7 maart 2022 Onderdendam ( Gr. ) Maandag 7 Maart 2022, 05u55 ( Wintertijd ) “ NO- wind. Windstil. Helder. Er is al wat ochtendgloren aan de oostelijke horizon. Roze oranje kleurbanen veranderen in zacht geel dat hoe hoger je komt in de lucht, verschiet naar teer blauw. De haan van Jelte Verbree begint te kraaien, exact op het moment dat ik met onze hond Nantske op het houten bruggetje over het Boterdiep arriveer. Onmiddellijk reageert de haan van mijn naaste buurvrouw Marijn Sturing. Het wordt echt een ware battle tussen die hanen, die minutenlang aanhoudt Het is fris. Op de ijzeren brugleuning voelde ik een nano- dun laagje rijp. Het zal naar schatting min zes zijn. Dat heet al matige vorst in Nederland. Maar beneden op het water van het kanaal is nog geen vliesje ijs te zien. Hoewel het oppervlak volkomen onbewegelijk is. De ovalen vormpjes, eigenlijk flinterdunne schijfjes weerkaatst licht van de staatlantaarns, kijken me doodstil aan. Hoog aan de hemel in het zuidoosten staat de planeet Venus te stralen. Achter me wacht een jonge vrouw in het zwart gekleed op de eerste bus in het hokje vlakbij ons huis. De bus arriveert ,terwijl ik nog op de brug sta. Er zit nog een passagier in. Ook de scholeksters [ Haematopus ostralegus L. ] zijn al wakker, zo te horen. Hun hoge mitrailleursroffels komen uit het noordoosten En ook daar moet ik het snateren van een wilde eend [ Anas platyrhynchos L. ] ongeveer lokaliseren. Vanaf mijn hoge standplaats kan ik door het heldere weer prima de rode toplichten van de drie windmolenparken zien: bij de Eemshaven , het dorp Farmsum en het park de Meeden in de buurt van de N33. Het geluid van een rellende scholekster komt dichterbij. Dan buigt het weer af en wordt zwakker. De vogel vliegt waarschijnlijk weer terug naar haar vaste plek in de buurt van de Kardingemaar. En ik ga naar beneden, Nantske aan de lijn, behoedzaam de zestien treden afstappend. En ben telkens weer opgelucht als ik op de grond sta zonder iets gebroken of verzwikt te hebben. Het silhouet van de zes- jarige es tekent zich af tegen de oranje lucht. Als met een schaartje uitgeknipt, zo scherp zijn alle takjes te zien. Net als de uit maar twee stammen bestaande schriele essen- struik een meter of drie daarachter. Ik zet mijn eerste stappen op het Betonpad. Zo noemen zoals we dit fiets/ wandelpad in ons dorp richting Bedum. Iets te veel rollen Er ligt opnieuw voor de zoveelste ochtend een laagje ijs op de sloot links. In de loop van de dag zal dit mogelijk weer smelten om vannacht opnieuw te veranderen in een vaste substantie. Wonderlijk. Gul is rijp uitgestrooid over de velden. Weien die heel voorzichtig uit het donker hun gezicht laten zien. In de verte tegen de Zuidersloot aan, hangt een smalle mistbank van anderhalve meter hoog boven het gras. Nantske stormt de wei in en gaat daar uitgebreid liggen rollen, springt weer op en rent richting pad. Om even later voor de tweede keer de wei rechts in te rennen en weer een duik te plegen in het berijpte gras. Ze geniet met volle teugen. Tot ze me iets teveel rolt. Dat kan betekenen dat ze een kadaver van een dood muisje heeft gevonden. En zich er mee in wil smeren. Ik stuif de wei in om haar daar weg te trekken. Dat gaat anders thuis enorm stinken en dan moet ze zonder pardon onder de douche. Hoewel het nog schemert, geloof ik niet dat ik zoiets als een muis heb gezien. Ze stinkt ook niet, gelukkig. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden. Heel irritant Zo ontspannen lopen heb ik lang niet kunnen doen. Steeds waren de keiharde wind en de regen spelbrekers. Nu ervaar ik de temperatuur van vijf of zes graden onder nul nauwelijks als hinderlijk. Ik kijk eens om me heen. Een krans van piepkleine wokjes hangt boven het dorp Westerwijtwerd. In het zuidoosten achter de ligboxenstal stal van Thybaut zie ik een blauwgrijze wolkenbank die zich helemaal tot aan de Vogelbuurt in Bedum West uitstrekt. Als ik naar het zuiden kijk, kilometers verder is daar al de goudgele schittering van de koplampen van een shoveltrekker: Jarco Rozeboom brengt kuilvoer naar zijn koeien. In het oosten tekent het torentje van de Mariakerk van Westerwijtwerd zich pikzwart af tegen de oranje lucht. Ik schat dat deze toren uit de dertiende eeuw ongeveer twintig meter hoog is. Van hier uit lijkt hij nog kleiner dan een vingerhoed. In het Boterdiep richting Bedum begint een meerkoet [ Fulica Atra L. ] te keffen. En gaat daar, heel irritant, nog een flinke tijd mee door. Een wilde eend vliegt over op vijftien meter hoogte. Het vrouwtje is in de schemering nauwelijks te zien. Dat deduceer ik uitsluitend aan het luide, hoge snateren. Een geluid dat alleen vrouwtjeseenden maken. Ze komt over ter hoogte van de tweede dam naar de wei van Harm van der Giezen. In een mum van tijd is ze verdwenen. Drie minuten later sta ik op mijn keerpunt, de ree van herenboerderij de Haver. Draai me om en ga eens kijken waar Nantske uithangt want die is ergens halverwege blijven hangen. Minder assertief Ze kuiert nu rond in de berm in de buurt van de tweede essen – stobbe. Een smalle, heel lange mistbank vormt zich in het noordoosten,rond de aalscholverbomen langs de Kardingemaar. Steeds meer ochtendlicht, meer geel dan roodoranje, verspreidt zich over de landerijen aan weerskanten van het pad. Er loopt, haaks op het pad een fietsspoor door de wei rechts van Harm van der Giezen naar de Havertsetocht. Al de hele winter vraag ik me af, waarom. Ik ruik kuil. Komt het van de familie van Middelkoop of van Pastoor aan de Stitswerderweg? Al de hele wandeling is in het noordoosten een zwarte wolk te zien . Die komt uit de schoorsteen van de RWE – centrale in de Eemshaven. De wolk is van boven bolvormig en kan zich maar moeilijk losmaken van de schoorsteen. Nu lukt het en de wolk gaat doormidden. Of beter hij baart een tweede wolk die heel langzaam wegdrijft van zijn moeder. Met een snelheid die met het blote oog nauwelijks is waar te nemen, zo langzaam gaat het. Achter me staat de planeet Venus te schitteren hoog aan de hemel. Het stralende is er wel vanaf. Het geschitter is aanzienlijk minder assertief dan in het begin van de wandeling. De planeet wordt steeds lastiger te onderscheiden in de lucht met zijn vele tinten blauw. Vervaagt tenslotte helemaal. Het is helaas niet anders. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Ongemakkelijk gevoel Nu komt nog duidelijker de geur van kuilvoer mijn kant op. Het is vast Pastoor. De tweede bus richting Groningen rijdt het dorp binnen. Bij wijze van reactie , keft een meerkoet in het kanaal tegenover ons huis hem na, als hij passeert. Het lijkt een mooie dag te worden. Dat is fijn maar voelt ook dubbel. Omdat het nu al de twaalfde dag van de oorlog in Oekraïne is. Maar tien uur rijden hier vandaan begint de hel. Net zo dichtbij als het vakantieland Portugal. Het is bizar en absurd tegelijkertijd. Waar dit als eerste aan te merken is, zijn de broodprijzen hier. Een gewoon volkorenbrood bij de warme bakker is van 2,76 naar 2,90 euro gegaan. De prijs voor benzine schiet ook nog steeds omhoog. Zit nu al op 2,102 en voor Diesel op 1.791 . Vooral dat laatste zullen onze boeren nu pijnlijk voelen met hun machines en tractoren. En dan zijn we hier nog relatief veilig.. Geldt niet voor de boeren in Oekraïne waaronder een aantal geëmigreerde Nederlanders die zaterdag op de website van het Algemeen Dagblad uitgebreid aan het woord kwamen in een interview met Annemieke van Dongen. Boeren met voor Nederlandse begrippen enorme bedrijven. De Groninger Koos Huizinga bijvoorbeeld die in de buurt van de stad Uman, een pelgrimsoord voor Chassidische joden, een gemengd bedrijf runt van 15.000 hectare met 2000 melkkoeien en 400 varkens. Waar met behulp van 400 medewerkers (! )ook nog tarwe, uien en wortels worden geteeld. Vrouw en kinderen zijn naar de schoonouders in Nederland gevlucht via Roemenië. ‘ Boven hun hoofden hoorden ze het gebulder van raketten, de ramen rammelden. In de verte zagen ze rook opstijgen bij de munitiedepots van de stad Uman’. Het kan bijna niet anders of de oorlog komt gewoon ook door dit soort verhalen vreselijk dichtbij. Op een stralende dag als vandaag kan je er de ogen niet voor sluiten. Wat politici ook zeggen hier sneuvelen mensen voor onze vrijheid. En dat geeft me een buitengewoon ongemakkelijk gevoel. En het is niet de eerste keer dat Oost – Europeanen hun leven gaven voor onze,om nauwkeurig te zijn, mijn vrijheid. 28/29 Oktober 1944 werd Rijen bevrijd waar ik ruim een jaar eerder geboren werd. Naar verluidt volgens sommige familieverhalen in een schuilkelder vanwege de aanhoudende bombardementen op vliegveld Gilze Rijen. Bevrijd door de eerste Poolse Pantserdivisie onder leiding van generaal Maczek. De eerste woorden in een vreemde taal anders dan Duits die ik hoorde, waren: ‘Dziekujemy wam Polacy ‘. ‘Uitgesproken door een taalvaardige kapelaan. ‘ Wij danken de Polen ‘. Ik wist toen niet wat dat betekende. Dat heeft een van mijn Poolse vriendinnen me veertig jaar later uitgelegd.……………………………..( wordt vervolgd ) . Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak. Nieuws