4 maart 20224 maart 2022 Onderdendam ( Gr. ) Vrijdag 4 Maart 2022, 05u45 ( Wintertijd ) “O- wind. Windkracht 3. Bewolkt. Een laag wolkendak. Ik heb de indruk dat het ook nevelig is. Harde wind, ruimend naar windkracht 4. Het is heel koud. De temperatuur ligt nu ruim onder het vriespunt maar door de harde Oostenwind is de gevoelstemperatuur minstens min zes. Binnen de kortste keren zijn mijn vingers verkleumd. Terwijl ik nog geen minuut op het houten bruggetje sta over het Boterdiep. Er ligt een dun laagje rijp op de leuning. Gerommel aan de horizon in het zuiden. Dat is de goederentrein die ’s nachts naar het industriegebied rond Delfzijl rijdt. Dat het nevelig moet zijn, concludeer ik uit het feit dat de rode toplichten van de drie windmolenparken aan de oostelijke horizon volledig verdwenen zijn. Daar pinkelen alleen de stallichten van een aantal boerderijen. Van links naar rechts Boer , Pastoor, Iwema , van Middelkoop, Wouda , Zorgboerderij Fraam, de drie boerderijen van de Maatschap Thybaut en tenslotte van der Giezen. De mist heeft nog een ander gevolg. Omdat mist geen compact geheel is, kan die geen licht van straatlantaarns uit de buurdorpen weerkaatsen. Het verdwijnt erin. Daardoor is het extra donker. Voorzichtig ga ik de zestien treden van het bruggetje af, Nantske toesprekend niet zo hard te trekken. Niet lang daarna zet ik de eerste stappen op mijn wandelpad. Een diepe zucht… Weinig zicht dus. Maar acht meter kan ik voor me uitkijken. Ik ben vlak naast het pad omgeven door duisternis. Ver weg snatert een wilde eend [ Anas platyrhynchos L. ] vanuit het Boterdiep richting Fraamklap. Ook een meerkoet [ Fulica atra L. ] laat kort van zich horen als reactie. Om een beetje rond te kuieren is het nu veel te koud. Ik zet er flink de pas in. Al snel sla ik de hoek om voor het lange stuk naar het zuiden. Iets meer licht hier. Tot een vijfde van de afstand naar de rij meidoorns kan ik kijken. Niet veel, dus ik ga harder lopen om in ieder geval warm te blijven. Mijn vingers doen nu al pijn van de kou. Om mij heen is het pure zwartheid. Alsof er rouwkleden voor de landerijen hangen. De wind heb ik nu links van opzij, maar de kou is nog steeds heel gemeen. Af en toe moet ik mijn handen in de zakken steken om ze weer enigszins op temperatuur te laten komen. Handschoenen draag ik niet omdat dit ontzettend onhandig is. Wil je iets snel noteren of een foto nemen dan is de gebeurtenis voorbij nog voor je die rotdingen uit hebt. ‘Tjiep..tjiep…’, voorzichtig wordt een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ] wakker in de buurt van de Kardingemaar. Die eerste geluiden worden geuit om aan soortgenoten te laten horen waar hij zich precies bevindt. Rechts in de sloot slaakt het ijs een diepe zucht. Het geluid ontstaat doordat de wind tegen de walkant drukt en die trilling verplaatst zich onder water verder. Het slootwater gaat bewegen waardoor het laagje ijs wordt opgetild en de lucht er onder kan ontsnappen. Wanneer ik ter hoogte van de wilde appelbomen in de berm ben, gaat er een fel schijnwerperlicht aan op Onderwierum. Het is groter dan normaal wanneer er met kuilvoer op het erf wordt gereden. Gaan ze daar drijfmest uitrijden? Ruiken kan ik niets, want de wind staat verkeerd, Die komt nog steeds hard uit het oosten. En buldert in mijn oren. Is blij weer een slachtoffer gevonden te hebben waaraan hij kan duwen en trekken. Maar niet lang meer. Ik ben inmiddels door hard door te lopen op mijn keerpunt aangekomen. Bedenk me geen moment, draai me om en ga op de terugweg. Bijstandtrekkers… Het zicht is hier stukken beter. Komt door het schijnwerperlicht uit Onderwierum. Ik kan zeker vijftig meter voor me uitkijken. Nog steeds is het pikdonker om mij heen. Geen spoor van ochtendgloren. Daar zal de mist en de lage bewolking wel debet aan zijn. Er is nauwelijks iets te horen behalve het suizen van de wind en het gerucht van het verkeer, dat langzaam op gang komt. Een sleepslang- trein komt aandenderen met veel geraas, gaat langzaam rijden voor ze onze dorpgrens bereikt en passeert bijna stapvoets een stilstaande Lijn 61, de eerste bus deze dag naar Groningen. In het passagiersgedeelte brandt geen licht. Teken dat er nog niemand vervoerd wordt. Ik sta dan net voor de rij meidoorns [ Crataegus monogyna L. ]. De wind suist door de schrale takken. Het is bitter koud. Voelt aan als winter terwijl de lente al meer dan een week aan de gang is. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Wilde eenden snateren wat onderdrukt in het donker, alsof ze giechelen. Een kort hoog fluitje klinkt. Het is het baltsgeluid van de mannetjeseend. Ik hoor luchtverplaatsing van klapwiekende vleugels. Er wordt daar me toch gesjanst in het duister …. De oostenwind duwt me in de rug. Maar de ergste kou heb ik nu achter de rug. Kan nu aan andere dingen denken. Zoals de rol die Team Agro.nl op het platteland speelt. Naar eigen zeggen is het een stichting die het belang van alle sectoren in de landbouw wil bevorderen. In 2018 opgericht door Geert Jan Kloosterboer ( Melkveehouder uit Oxe, een buurtschap van Diepenveen, omgeving Deventer ), Henny Verhoeven ( melkveehouder uit Keldonk , een dorp , gemeente Meijerijstad in Noord Brabant ) , Johanna Kieftenbeld ( pluimveehoudster uit Bathmen, gemeente Deventer ), Coen Bosch ( biologisch varkenshouder uit Heino, een dorp in de gemeente Raalte ), en , daar heb je haar weer, Caroline van der Plas ( eigenaar Farm en Food Communication en oprichter @Boerenburgertweet ), inmiddels een een spraakmakend Tweede Kamerlid uit Deventer. Hun doel is het boerenbestaan te promoten en positief in het daglicht te brengen. En vooral burgers, politici en ambtenaren ( ook van het Ministerie van Landbouw ) in contact brengen met het ‘echte boerenleven”. Klinkt mooi. Sommige lui hebben geen idee hoe het marcheert op een boerenbedrijf. Daar kan ik het helemaal mee eens zijn. Inmiddels heeft Geert Jan Kloosterboer na vijf jaar per 1 februari het voorzitterschap overgedragen aan Jaap Lodders, akkerbouwer uit Dronten. Het was Jaap Lodders die me ineens opviel door een prikkelende uitspraak op de website voor melkveehouders www.melkvee.nl d.d, 25 februari 2022. Maar eerst wat broodnodige informatie vooraf. Boeren zijn bijstandtrekkers, wisten jullie dat? Ik jaren geleden helemaal niet. Iedere boer, die boert binnen Europa krijgt een basisinkomen op grond van de hectares grond die hij actief in beheer heeft. Het maakt bij melkveehouders ongeveer 20 % van hun jaarlijks inkomen uit. Dat basisinkomen is een soort premie om te zorgen dat er boeren actief blijven met name in streken op het Europese platteland die anders helemaal verlaten zouden worden. Het is geen geheim dat met name de Zuid Europese landen en die uit het voormalige Oostblok daar nog wel eens merkwaardig mee omgaan. Een tweede doel is garantie op voedselzekerheid. Nu is dat in Nederland geen enkel probleem. Tachtig procent van wat boeren en tuinders produceren wordt geëxporteerd naar het buitenland en is helemaal niet bedoeld om de eigen bevolking te voeden. Gevolg is dat de grond in Nederland die zeer vruchtbaar is, vooral in de kleistreken, daarom behoorlijk intensief gebruikt wordt. Nu is binnen Europees verband vorig jaar bij wet afgesproken, en bindend voor nationale regeringen, dat vier procent van dat basisinkomen van onze boeren pas uitbetaald wordt, wanneer boeren kunnen aantonen dat ze daarmee de neergang van de biodiversiteit op hun landerijen stoppen. Geld voor natuurprojecten dus. Wel de eerste uitspraak die ik recent van Jaap Lodders mocht noteren is dat het met die verplichting maar eens afgelopen moet zijn. Het kan niet gezien de oorlog tussen Oekraïne en Rusland, twee tarweproducenten, en de enorme stijging van de tarweprijzen op de wereldmarkt. Giga- leugen Maar nu de feiten; Ik vond op de website De Tijd de hoeveelheid in miljoen ton van de productie van tarwe. Het afgelopen seizoen 2020 -2021 waren de grootste producenten van tarwe China en de Europese Unie met 140 miljoen ton ieder. Dan volgt Rusland met 80 miljoen ton, Verenigde Staten met 50 miljoen ton, Canada 35 miljoen ton, Oekraïne met 25 miljoen ton. De oogsten in de Verenigde Staten en Canada vielen vorig jaar tegen door droogte. Oorlog stuwt altijd prijzen op, niet alleen die van olie en gas. De laatste duiding ( 1 Maart 2022 ) van de prijs op de CBOT termijnmarkt van Chicago van een bussel tarwe ( 35 liter ) bedraagt 9,83 dollar. Dat is aardig hoog. Een woordvoerder van Royal Koopmans B.V. Leeuwarden gaf gisteren op NPO Radio 1 aan, dat deze grondstof voor de bakkerij zeker met 30% gaat stijgen. Dat moet wel gevolg hebben voor de broodprijs op termijn. Is het nu zo dat er een bittere noodzaak is om de verplichting van boeren in te trekken om 4% van hun basisinkomen niet meer in natuurprojecten te investeren? Ik dacht het niet. Eerder is er wat anders aan de hand. Akkerbouwers die naar de ontwikkelingen van die ( hoge ) tarweprijzen kijken, voelen een immense aandrang om iedere snippertje van hun land in te zaaien met tarwe. Ze verwachten top rendementen te kunnen draaien, de komende jaren. Willen dus gewoon ordinair meer geld verdienen. En laten we wel wezen de leus van de meest radicale boeren uit die sector, de Farmers Defence Force : ‘No Farmers , no Food’ is een knap bedachte reclameslogan maar een wel een giga- leugen . Nederland is het tweede exportland ter wereld van land- en tuinbouwproducten. Wij, in Nederland, komen echt niet om van de honger als op landbouwgebied wat andere keuzes worden gemaakt. Ten faveure van de zieltogende natuur, bijvoorbeeld…………………………( wordt gevolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak. Nieuws