Onderdendam ( Gr. ) Maandag 8 Augustus 2022 , 06u10 ( Zomertijd ):

“ WZW- wind. Windstil. Zwaar bewolkt. Een enorm donkergrijs wolkendek. Een duidelijk teken dat er regen aankomt. Maar zover is het nog niet. Het is droog, als ik met onze hond Nantske het startpunt van mijn dagelijkse wandeling, het hoogholtje over het Boterdiep,  opklim. Meteen wordt mijn aandacht getrokken door het schreeuwen van twee zwarte kraaien [ Corvus corone L. ]. Die maken  die ruzie midden op de weg  ter hoogte van het huis van Jan de Blécourt. Er ligt daar iets dat ze allebei willen hebben. Het oogt nog steeds donker .Toen ik me om kwart over vijf stond te wassen door de straat. Het leek wel half september terwijl het toch echt nog  maar de tweede week van augustus is. Op onze linkerschoorsteen zit ‘uit volle borst’ een houtduif[ Columba palumbus L. ] te koeren. Er komt reactie uit de met klimop overgroeide es in onze binnentuin. ‘ Keng..keng ..keng..’, hoog in de lucht boven de huizen van de Bedumerweg vliegt een kauwtje [ Corvus monedula L. ]. Wil kennelijk controleren of er meer soortgenoten in de buurt zijn. Contact- of positieroep wordt zoiets genoemd. Er wordt niet gereageerd , ook niet door kraaien die op het dak van DE KERK zitten. Uit het zuiden vliegt een meeuw over op twintig meter hoogte . Ergens in het kanaal moet een futenkuiken [ Podiceps cristatus L. ] zwemmen. Ik hoor een erbarmelijk piepen maar het kuiken zelf kan ik nergens ontdekken. Nog even kijk ik snel om me heen. Het zware wolkendek sluit de hele hemelkoepel af. Laat alleen in het oosten en zuiden de horizon een tikje vrij. Daar is een strook lucht te zien, oranjeroze van kleur. De zon is als negen minuten op,maar zit goed verborgen achter wolken. Genoeg gezien. Ik geef een ruk aan de lijn en met Nantske daal ik de zestien treden af naar beneden. Zet even later de eerste stappen op mijn wandelpad.

‘ Raar om dat van een vogel te zeggen ‘

In de berm links zie ik zeker  acht planten met merkwaardige gele bloemvormen. Een soort bollen op het einde van een stengel die weer bestaat uit wel twintig kleinere bolletjes. Dat is Grote Engelwortel [ Angelica archangelica L. ] .De plant verspreidt zich vanuit het Lauwersmeer. Volgens mijn Wilde Bloemenboek kunnen de wortels ervan gedroogd worden en vermalen . In de natuurgeneeswijze wordt het poeder ervan ingenomen in de vorm van thee bij een gestoorde spijsvertering. Maar ook bij gebrek aan eetlust en hoofdpijn. Weer komt een meeuw over uit het zuiden. Ik kijk eens om me heen en zie iets bewegen achter in de wei rechts. Een haas [ Lepus europaeus L. ] heeft ons,  zo blijkt, ook gezien. De oren draaien en richten zich naar ons. Dan staat hij rechtop, en begint te rennen richting de scheidingssloot met het daar achtergelegen perceel van Harm van der Giezen. ‘ Tjieuuw…tjieuuuw…tjieuuuw ..’ klinkt het. Ik kan dit geluid niet helemaal plaatsen. Het komt het dichtst bij de roep van een regenwulp [ Numenius phaeopus L. ]. Links vanuit de sloot springt een grote blauwe reiger [ Ardea cinerea L. ] de lucht in. Misschien raar om dat van een vogel te zeggen. Maar het is echt zo. Dan spreidt de vogel zijn reusachtige vleugels. En heel raar hij schiet letterlijk de lucht in zonder ook maar een kreet te slaken. Zweeft boven de wei en duikt dan weer naar beneden. Landt in de scheidingssloot dat het perceel van Rozeboom afgrenst van dat van André van der Schans. Het is een diepe sloot. Ik zie nog even zijn kop met de scherpe, dolkachtige snavel. Dan schiet die  in een flits de sloot in. Of het raak is, kan ik niet zien. Ik sla de hoek om richting het zuiden.

Drie stipjes

Een tweede reiger zie ik ver weg achter de Havertsetocht staan. Af en toe verplaatst hij  zich langs de sloot. Nog steeds is het best schemerig. De zon is in geen velden of wegen te zien. Alleen in het westen boven de woning van Goffe Jensma zit een kleine scheur in de bewolking. Daarachter zie ik een stukje blauwe lucht. Een bruine roofvogel komt ineens uit de essen- stobbe in de berm te voorschijn. De buizerd [ Buteo buteo L. ] zweeft na enkele vleugelslagen de wei over richting het Westen. Ik kijk eens verder rond. Het is al best druk op de weg. Het meeste wegverkeer zijn klussers en hoveniers. Maar toch ook wat privéchauffeurs. Kennelijk is het niet voor iedereen bouwvak. Nog steeds negeer ik een beetje de verwoeste berm rechts. Maar Nantske vindt het geweldig, dat verhakselde zootje. Stort zich in het verhooide gras. Gooit dat over zich heen en rolt zich om en om. Ik moet meteen denken aan hoe we als kinderen, wijlen mijn oudste zus Jacqueline en ik op Steenoven in het hooi gingen spelen bij de ouders van Annie van der Veeken. Die kwam al heel jong als dienstmeid bij onz’ Mama werken. En dat mijn zus een ringetje met een steentje, dat ze net had gekregen van opa en oma, in het hooi verloor. De hele familie  van der Veeken , vader , moeder, de oudere zus Riet en twee jongere zoons de tijd namen om mee  te gaan zoeken. Dat kon toen kennelijk nog op een gemengd bedrijf. Nu krijg je de indruk dat boeren letterlijk nergens meer tijd voor hebben overdag. Een grommend  geluid komt uit de richting van Bedum. Een sleepslang- mestverspreider rijdt het dorp in, gevolgd door een trekker met achter zich een mesttank op wielen van het merk Joskin. Ver weg helemaal achter in het perceel van Harm van der Giezen worden  drie stipjes zichtbaar. Hazen die op het vers  aangegroeide gras afgekomen zijn. Af en toe verkassen ze een paar meter. Terwijl ik hen met mijn blik blijf volgen, mis ik de Onbekende Fietser 9.0. Die fietst me achterop vanuit het dorp. Rode Adidas trainingsbroek, grijze hoody over de kop getrokken , zwart jack. Hij humt een groet en is sneller verdwenen dan ik van de  verrassing hersteld ben. Weer hoor ik ergens een regenwulp roepen. Een trekker met een ploeg achterop met acht ploegscharen rijdt het dorp in. Ik druk de gedachte weg dat iemand met zijn fiets ten val komt, meegezogen door de slipstream van de langs rijdende trekker,  en in een van die scherpe messen schiet. Van dat soort angstfantasieën heb ik vaker last overdag. Kijk daarom nog maar eens om me heen. In het oosten nog steeds geen zon te zien. Maar wel glijdt door een  horizontale scheur licht naar beneden. Vroeger werd ons als kind verteld dat het glijbanen waren  waarlangs engeltjes vanuit de hemel naar de aarde kwamen. Mooie, sprookjes zijn dat. Maar prettig om in te geloven in deze tijd vol met oorlog op het eigen Europese continent. Ik ben inmiddels op mijn keerpunt, de ree van herenboerderij de Haver beland. Draai me om, zeg tegen Nantske op te schieten en ga op de terugweg.

Weer vergeten…

Twee meeuwen vliegen me tegemoet op twintig meter hoogte. Even later een hele zwerm aan de andere kant van de weg. Een groep van elf exemplaren. Die af en toe naar elkaar roepen om de boel bij elkaar te houden. Een heel donkere wolk, bijna zwart,  verschijnt nu vanuit het Noorden. Kennelijk gebeurt er zoveel dat ik weer vergeet achterom te kijken. Daarom mis ik de Onbekende Fietsvrouw 5.0. , die me achterop fietst. Halflange jas. Zwarte broek met smalle pijpen , witte sneakers , peper-  en zoutkleurig kort haar,gedekt in de nek. Tussen de veertig en de vijftig. Haar komst verrast me opnieuw. Ik moet echt weer vaker op en om kijken. Ik hoor krijsen. Een blauwe reiger zweeft een meter of vijf boven de grond in de wei rechts. Verdwijnt richting het Noorden. Een zwaar donker bromeluid verraadt de vlucht van een vrachtvliegtuig hoog in de lucht. Daar kan het loeien van een koe uit de stal van Sieb –Klaas Iwema echt niet tegenop. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk.

Sociale dwang

Ik word verwelkomd door weer een blauwe reiger die heel hard uithaalt. Puur om zijn omgeving te intimideren. Hij landt in de buurt van de Noordersloot. Daarna ook nog eens verrast door een veel jonger exemplaar dat ineens uit het riet van de sloot langs de weg schiet. Hij maakt een raar geluid terwijl hij de weg overvliegt: ‘Grhuuummmmm….gehruuummmmm…’. Het is voor de eerste keer dat ik een reiger hees hoor grommen. Ik ben nu vlak bij huis. Denk aan de omgekeerde vlaggen waarvan ik er hier in de  buurt maar een of twee heb gezien. Een nogal felle discussie woedt op dit moment in den lande vooral  op de sociale media omdat men vindt dat er een soort napapegaai- actie aan het ontstaan is. Iedereen die ook maar ergens tegen is, begint de omgekeerde vlag bij zijn huis op te hangen. Daarmee , dat is mijn mening, wordt de kracht van het boerenprotest juist niet vergroot, maar verzwakt. Soms doen mensen het , niet omdat ze het er mee eens zijn,  maar omdat iedereen in de straat het nu eenmaal doet. Puur uit sociale dwang. Men durft niet meer  uit de toon te vallen. Meer dan tachtig jaar geleden was er ook zo’n situatie in een van onze buurlanden. Vul zelf maar in waar dat toe heeft geleid…………………………………..( wordt vervolgd )

Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. 

 

 

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !