Zomaar op het Hogeland: een geel tapijt

Eén paardenbloem is niks. Een heel veld is een geel tapijt, warm geel met en vleugje oranje. Op dit veld, onder de rook van Schouwerzijl, zijn ze al over de bloei heen. Straks zijn het allemaal pluizenbollen, met zaad aan een parachute en drijven ze op de wind verder.

Wat fijn dat je tegenwoordig met de telefoon ter plekke de informatie kunt opzoeken. De paardenbloem heet Taraxacum officinale). De bloemen zijn sterk gereduceerd en klein en staan dicht bij elkaar in een bloemhoofdje. In april kunnen ze hele weilanden geel kleuren. De paardenbloem komt van oorsprong voor in Afrika, Azië en Europa en is door toedoen van de mens over veel andere plaatsen verspreid.

Er bestaan binnen het Nederlands taalgebieden 86 geregistreerde volksnamen. De paardenbloem is in het noorden van Nederland bekend als hondstong (Drenthe) en als hondenbloem (Groningen) en hynsteblom in Friesland. In het zuiden van Nederland (Limburg) en in Vlaanderen (België) wordt de paardenbloem ook wel pisbloem of pissebloem genoemd. In West-Vlaanderen spreekt men vaak van beddepissers of iets vulgairder beddezeekers. In verschillende delen van Zeeland kan de naam variëren van pissebed, pissebaede tot pisseblomme. De naam pisbloem of pissebed slaat op het kennelijk urine-afdrijvend effect van de plant wanneer de bladeren gegeten worden. De naam melkwiet komt veel voor in de provincie Zeeland. In delen van Gelderland wordt de wortelrozet kettingspol of hondepol genoemd. Andere regionale namen voor de paardenbloem zijn konijnenbladeren (bijvoorbeeld op Texel) of brievenbesteller (in West-Friesland). De laatste naam slaat op het vruchtpluis dat wanneer ertegen aangeblazen wordt, wegdrijft om als het ware de zaden die er aan hangen als brieven te bestellen.

Tot het begin van de twintigste eeuw was er geen officiële Nederlandse naam voor de paardenbloem. Dat was lastig bij onderwijs en educatie omdat de plant in verschillende streken een andere naam had. Een commissie stelde in 1906 het boekje Nederlandse plantenamen samen om meer eenheid te brengen in het gebruik van Nederlandse namen voor plantenSindsdien heet de plant in het Nederlands officieel paardenbloem. De betekenis is vermoedelijk nutteloze of waardeloze bloem. Een vergelijkbaar gebruik van het woord ‘paard’ is te vinden in paardenkastanje, die, in tegenstelling tot de tamme kastanje, niet eetbaar is. Waarom het woord ‘paard’ deze betekenis kan hebben is onduidelijk.

Als je de natuur in gaat, altijd laptop of telefoon bij je. Kun je zo opzoeken wat groeit en bloeit en boeit./BM

 

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !