14 april 2022 Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 14 April 2022, 05u35 ( Zomertijd ): “ ZW- wind. Windstil. Voor het grootste deel is het bewolkt. Alleen in het noordoosten is een stuk heldere lucht te zien. De bewolking is overigens erg dun, maar bedekt wel de hele hemelkoepel. De bijna volle maan, die in ieder geval ieder moment vannacht dat ik er uit moest om te plassen scheen, is door de bewolking aan het oog onttrokken. Dat zijn de eerste indrukken die op me afkomen, als ik met onze hond Nantske het houten bruggetje over het Boterdiep opklim, het kanaal voor ons huis. En het is schemerdonker. Erg ver kijken kan ik niet, merk ik direct als ik hierboven sta. Er hangt mist op de grond. De stallichten van de boerderijen in het oosten, van Middelkoop, Wouda, Thybaut en van der Giezen, zijn van hieruit niet te zien. Om maar te zwijgen van de rode toplichten van de windmolenparken, tientallen kilometers verder. Maar tegenover deze beperking staat wel iets anders. De merels [ Turdus merula L. ] die in onze achtertuin hun domicilie hebben, zitten op het dak van ons huis en zingen uit volle borst. Liedjes die steeds ingewikkelder en langer worden. Geduchte wapens in de strijd met soortgenoten om het verleiden van vrouwtjesmerels. We zijn een rijke straat. In ieders tuin zitten wel merels. Ik telde er zeker een stuk of achttien laatst. Het water beneden lijkt stil te staan. Maar dat is gezichtsbedrog. Aan de ovalen weerkaatsing van het licht van de straatlantaarns valt te zien dat er een minieme beweging in de stroming moet zijn. De schijfjes licht op het wateroppervlak zijn niet helemaal gesloten aan de rand. Ik zie scheuren ontstaan. Richting het dorp is dat nog beter waarneembaar. Daar lijkt het wel alsof een aardbeving het water zo laat trillen dat het licht van de lantaarns op de Uiterdijk lijnen tekent die heftig op en neer gaan. Ik ga het bruggetje af. Nantske blijft de komende dagen de hele wandeling aan de lijn. Ik riskeer geen enkel vorm van vreterij meer van haar kant. Prijs van eieren Onze hond met plastic kap om, stort zich meteen de berm in om dan maar kweek [ Elytrigia repens L. ] te eten. Ik hoor haar smakken. Een geluid dat een beetje de verstilde atmosfeer van dit moment verstoort. Heel ver weg in het noordoosten begint een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ] te rellen. Vredigheid is wat er nu heerst in het landschap. Zelfs de wilde eenden [ Anas platyrhynchos L. ] die in het laatste stuk van de sloot huizen, en die onder veel lawaai opvliegen, kunnen niets aan die rust afdoen. Opnieuw reageert de scholekster van zojuist. Tja, het vredige platteland. Dat is nu echt goed te voelen. Maar klopt dat beeld ook? Ik sla de hoek om en kuier richting Bedum. Blijf piekeren terwijl de mist om me heen steeds dikker wordt. Aanleiding is een bericht dat ik gisterochtend ergens in een van de dagbladen las. De voorzitter van de Nederlandse Vakbond voor Pluimveehouders , Bart –Jan Oplaat beklaagt zich in een interview over het feit dat de kosten voor pluimveehouders enorm uit de pan rijzen omdat het voer, dat vooral vanuit Oekraïne geïmporteerd wordt, meer dan 50% duurder is geworden. Tel daarbij op de prijsstijgingen van energie om die enorme kippenloodsen te koelen dan wel te verwarmen en het rendement van veel grootschalige kippenbedrijven kachelt achteruit. Wat volgt in de redenering , kan iedereen wel aanvoelen. De prijs van eieren, zeker tegen de Pasen moet stijgen. Er is iets volledig mis met deze zo op het oog heel logische redenering. Dat is allereerst de schaal van de kippensector in Nederland. Bijna honderd miljoen kippen Ons kleine land met een gigantisch gebrek aan ruimte exporteerde vorig jaar volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek voor een waarde van 104,7 miljard euro aan landbouwproducten en -goederen, een stijging van 9,4% ten opzichte van 2020. Aldus een nieuwsbrief van het CBS van 21 januari 2022 . Ik citeer : ‘De belangrijkste markt voor zowel de export als de import van landbouwgoederen voor Nederland blijft Europa. In het bijzonder de nabij geleden markten van Duitsland (25% van export en 18% van de import), België (12% van de export en 13% van de import) en Frankrijk (8% van de export en 6% van de import). De productgroepen met de hoogste exportwaarde in 2021 zijn sierteeltproducten (12,0 miljard euro), vlees (9,1 miljard euro), zuivel en eieren (8,7 miljard euro), groente (7,2 miljard euro) en fruit (7,0 miljard euro). Van alle landbouwimport komt 70% uiteindelijk weer in het buitenland terecht. Het merendeel direct als wederuitvoer (43%) en het overige deel na verwerking van de import in Nederland (27%). Dit betekent dat 30% van de landbouwimport in Nederland blijft, waarbij 17% direct bestemd is voor Nederlandse consumptie en 13% wordt geconsumeerd na verwerking in Nederland. ‘ Ik zou zeggen , laat het even tot jullie doordringen. De voedsel- fabriek die Nederland heet, heeft over een ding heel slecht nagedacht. Het CBS becijferde in 29 september 2021 dat er in Nederland 116, 5 miljoen dieren op stal staan. Daarvan zijn bijna honderd miljoen kippen. Die moeten iedere dag eten , drinken en gezond blijven. Waar heel slecht over nagedacht is of eigenlijk helemaal niet, is de vraag hoe je aan voer komt voor zo’n gigantische hoeveelheid dieren, wanneer de import van voer uit het buitenland door een crisis als bijvoorbeeld een oorlog plotseling heel moeilijk wordt of zelfs onmogelijk. Varkenshart En is het dan eigenlijk niet ongelooflijk risicovol , los van andere factoren als dierziekten, milieuschade om zo’n immense hoeveelheid dieren in een land te houden waar een hectare grond voor akkerbouw nu al bijna meer dan een ton kost. Je kunt als pluimveehouderij dus niet zo maar maïs of voergraan gaan telen door hier in Nederland land aan te kopen of te pachten. Los van het feit dat de pluimveehouderij een zeer gespecialiseerde sector is waar men weinig kennis meer heeft van het produceren van voer voor de eigen veestapel. Conclusie. Die vlees- en eier- fabriek die in Nederland zo buitensporig is gegroeid, is juist enorm kwetsbaar omdat ze nooit nagedacht heeft over eigen productie van voer voor al die miljoenen dieren. Het systeem van een gemengd bedrijf is niet populair in de Nederlandse landbouw. Men investeert liever in nog meer techniek. Dat betekent feitelijk innovatie van reeds bestaande systemen. Wat als containerbegrip ‘smart farming ‘ rondspookt in beleidsdocumenten vanuit de sector. Wat dieren moeten eten vindt men eigenlijk niet interessant. Het draait dan in de bio industrie meer om nog meer efficiëntie van voedselopname. Niet zo gek gezien de lobbypraktijken van slachtbedrijven als VION en voederfabrikanten als For Farmers die zelfs zich niet schaamden om een eigen politieke partij op te richten, de Boeren Burger Beweging [ BBB ], die zogenaamd de leefbaarheid van het platteland in haar vaandel heeft staan. Met als boegbeeld de communicatief sterke, tot Tweede Kamerlid gekozen Caroline van der Plas( geb.1967 ). De digitale encyclopedie Wikipedia noteert van haar de volgende biografische gegevens : ’ Van der Plas is van oorsprong journalist en was onder meer werkzaam voor uitgever Reed Business waar ze schreef voor een blad over de vleesindustrie. Ze was chef redacteur voor Pig Business en Pluimveeweb bij Agrio Uitgeverij. Ook werkte ze als communicatiemedewerker voor onder meer LTO Noord en de Nederlandse Bond van Varkenshouders. ‘.Het lijkt me wel duidelijk, van der Plas die zich voordoet als volksvertegenwoordiger met een groot hart voor een leefbaar platteland, heeft m.i. waarschijnlijk toch meer een varkenshart…….……………………………………………………………( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak ’. Nieuws