7 juli 20228 juli 2022 Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 7 Juli 2022, 05u55 ( Zomertijd ): “WNW – wind. Windkracht 2. Maar bij vlagen zelfs 4. Zwaar bewolkt. Een compact wolkendek hangt laag over de grond. Het is extreem vochtig en warm, vijftien graden. En droog , tot mijn verrassing. Ik had me al op stevige buien gekleed. Om kwart voor vijf sloeg de regen tegen het badkamerraam, toen ik me stond te wassen. En het was zeer duister. ‘Buiten ‘ zag het er herfstig uit achter het glas. Hoe heel anders is het , nu ik eenmaal met onze hond Nantske op het houten bruggetje over het Boterdiep sta. Alles om me heen ademt zomer. Maar wel een natte, onstuimige zomerochtend. En donker is het nog steeds, ook al zijn de lantaarnpalen inmiddels uitgezet. Alleen in het noordwesten is een gat gevallen in het wolkendek. Daar kun je zelfs de lucht zien. Tussen de regenwolken is heel even een heel lichtblauwe kleur te zien. Beneden me rilt het kanaal als een honderdjarige die door de Thuiszorg in een te koud bad word gezet. Zo ’n gigantisch verschil , dit wateroppervlak, met dat van gisteren toen het kanaal blonk als een spiegel die met petroleum glanzend is opgewreven. Op slechts twee meter boven het water scheert een houtduif [ Polumba calumbus L. ] over het kanaal en verdwijnt in onze binnentuin. Achter de huizen van de Bedumerweg vliegen twee meeuwen tegen de wind in. Een enkele auto passeert. Huismussen [Passer domesticus L. ] rumoeren in de heg rond ons huis. Dan breekt daar een kleine ruzie uit. Huismussen moeten iedere dag omdat ze in een groep leven, met elkaar ‘afspreken ‘wie de baas is. Ineens word ik bijna omgetrokken, de brug af. Nantske wil naar beneden. Over het trottoir voor ons huis loopt de lapjeskat die ook vaak op de ree naar de keet van Annemarie de Haan looptt. Misschien hoort hij daar. Gelukkig weeg ik vijf en tachtig kilo en onze hond 34,4 . Dus zij krijgt mij maar niet zo maar omver. Ik geef een ruk aan de lijn en we gaan het bruggetje af. Het is nog steeds droog als ik de eerste stappen zet op mijn wandelpad. Gevoel van veiligheid Op vijftien meter hoogte buitelen vier zwarte kraaien [ Corvus corone L. ] door elkaar heen . Ze lijken te spelen met de wind. Laten zich meevoeren. Een paar slagen met de vleugels en ze schieten naar grotere hoogte , duiken dan naar beneden. Het speelt zich allemaal af boven de twee weien rechts en links van mijn pad. In het noorden nadert een bui. Acht kauwtjes [ Corvus monedula L. ] hebben ‘de wind in de poeperd ‘. Vliegen richting het zuidoosten. Worden al snel acht stipjes. Ik kijk eens wat beter om me heen . Ontdek nu dat er onder dat compacte wolkendek een tweede laag met grote snelheid voorbij vliegt. Zwarte wolkenflarden schieten over het land. Drie kauwtjes volgen de groep van acht. Het wordt drukker daar hoog in de lucht. Maar niet altijd in dezelfde richting. Dat buitelen en spelen doen ook een stuk of tien meeuwen. Langs de Noordersloot schiet een eendenvrouwtje [ Anas platyrhynchos L. ] weg. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden. Heb direct het zicht op de grote groene vlakte links en rechts van het pad. Aan de overkant van de Havertsetocht zijn dertig kraaien en meeuwen aan het foerageren. Ook dat grote perceel is eigendom van de familie van der Giezen. Veertig kauwtjes lijkt zoiets ook wel aantrekkelijk.De zwerm heeft eerder in de wei rechts van het pad naar voedsel gezocht. De vogels trekken nu onder veel enthousiasme, roepend tegen elkaar ook naar het bovengenoemde perceel. Ik loop inmiddels langs de rij meidoorns. Hoor daar diep in het gebladerte graspiepers [ Anthus pratensis L. ] wat ingehouden fluiten. Eenmaal op het struikloze, open stuk openbaart zich een kleurenpalet van jewelste. Die enorme vlakken gelig groen die je tegemoet knalt. Daarboven een wolkendek dat tintelt van grijs – en gebroken wit-nuances. Ook nog heel licht blauw dat er doorheen schemert. Het zware donkergroen van boompartijen met hun zomerzwoelheid uitstralend bladerdak. In dat groene vlak twee bruine stipjes: dikke hazen [ Lepus europaeus L. ] zitten daar gras te eten. Ze moeten ons nu ruiken, maar ze blijven rustig dooreten. Iedere keer wanneer ik hazen tegenkom, maar dat geldt ook voor kraaien , vraag ik me af wat exact de grens van hun gevoel van veiligheid is. Betekent dat voor hazen voor wie ik ook een jager zou kunnen zijn , dat dit vierhonderd of driehonderd meter is ? Of zelfs minder? We zijn nu, mijn hond en ik bij de eerste dam naar het land van Harm van der Giezen waar de hazen aan het eten zijn. Nantske begint zich daar in een restant verhooid gras te rollen. De hazen eten nog steeds door. Onze hond loopt van de dam het pad weer op , taalt niet naar hen. Ik heb het idee dat ze hen niet eens heeft opgemerkt. Dan…ineens , we zijn nu een kleine driehonderd meter van elkaar verwijderd , nemen de ze de benen. Hoewel dat eigenlijk te sterk is uitgedrukt. Ze huppelen een meter of vijftig ontspannen richting het Boterdiep. Nu ontdek ik in de verte aan de rand van het perceel nog een derde haas. Dan gaan ze plotseling versnellen. In een oogwenk zijn ze op driekwart van de wei beland . De derde haas komt hun richting uitlopen. Ze stoppen, draaien zich om, gaan rechtop zitten. Kijken waar wij zijn. Kennelijk besluiten ze dat dit ze nu op veilige afstand zitten De derde haas arriveert. Er wordt even gesnuffeld aan elkaar en op een afstand van een meter of drie gaan ze verder met eten, alle drie. Slachtofferschap Terwijl ik geconcentreerd de bewegingen van de hazen volgde heb ik niet op of om gekeken. Dat bis dom. Ik hoor achter me een stem , die luid : “Mogge ‘roept. Iets zwarts en geels schiet langs me heen. Het is de Wielrenner met de Grote , Gele Rugzak op zijn rug.. Die heeft vandaag inderdaad weer die goedgevulde , opvallende zak op zijn schouders waardoor hij op een slak met een huisje lijkt. Alleen zijn snelheid hoort niet bij een slak. Alleen hoe stom, ik heb hem t o t a a l n i e t gezien. Vanuit de wilde appelbomen vliegt een volwassen kraai op. Laat nog een paar positieroepen horen, doet wat slagen met zijn vleugels en zweeft naar de groep kraaien en meeuwen op het perceel achter de Havertsetocht. Waar is al dat gras gebleven wat dinsdag is weg gehaald van deze drie percelen. Een deel is verpakt in balen van een ton en ligt tussen balen met een blauwgroene kleur. Daar zitnog gras van vorig jaar in. De rest puilt uit de derde kuilsilo van hieruit gezien. Van der Giezen staat in de omgeving bekend als een zeer kundige grasboer. En ik twijfel er niet aan dat hij een voortreffelijk kuil kan maken. Net zo min als ik twijfel aan de professionaliteit van heel veel boeren die nu aan het demonstreren zijn. En toch knaagt er bij mij iets, wanneer ik in de media naar boeren luister. Het is hun breed uitgedragen slachtofferschap . Dat klopt niet als je je realiseert hoeveel kennis en kunde er bij hen aanwezig is om die miljoenen kostende ligboxenstallen met honderd vijftig of meer koeien dagelijks draaiend te houden. Dat lukt je niet als je volledig de kluts kwijt bent geraakt door de aangekondigde regeringsmaatregelen. Een slachtoffer gedraagt zich echt anders Laat ik maar wat duidelijker zijn. Ik vind dat slachtofferschap van de boeren een pose, een retorische figuur, het komt onecht over. Het is niet zo dat zij tegen hun wil door de regering in een wanhopige positie zijn gemanoeuvreerd. ‘Wanhoop’, dat is wat je nu hoort. ‘Ten einde raad’, zeggen boerenleiders als Bart Kemps van Agractie. Waarom klopt dat demonstratief uitdragen van die emotie niet. Ik geef wat redenen: 1 April 2015 werd in heel Europa het melkquotum afgeschaft. Wat betekende dat de boeren meer melk mochten gaan produceren. Ik citeer hierbij Wikipedia: ‘ De melkquota zijn ingevoerd omdat in de Europese Unie meer melk werd geproduceerd dan geconsumeerd, wat uiteindelijk leidde tot wat een mekplas en boterberg genoemd werd. Deze overproductie is een direct gevolg van productiesubsidies in het kader van afspraken die zijn gemaakt in het Gemeenschappelijk ( Kw. Europees ) LandbouwBeleid [ GLB ] . De overschotten aan melk worden met exportsubsidies op de wereldmarkt afgezet (de prijs in de EU was hoger dan op de wereldmarkt). Om de hoge kosten van die subsidies, die alsmaar stegen door de groeiende melkproductie en de dalende melkprijs op de wereldmarkt, te beperken werd het melkquotum ingevoerd. De hoogte van de melkquota in de EU bedroeg bij invoering de productie van 1984 minus enkele procenten. Daarna is de omvang van de melkquota een paar keer aangepast. Door het melkquotum is de productie van melk in de Europese Unie beperkt en daarmee dus ook voor exportsubsidies begrensd ‘. Wanneer vijf jaar later op dat besluit wordt terug gekeken, blijkt wat een buitengewoon onverstandig besluit dat is geweest. Een artikel in de Gelderlander van 4 April 2020 schetst tot in detail wat voor dramatische gevolgen dit voor sommige boeren heeft gehad: “Hoe boerenbevrijdingsdag eindigde in een bloedbad: ‘Door de falende democratie bloedt de sector’, Joris Gerritsen en Albert Heller , Ruben Oppenheimer, 04-04-20 Op 1 april was het vijf jaar geleden dat het melkquotum voor boeren is afgeschaft. ‘Bevrijdingsdag’ noemde LTO deze dag destijds. Na jaren van stilstand kon de sector weer groeien. Maar het loslaten van het melkquotum eindigde in een drama voor de melkveehouderij. Rogier van Dijk is er de man niet naar om in huilen uit te barsten. Hij is een nuchtere boer. Maar als de gewraakte brief op 1 december 2019 op de deurmat valt, moet hij wel even slikken. ,,Echt triest dit”, zegt hij. De bank laat hem weten dat het over is. Ze hebben er geen vertrouwen in dat Van Dijk nog uit de problemen komt. Hij heeft een prachtige boerderij. Veel grond en moderne, nieuwe stallen. Alleen, die stallen staan voor een groot deel leeg. Van Dijk had onvoldoende fosfaatrechten op 1 juli 2015 en dus mag hij nu niet meer koeien houden. En de lening voor die moderne, nieuwe stallen moet toch afbetaald worden. Dat lukt niet als er niet voldoende koeien in staan. Net als duizenden andere boeren wordt Van Dijk overvallen door de invoering van de fosfaatrechten. Terwijl de boeren juist dachten dat er kansen lagen om te groeien. In 2008 bepaalde Europa dat het melkquotum zou worden afgeschaft op 1 april 2015. Mede door de groei van de Europese Unie vond men het systeem niet langer werkbaar. Rustige sector Tientallen jaren was de melkveehouderij in Nederland een relatief rustige sector. In 1984 voerde Europa het melkquotum in om overproductie te voorkomen. Boeren wisten precies hoeveel melk ze per jaar konden produceren. Combineer dat met een stabiele melkprijs en elke boer in Nederland wist aan het begin van het jaar al wat hij dat jaar zou verdienen. De afschaffing werd desondanks bejubeld door land- en tuinbouworganisatie LTO. Na jaren van stilstand was er weer ruimte voor groei. LTO, de banken en melkfabrieken ( FrieslandCampina ) lieten hun leden weten dat een groei van zeker 20 procent mogelijk was. Ook het ministerie deelde deze verwachting. Sterker nog, boeren die nieuwe stallen wilden bouwen, konden daar subsidie voor krijgen. Groei was mogelijk, mits de mestproductie maar beperkt bleef. Historische vergissing Precies daar wringt de schoen. Al in 2007 schreef het Wageningse onderzoeksbureau Alterra een rapport waarin gewaarschuwd werd voor de gevolgen van het loslaten van het melkquotum. Ook de kleine melkveehoudersbond, de NMV, kwam met een rapport: ‘Loslaten melkquotum, een historische vergissing’. ,,Wij gingen er in ons rapport van uit dat we binnen anderhalf jaar over de milieugrenzen zouden gaan. Dat was eigenlijk de enige fout in het rapport. Binnen twee maanden hadden we die grens al bereikt”, zegt NMV- voorzitter Harm Wiegersma daar nu over. Waarschuwingen voor de nadelige effecten van de groei werden massaal in de wind geslagen. Aangemoedigd door LTO en de melkfabrieken en ondersteund door de banken besloten heel veel boeren uit te breiden. Sommigen met honderden koeien tegelijk. Consequenties van het afschaffen van het melkquotum. In Den Haag nemen dan de zorgen toe. Al in september 2014 werd op het ministerie besproken dat de groei te hard ging. Meer koeien betekent meer mest en de maximale uitstoot van fosfaat, een schadelijke stof die in mest zit, komt al snel in zicht. Toch hield onder meer LTO nog tot maart 2015 vol dat groei mogelijk was. Zo kwamen er in de eerste maanden van 2015 er nog 100.000 koeien bij, terwijl achter de schermen al onderhandeld werd over beperkende maatregelen. ,,We hebben onderschat hoe snel dat ging”, erkent Kees Romijn, destijds voorzitter van de LTO. ,,Alle boeren gingen ineens koeien bijplaatsen. De meeste tussen de vijf of tien. Een enkeling vele malen meer.” Toch duurde het pas tot juni voor er concrete stappen werden genomen om de groei te beteugelen. Falende democratie ,,Mijn afdronk van het hele proces is: door de falende democratie bloedt de sector.” In zijn statige boerenhoeve De Nachtegaal in [ KW. het Brabantse ] Wintelre kijkt Hans Huijbers terug op het proces dat zich vijf jaar geleden afspeelde. Huijbers, een grote vent met een stoere kop met grijze krullen, is in die jaren de hoogste baas van ZLTO, samen met LTO Noord en het Limburgse LLTB de pijlers van LTO Nederland. In de beleving van Huijbers heeft de overheid het laten lopen. Maar hij is ook kritisch op de rol van de LTO en ZLTO. ,,Ook wij knokten toen niet hard genoeg.”Dat laatste punt valt te betwisten. Uit meerdere gesprekken die De Gelderlander voerde met betrokkenen blijkt dat de LTO- Noord- en ZLTO- bestuurders wel knokten. Alleen niet voor elkaar, maar tegen elkaar. De boeren waren intern ernstig verdeeld over de vraag hoe de groei afgeremd moest worden Het is lunchtijd, begin juni 2015 als op het ministerie van Economische Zaken de mobiele telefoon van een van de ambtenaren overgaat. Aan de lijn een beleidsmedewerker van LTO. Hij heeft een dramatische mededeling. ,,We komen er als sector niet uit. Jullie moeten nu ingrijpen.” Het telefoongesprek is de climax van een slopend proces waarin een besluiteloze overheid en een tot op het bot verdeelde boerensector uitkomen bij een oplossing die eigenlijk niemand wilde; Illusie In de voorafgaande maanden werd elke dag duidelijker dat de Nederlandse melkveehouderijsector de milieugrenzen van Brussel zou gaan overschrijden. Zowel de overheid als de boeren zelf dachten dat het zo’n vaart niet zou lopen. Dat de sector zelf wel met een oplossing kon komen. Een illusie zo blijkt in juni 2015. In de weken erna wordt in allerijl een beleidsvoorstel geschreven dat staatssecretaris Sharon Dijksma op 2 juli naar buiten brengt. Hoewel het daarna nog tweeënhalf jaar duurt voor de wet feitelijk van kracht wordt en er in die tijd door een werkgroep nog volop over gesproken en aan geschaafd wordt, blijkt die dag al de basis van de Fosfaatwet geschreven te zijn. Het is een wet die betrokkenen en deskundigen nu omschrijven als ‘een soort noodwet’, ‘een wet die niet de schoonheidsprijs verdient’ en een ‘wet die van alle kanten rammelt’. Peperduur De gevolgen zijn hoe dan ook gigantisch. Sinds 1 januari 2018 moeten melkveehouders voor elke koe fosfaatrechten hebben. Deze rechten zijn te koop, maar peperduur omdat Nederland feitelijk te veel koeien heeft. Als je voldoende rechten hebt gekregen op basis van de peildatum van 2 juli 2015 ben je binnen, zo niet dan val je buiten de boot. En dan val je hard, merkte Rogier van Dijk. Van Dijk had in 2010 een oude boerderij en een stuk grond gekocht. Zijn vorige boerderij moest wijken voor woningbouw, maar nu zag hij kansen voor meer. Hij investeert fors in nieuwe stallen. ,,Het is echt een bizarre vertoning. Ik heb alles volgens de regels gedaan. Vergunningen aangevraagd, geld geleend bij de bank. Maar op 2 juli was de stal nog in aanbouw en dus waren er veel te weinig koeien aanwezig. Ik heb niks verkeerd gedaan, maar nu wordt mijn bedrijf de nek omgedraaid.” Boos is hij, cynisch, maar vooral vol onbegrip. Op de politiek. De melkfabriek en de LTO. ,,Het is echt verre van leuk. We zitten zwaar in de problemen. Ik zie geen uitweg meer.” Naar de slachtbank Honderden boeren komen in de problemen, net als Van Dijk. Voor tientallen dreigt acuut faillissement. Daarnaast worden bijna 150.000 koeien naar de slachtbank gevoerd, omdat Nederland boven de milieugrenzen uitkomt. ,,Het is echt verschrikkelijk dat we in deze situatie zijn terechtgekomen”, zegt een van de betrokkenen nu. ,,Dat had niet gehoeven.” De politiek liet het allemaal gebeuren. Het waren de jaren van het tweede kabinet Rutte die gevormd werd door een coalitie van PvdA en VVD. Twee partijen die over bijna alle onderwerpen verschillend dachten en die elkaar niks cadeau gaven. Dus was er geen bereidheid om in te grijpen. Het ministerie en met name toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma stond op het standpunt dat de boerensector zelf maar met een oplossing moest komen. Dat mislukte faliekant doordat de boeren niet op een lijn zaten. Fikse scheldkanonnade Als het telefoontje van de LTO- medewerker binnenkomt, weet ZLTO- baas Hans Huijbers in Brabant van niks. Het tekent de onderlinge verstandhoudingen. Als hij het wel hoort, ontsteekt hij in woede. Een fikse scheldkanonnade volgt. Al maanden wordt dan op het ministerie vergaderd over de groei van het aantal koeien. Naast het ministerie zitten ook de boerenbelangengroepen zoals de LTO en de NMV aan tafel. Ook de zuivelindustrie vergadert mee. In een later stadium schuiven milieuorganisatie Natuur&Milieu en Grondig, een collectief van grondgebonden boeren aan. De Noodrem Zowel de boeren als het ministerie zijn het erover eens dat een nieuw melkquotum of andere dierrechten alleen moeten worden ingevoerd als dat niet anders kan. Als ambtenaren het in een Kamerbrief toch als mogelijkheid willen benoemen, is het de LTO die hier succesvol bezwaar tegen maakt. Een door ambtenaren geschreven plan met de titel, De Noodrem, verdwijnt in de la. De zuivelindustrie en LTO geloven heilig dat ze in staat zijn de groei te beperken. Begin 2015 wordt het voorstel Grondgebonden Veehouderij door de Tweede Kamer aangenomen. Hierin wordt de hoeveelheid koeien die een boer mag houden bepaald door de hoeveelheid grond die hij heeft. Mest moet dan zo veel mogelijk op het eigen land worden verwerkt. Al snel blijkt dat de wet niet helpt om de groei nog in te perken. ,,Die wet was zo ruim opgeschreven dat het helemaal niks beperkte. Het was een waardeloze notitie”, zegt NMV-voorzitter Wiegersma daarover. Verhitte discussies In de gesprekken botst het steeds opnieuw tussen LTO en ZLTO. LTO Noord is groot voorstander van het grondgebonden idee. ZLTO is dat niet. Niet gek, traditioneel hebben boeren in het noorden meer grond dan boeren in het zuiden. Het idee dat boeren in het noorden wel kunnen groeien en boeren in het zuiden niet, is voor ZLTO onbespreekbaar. Het leidt tot verhitte discussies en ruzies. Vooral Hans Huijbers laat zich niet onbetuigd. ,,Het is echt indrukwekkend hoe hij tekeer kan gaan. ZLTO heeft toen zijn stempel op de discussie gedrukt.” Uiteindelijk doet LTO Noord water bij de wijn. Zo veel dat er geen wijn meer overblijft. Onvermijdelijk ,,Het had geholpen als we eerder op een lijn hadden gezeten”, erkent toenmalig LTO- voorzitter Romijn nu. ,,Dat had de groei afgeremd. Maar niet meer dan dat. Ik denk dat het onvermijdelijk was dat er fosfaatrechten kwamen.” ,,Achteraf gezien kun je niet begrijpen dat LTO zo naïef kon zijn. Dat zij telkens zeiden dat ze dit wel op konden lossen”, zegt een van de betrokkenen daar nu over. ,,LTO had toen puntje bij paaltje kwam helemaal geen mogelijkheden om bij te sturen.” Romijn vindt niet dat de fout alleen bij LTO ligt. ,,Wat is dan fout? De boer die extra koeien koopt? De bank die een lening geeft voor een nieuwe stal? De gemeente die de vergunning geeft? In 2014 maakten wij een rondje langs zalen met boeren. Bijna alle boeren waren toen voor groei. We hebben het gewoon verkeerd ingeschat.” Uiteindelijk hakt staatssecretaris Dijksma de knoop door. Nederland voert fosfaatrechten in. De details worden in de maanden na 2 juli 2015 besproken. Dan wordt duidelijk dat Nederland eigenlijk al te laat is. Om weer onder het fosfaatplafond te komen, moet de veestapel krimpen. Bijna alle boeren moeten koeien afvoeren. Knoop in de maag ,,Iedereen zat met een knoop in de maag bij die besprekingen”, zegt een hoge ambtenaar van het ministerie daar nu over. ,,Individuele boeren waren de dupe terwijl ze niet echt iets verkeerd hebben gedaan. Ik zou willen dat er eerder beperkende maatregelen waren genomen.” Het bedrijf van Rogier van Dijk staat te koop. Als het voor 1 juli niet verkocht is, gaat het naar een executieveiling. Hij heeft nog geen idee hoe het verder moet en waar hij gaat wonen. ,,Ik hoop op een wonder”,zegt hij. Voor het optreden van de overheid, de banken en LTO heeft hij geen goed woord over. ,,Ik wil zo graag met de minister of met Mark Rutte om tafel en ze recht in de ogen kijken. Maar ze reageren niet op mijn verzoeken. Ik hoor niks.” Het bovenstaand artikel dat ik niet voor niets hier bijna volledig overneem, legt m.i. exact de vinger op de pijnlijke plek. Boeren hebben zelf gekozen om zich van productiebeperkingen te bevrijden en daarmee op termijn de nek in deze zelfgefabriceerde strop gestoken. Het zijn niet de banken, niet de veevoederindustrie of de slachterijen die boeren hebben gedwongen om zichzelf zo in de moeilijkheden te brengen. Door veel meer te gaan produceren met meer koeien in nieuwe stallen maar op dezelfde hoeveelheid grond hebben boeren zich zelf in een hoek gedreven. Niet meer en niet minder. Hoogstens kan je zeggen dat deze partijen enorm hebben geprofiteerd van vermeerdering van de melkproductie. Strop Niet alle boeren zijn zo dom geweest. Boeren die zich aangesloten hebben bij Boerennatuur en de biologisch- dynamische sector zijn zo verstandig geweest om van af het begin de relatie tussen de beschikbare grond, de hoeveelheid koeien en de door hen geproduceerde mest goed in evenwicht te houden. Met een tien punten programma heeft de woordvoerder van Boerennatuur de Groningse boer Alex Datema zich gemeld in Den Haag. Bij Boerennatuur zijn collectieven met 11.000 boeren aangesloten. Gisteravond zat in een praatprogramma OP1 [ NPO2 22u30 06-07-2022 ] -een representant van deze groepering ook aan tafel. Tijdens de discussie o.lv. van Tijs van den Brink [ EO ] en Giovanca Ostiana over het ‘ boerengeweld , veroorzaakt door ‘de ‘wanhoop onder de boeren ‘werd hij daar op ongelooflijk arrogante manier ‘afgedroogd ‘door Bart Kemps van Agractie , de activistische boerenclub die zich presenteert als hét alternatief voor LTO. Argument: voor grondgebonden , extensief boeren is Nederland te klein. ‘Normale boeren ‘zien daar geen brood in. Gezond boerenverstand , vermoed ik …………………………………………………( wordt vervolgd ) . Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al de zevende jaargang van de ‘De winkelhaak ‘. Morgen i.v.m. vakantie voorlopig de laatste ‘Winkelhaak’. Nieuws