8 juni 20228 juni 2022 Onderdendam ( Gr. ) Woensdag 8 Juni 2022, 05u25 ( Zomertijd ): “ Z- wind. Windkracht 2. Helder. Wel hier en daar een streepje in de blauwe lucht, dat zijn best doet op een nevel te lijken. Wel een serieuze wolkenbank in het oosten en het zuiden, heel lichtgrijs van kleur. De zon houdt zich daarachter schuil. Hij is achttien minuten geleden opgekomen en zijn stralen doen de bovenste rand van de wolkenbank gloeien alsof het om sterk verhit ijzer gaat. Met onze hond Nantske sta ik om me heen te kijken vanaf het houten bruggetje, vijf meter boven het Boterdiep. Het is fris, nauwelijks acht graden. Noodgedwongen heb ik mijn winterjas maar weer aangetrokken. Rechts van de brug drijft midden op het water ter hoogte van de overhangende wilgenstruik een fuut [ Podiceps cristatus L. ] Een beweeglijk kopje steekt tussen zijn op de rug gevouwen vleugels naar buiten. Naast hem in het water een spartelend luid piepend kuiken. Een tweede fuut drijft dat kuiken ondanks veel misbaar weer in de richting van zijn moeder. Maar die actie verkeert in zijn tegendeel. Het kuiken dat op de rug zat, springt nu in het water en de twee kuikens cirkelen nu om de twee futen , piepen als een gek dat ze honger hebben. Twee meerkoeten [ Fulica atra L. ] rommelen net als gisteren rechts tussen de dotterbloemen [ Caltha palustris L. ] langs de walkant. Een scherpe knal klinkt. Lijkt eerder een jachtgeweer dan een luchtpers- kanon. Dit dient om vogels te verjagen In onze binnentuin hoor ik eksters [ Pica pica L. ] enthousiast schreeuwen tegen elkaar. Ik hoop niet dat de vreugde een met succes bekroond leeghalen van een nest met zangvogels is. De huismussen [ Passer domesticus L . ] blijven angstwekkend stil , net als de merels , die ’s ochtends anders altijd zo uitgebreid zingen. Een meerkoet links van de brug doorkruist het kanaal van de ene kant naar de andere. Hé, ook de graspiepers [ Anthus pratensis L. ] hoor ik niet vanochtend. Al een paar dagen trouwens niet. Ik ga met Nantske de brug af. Eenmaal op het schelpenpad zie ik twee houtduiven [ Columba palumbus L. ] rond drentelen in de bocht van de lange ree naar de keet van Annemarie de Haan. Het kweek- en ander wild gras, dat langzamerhand tot aan mijn schouder reik,t staat weer recht overeind. Gisteren lag het nog tegen de grond geduwd door wind en regen. Opvallend dat een plant die geen skelet , spieren en zenuwen bezit, toch in staat is zich weer op te richten. Hoe werkt dat, vraag ik me af. Wat ik er tot nu toe van begrijp is dat het transport van water in de plant naar omhoog en de mate van verhouting aan de buitenkant een rol spelen hierbij . Maar verder kom ik tot nu toe niet. Een blauwe reiger [ Ardea cinerea L. vliegt zwijgend voorbij vanuit het zuiden op nog geen drie meter hoogte. Het is naar schatting een drie- of vierjarige vogel. Spanwijdte van de vleugels nog maar anderhalve meter. Zijn blauwe reigers eenmaal uitgegroeid ,dan kan die spanwijdte twee tot twee en een halve meter beslaan. Ik zet mijn eerste stappen op het wandelpad. Nantske blijft aan de lijn. Gisteren even los en meteen ging ze onduidelijke dingen vreten in de wei rechts van Voorheen Jarco Rozeboom. Ruzie over de beste plek Een groep meeuwen vliegt op uit de rand van die wei en zet zich onder veel kabaal neer in het perceel aan de overkant van de scheidingssloot, het land van Harm van der Giezen. Wel blijkt in Rozeboom zijn wei nog een andere vogel te zitten , die me niet direct opviel. Een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ] zit in een diepe greppel in de wei te foerageren. Vliegt op, voelt zich kennelijk verstoord en landt een meter of tien verderop in het gras. Pas dan valt mijn oog op een jonge haas, twee jaar naar ik schat, die aan de rand van de wei zit dichtbij de hoek die het pad maakt richting Bedum. Hij voelt dat ik naar hem kijk. En maakt zich snel uit de voeten. Verdwijnt in de walkant van de sloot naast het pad Op het toegangshek naar de wei met het ‘ Bultje ‘ zit een van mijn ‘huis ‘- kraaien , de ouder van de familie die ik al jaren volg. Hij vliegt op, kruist het pad op anderhalve meter hoogte, kiest een baan diagonaal door de wei rechts en landt naast de sloot op zijn vaste plek. Zijn partner volgt hem vanuit de meidoorn [ Crataegus laevigata L. ]. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden. Laat Nantske van de lijn. Onderweg ben ik inmiddels al een kleine twintig zwarte wegslakken [ Arion ater L. ] tegengekomen . Wel allemaal vrij jong nog, zes centimeter lang en nog geen centimeter breed. Scholeksters hoor ik rellen in de buurt van de Kardingemaar Als ik me omdraai, ik verwacht ieder moment een passerende fietser, zie ik dat de ‘ huis ‘- kraai weer terug is op zijn vaste uitkijkpost, de top van de meidoornstruik op de hoek. Zijn partner heeft zich heel strategisch op het hek naar het perceel van Harm van der Giezen neer gezet. Beiden kunnen nu prima twee weiden in de gaten houden. Inmiddels is Nantske uitgebreid aan het rollen in het gras van de wei links. Daar heeft het raaigras [ Lollium perenne L. ] al een hoogte van vijf en twintig centimeter bereikt en is hier en daar al aan het doorschieten. ‘ Doorschieten ‘ betekent dat het gras in bloei schiet. Ik hoor een gerucht op de ree van de Haver. De rode Sedan van de bewoner daar komt me tegemoet rijden en groet terug tijdens het passeren. Ergens hoor ik kraaien schreeuwen. Kan ze aanvankelijk niet ontdekken. Ze blijken met zijn tienen op het dak van de ligboxenstal van Harm van der Giezen te zitten en maken daar voortdurend ruzie over de beste plek. Zwart- witte flitsen boven het pad. Twee boerenzwaluwen [ Hirundo rustica L. ] scheren een meter of drie voor me uit rond de esdoorns [ Acer pseudoplatanus L. ] Die staan links en rechts van de ree van boerderij de Haver. De zwaluwen draaien daar rondjes, zo lijkt het wel. In feite jagen ze op mugjes, die nu opstijgen uit de takken van de bomen waar ze zich tegen de kou van de nacht hebben verborgen. Ik ben dus opmijn keerpunt aanbeland, draai me om, roep onze hond en ga op de terugweg. Scheef op de fiets Vanuit de verte zie ik een fietser aankomen vanuit het dorp. Vanaf deze afstand is nog alleen een gele vlek te zien. Die snel dichterbij komt. Alleen niet zo snel en gesmeerd als normaal. Ik krijg uitgebreid de tijd om naar Nantske te lopen en haar naast me neer te zetten. Het is mijn vaste passant rond zes uur, de Wielrenner met de Gele Rugzak op. Vandaag heeft hij een zwart jack met blauwe mouwen aan. Groet ‘ Mogge ..’. Ik merk dat zijn pedaaltred niet zo soepel is als normaal. Ik blijf trouwens staan, want vanui Bedum verschijnt mijn tweede passant, de Onbekende Fietser 7.0. . Hij zit wat scheef op de fiets . Niet , half rechtop. Groet tersluiks. Twee scholeksters vliegen bijna synchroon naast elkaar rondjes boven de derde wei van Voorheen Jarco Rozeboom. Een schitterend gezicht, het zonlicht doet de witte strepen op hun zwarte vleugels fel oplichten. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Geen graspiepers laten zich horen, valt me op. Zijn ze vertrokken na de wind en de regen van afgelopen weekend? Een visdiefje [ Sterna hirundo L. ] komt me op acht meter hoogte tegemoet vliegen. Nantske snuffelt in de linkerberm die overloopt in de wei van Rozeboom. Spant nu alle spieren . Blijkbaar zit onder de grond een muis. Ze blijft nog een zeker een minuut of twee de muis volgen. Dan besluit ze te stoppen en komt me voorbij lopen. Een vredig tafereel. Maar zo vredig is het niet in mijn omgeving. En in mijn hoofd want het advies van de Mijnraad, een onafhankelijk adviesorgaan van de regering heeft voor een hoop ellende gezorgd in mijn omgeving.. Wat houdt het advies in? Ik citeer het bericht hier voluit. Dat ik vond op de website van RTV- Noord gisteren: “ Het kabinet dient Groningen voor te bereiden op het openblijven van het gasveld. Bovendien moeten de gasbergingen met spoed niet voor 80, maar voor 100 procent gevuld worden. Dat staat in een nieuw advies van de Mijnraad. De Mijnraad is de bij wet ingestelde en onafhankelijke groep energiedeskundigen. Volgens de Telegraaf is het advies naar het kabinet gestuurd. Hoewel Klimaatminister Rob Jetten (D66) en D66-staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) tot op heden volhouden dat het Groningenveld ook dit jaar ’op een waakvlam’ blijft staan, en in 2023 of 2024 definitief dichtgaat, adviseren de deskundigen vanwege de grote onzekerheid op de gasmarkt door de Oekraïne- oorlog anders. ‘De coronacrisis heeft geleerd dat rekening houden met extremen nodig is’, schrijft de Mijnraad. De dreigende gascrisis als gevolg van de oorlog in Oekraïne vraagt dan ook serieuze antwoorden. Daarbij is ‘ transparant communiceren naar de gehele Nederlandse bevolking’ over scenario’s, risico’s en maatregelen ‘essentieel voor draagvlak en navolging ‘. Zo kan het kabinet bovendien nepnieuws tegenspreken. Het kabinet moet zich dus niet alleen baseren op de meest waarschijnlijke scenario’s, maar ook op ‘ de meest ingrijpende mogelijke scenario’s ‘. Volgens de Mijnraad moet het kabinet zich klaarmaken voor de gaswinning ‘vergelijkbaar met de manier waarop we ons voorbereiden op overstromingen’, aldus de adviesclub. De Mijnraad, bestaande uit bijvoorbeeld hoogleraren van meerdere universiteiten, zei in april al het onverstandig te vinden het Groningse gasveld te sluiten. Namen en rugnummers Ook zo nieuwsgierig wie er dan precies in zo’n adviesorgaan zit en hoe de raad zichzelf ziet? Op hun website: https://demijnraad.nl/cms/view/28692ff9-d9db-4425-8e0b-b58fd477f9a4/over-ons: staat te lezen: “ De Mijnraad bestaat uit deskundigen op het gebied van politiek-bestuurlijke verhoudingen, veiligheid/toezicht, geologie, juridische en financieel-economisch aspecten, technologie/innovatie en ruimtelijke ordening.””Wie zijn dan de mensen die dit advies geven? Voorzitter is Ir. S. Depla. Klinkt bekend. Hé,dat is toch de bekende Staf Depla, oorspronkelijk afgestudeed planoloog uit Wageningen, Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid . Bekend in de PvdA als lid van de groep ‘Rode ingenieurs ‘ naast Jeroen Dijsselbloem en Diederik Samsom , later wethouder van Eindhoven geworden, terwijl in Utrecht gesolliciteerd had . Hij wordt bijgestaan als plaatsvervangend voorzitter door Ron Atsma, voorheen, mogelijk nog steeds voorzitter van directie van Energie Beheer Nederland, het staatsbedrijf dat deel neemt in de opsporing van aardgas en aardolie in ons land, dat een groot deel van de opbrengst van het gas incasseert. Leden van de raad zijn vervolgens : Dr. A. F. Correljé. Aad Correljé is assistent –hoogleraar of beter universitair hoofddocent aan de Technische Universiteit Delft . Hij doet onderzoek naar en adviseert op gebied van de logistiek van olie, aardgas en watertransport . Geeft adviezen aan zowel bedrijven als publieke instellingen. Prof.Dr. L.Hancher. Leigh Hancher bezet een leerstoel aan de Tilburgh University op o.a het gebied van energierecht. Ir. W.M.Heesen, Michel Heesen is een landschaparchitect. Hij is actief bij het ontwikkelen van projecten op het gebied van o.a. energietransitie en de gevolgen ervan voor landschap en architectuur. Prof. M.A. Herber , Rien Herber is Hoogleraar Geo- Energy aan de Rijksuniversiteit Groningen. Prof. Dr. Ir. J.D. Janssen, Jan Dirk Janssen, Hoogleraar Civiele Techniek en Geo- Wetenschappen met de focus op onderzoek praktisch en theoretisch naar bewegingen in de bodem bij het boren naar aardgas, olie en aardwarmte en werkzaam als adviseur voor Shell International.. Ir. H.C. Klavers, Hetty Klavers is Dijkgraaf van het Waterschap Zuiderzeeland. Het Secretariaat van de Mijnraad bestaat uit: Ir. H.G. de Brabander , Henri de Brabander is bedrijfskundige , projectleider en manager , werkzaam bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Technische Universiteit Eindhoven. Alle leden van de Mijnraad worden of werden trouwens officieel benoemd door het Ministerie van Economische Zaken. Verder maken deel uit van het secretariaat : Mevr. K. M. van der Hoeven. Mevrouw van der Hoeven is secretarieel medewerker van de Technische Commissie Bodem Beweging [TccB ] . De TccB zegt over zichzelf : ‘ We geven informatie aan particulieren over mijnbouwactiviteiten en bodembeweging. We adviseren de minister van Economische Zaken en Klimaat over de gevolgen van mijnbouw voor de beweging van de aardbodem. En over de schade die hierdoor kan ontstaan. We geven advies aan burgers met schade aan hun woning door bodembeweging. Komt dit door mijnbouwactiviteiten? En wat is het schadebedrag? ‘ . Drs. C.H. Krijger. Over hem/haar heb ik niets kunnen vinden. Zo uitgebreid mogelijk heb ik de personen hier genoemd en hun professionele achtergrond. Namen en rugnummers trof ik namelijk in geen enkel nieuwsmedium aan, dat melding maakte van het advies dat de laatste vier en twintig uur zoveel opschudding heeft veroorzaakt in Groningen. Waar ik me wel over verbaasd heb is dat het voorzitterschap van de Mijnraad bekleed wordt door de sociaal- democraat Staf Depla. …………………………………………………………….( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al de zevende jaargang van de ‘De winkelhaak ‘. Nieuws