paarmethodieken ook bij scholeksters spelen. Hoe lang leven scholeksters eigenlijk, vraag ik me ineens af. Scholeksters worden gemiddeld niet ouder dan twintig jaar. Dat lees ik in een oud persbericht uit augustus 2016 van SOVON, de stichting waar alle waarnemingen van vogels in Nederland worden opgeslagen. Dit naar aanleiding van het aantreffen van een scholekster op de Maasvlakte die, als je zijn metalen ring uitlas, zeker 46 jaar oud bleek te zijn.  Uit de database van het Vogeltrekstation bleek hij in 1972 geringd te zijn. Dit is tot nu toe echt een record.

Einde synergie

Maar nu worden op dit moment andere records gebroken. Laten we onze eigen goedgelovigheid eens onder de loep nemen, die nu vreselijk op de proef wordt gesteld. Een oorlog in Europa op zo’n grote schaal met steden die belegerd worden en in puin worden geschoten, kunnen we ons niet meer voorstellen. En toch gebeurt het. Naast alle goede en goed bedoelde initiatieven hangt een veel belangrijker vraag de komende tijd boven de tafel . Zijn wij bereid onze samenleving in Nederland zo te reorganiseren dat wij veel soberder kunnen gaan leven, meer geld opzij kunnen zetten voor de financiering van een perfect uitgerust Europees leger dat de Russische maar ook de Chinese dreiging kan weerstaan? Anders lopen we het gevaar in de toekomst door deze grootmachten direct of indirect te worden geïntimideerd. En vervolgens gekoloniseerd. Dan zal er weinig meer van het vertrouwde Europa dat we nu kennen, overblijven. De zogenaamde synergie op economisch gebied heeft er niet toe geleid dat de huidige machtbalans in stand kon blijven. En dat is meer dan een bitterzoete vaststelling. Een, die mijn dag behoorlijk bederft trouwens……………………….( wordt vervolgd )

Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak.

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !