27 oktober 202227 oktober 2022 Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 27 Oktober 2022 , 06u50 ( Zomertijd ): “ ZZO- wind. Windkracht 1-2. Pikdonker. Een eerste indruk: het is min of meer helder maar daar staan de paar sterren die hoog aan de hemel zichtbaar zijn , toch veel te dof voor. Het is slecht te onderscheiden in deze duisternis maar de voorlopige conclusie kan alleen maar zijn dat er een soort van neveldek hoog in de lucht moet hangen. En zo te zien zit er maar weinig beweging in. Wat sterren betreft. Direct, net als gisterochtend, valt als eerste Sirius op, de belangrijkste ster van het sterrenbeeld Grote Hond [ Canis Maior ]. Heel beperkt is in het zuidwesten Orion te zien. Je moet echt moeite doen om de belangrijkste sterren langs te gaan: Betelgeuze , Bellatrix, Rigel en Saiph. Ook ver weg naar links van Orion is Procyon nog net te onderscheiden. Dat is het wel zo ongeveer. Met Nantske sta ik inmiddels een minuut of drie op het hoogholtje, het houten bruggetje over het Boterdiep. Ik hoor praten achter ons. Twee passagiers, aan de stemmen te horen, jong volk, komen uit het Tussendoortje aangelopen en gaan in het bushokje staan wachten. Het gesprek gaat door. Alleen Nantske vindt het buitengewoon interessant. En zou het liefst nog een tijdje staan luisteren. Ik vind het wel welletjes. Geef een ruk aan de lijn en we gaan het bruggetje af , terwijl Lijn 61 bij de bushalte stopt en de twee zich voegen bij nog een paar , die met hoody op naar een smartphone zitten te staren. Waar zijn de tijden gebleven dat passagiers op deze route hun eerste ochtendbelevenissen deelden met een vaste chauffeur? Dat sociale bindmiddel bestaat niet meer. Op deze route moet je het heel erg treffen, weet ik als vaste busgebruiker, om een bekend gezicht te treffen onder het chauffeursgilde. Wel zie je steeds meer vrouwen op de bus. Ik vraag me af hoe lang het duurt voordat je ook vrouwen ziet op het zware transportmateriaal van loonbedrijven. Ik ken welgeteld twee vrouwen die wel eens op het zwaarste type John Deere- of Fentz- trekker zitten. Tot nu toe is het loonbedrijf nog echt een mannenbolwerk. Tot ook daar een einde aan komt door personeeltekort. Ik sta inmiddels beneden op het houten plankier, moet onze hond manen een beetje door te lopen en zet even later de eerste stappen op mijn wandelpad. Goor lichtblauw Donker als in de hel blijkt het te zijn. Ik kan nog drie meter voor me uit kijken. Verschil tussen pad en bermen valt na anderhalve meter al weg. Ik ben nu volledig van onze hond afhankelijk. Die wijst met zijn flikkerende rode halsband aan waar het pad zo ongeveer loopt. Even zie ik haar in de wei rechts verdwijnen, maar kennelijk voelt Nantske dat ze nodig is. Ze keert snel terug op waar het pad moet lopen. En zo schuifel ik wat achter haar aan. Wat lichtflitsen van het schrikdraad links geven aan dat ik vlak bij de derde wei van Voorheen Jarco Rozeboom ben aangekomen. Daar slaat het pad af naar het zuiden. Nantske blijft keurig voor me lopen als ik haar volg richting de Bedumerwijk ter Laan. Hoe het kan, weet ik niet. Het is niet opzichtig lichter geworden maar ik kan hier vaag de rij meidoornstruiken onderscheiden rechts in de berm. Ver weg in het zuidoosten staan twee bouwlampen te schijnen. Dat moet de vaste bouwplaats zijn van de nieuwe hoogspanningsleiding. Ongelooflijk teer begint een baan heel donker licht zich te ontwikkelen: het voorstadium van het aankomend ochtendgloren. Dan vormt zich net boven de kim een vuilroze horizontale baan, daarboven eenzelfde strook maar nu zwartgrijzig antraciet van kleur en dan wat goor lichtblauw . Daaromheen is alles nog stikdonker. Op de Fraamweg, twee en een halve kilometer hier vandaan waar ik nu loop , rijdt een trekker met drie schijnwerpers op. Een ogenblik denk ik dat hij op een akker bezig is maar ik vergat even dat de Fraamweg soms haakse hoeken maakt. Ik volg de trekker tot hij ongeveer ter hoogte van de buurtschap Boerdam is. Dan valt hij weg achter de bebouwing daar. En ik ben intussen gearriveerd op mijn keerpunt, de ree van herenboerderij de Haver, roep Nantske bij me en vraag haar weer voor me te gaan lopen. Ga op de terugweg. Met heel andere dingen bezig Het is zelfs warm. Ik schat een graad of vijftien . Ik heb een jackje , boven een dikke wollen trui en een flanellen hemd aan , daaronder een dik en een dun T-shirt. . Begin zelfs , wat eigenlijk nooit gebeurt, te zweten. Over de Middelstumerweg rijdt een truck met oranje zwaailicht en daarachter een hele lange oplader : uitzonderlijk vervoer. Uit het oosten komt nu wat meer licht. Het gore lichtblauw boven de roze baan wordt krachtiger van toon. Het licht verspreidt zich en bereikt het pad waar ik loop. Voor het eerst verschijnt de rand van de berm . Koeien beginnen te loeien in het westen bij Willem Wijlhuizen op Onderwierum. En als ik bijna de meidoornstruiken weer voorbij ben, wordt ‘ Whaockh-whaockh..’, de eerste aalscholver wakker in een van de drie bomen op de hoek van de Kardingemaar. Daar brengt een hele kolonie nu al jaren de nacht door. Meteen sla ik de hoek om voor het laatste stuk Vanuit het dorp komt een lichtje deze kant op. Ik roep Nantske bij me. De Onbekende Fietser 16.0. passeert . Hoge Fietshelm op, zwijgend. Niemand is natuurlijk verplicht iets terug te zeggen in het donker als ik ze ‘ Goede morgen ‘wens. Maar leuk is het natuurlijk wel. Bovendien is het groeten een manier om mensen te waarschuwen, die wellicht op de fiets met heel andere dingen bezig zijn dan puur op de weg letten. Meer versnijders dan slagers En weer slaat het toe .Volledig verrast het me , de haarscherpe herinneringen uit mijn jeugd toen ook ’s ochtends in het donker rond deze tijd het juist heel druk was op straat in ons dorp. Met mensen die nog iedere dag zoals ‘Onz’ Mama’ met mij naar de H. Mis van kwart over zeven gingen. En na afloop de eerste nieuwtjes uitwisselden bij het oplopen naar huis: ‘Hedde da geheurd, den dieën van den dieën hee….’. En mensen gingen dan al op weg naar den akker om de leste eerappels te trekke op den tast. Bij de smid rook het al zo lekker naar smeulende hoef omdat het eerste trekpaard beslagen werd . En er druk gehamerd en gelast werd. ‘Nie in den lasvlam kèèke, Corke, da worde blind van … ‘We waren al een bakkerij voorbij gegaan. En een slagerij waar de deur al los was. En waar het naar echt geslacht vlees en bloed rook. Een geur die je nu niet meer kunt overbrengen omdat geen enkele slagerij meer in huis slacht. Het zijn meer versnijders dan slagers geworden. Voor wie denkt dat ik lijd aan nostalgie, die moet ik teleurstellen . Alleen vroeger begin vijftiger jaren van de vorige eeuw was er reuring in de dorpen. Van mensen die nog dingen deden met hun handen. Nu bestaat de drukte in mijn dorp uitsluitend uit verkeerslawaai. Dat is non-descript. Daar zit niets menselijks meer aan. Hetzelfde geldt m.i. voor de boeren in het buitengebied. Misschien denken die ook niet met heimwee terug aan de tijd dat alles op de hand ging en hun grootouders met twintig koeien zich krom moesten werken. Nu zijn ze over- gemechaniseerd. Alleen al die apparaten, melkrobots, mestrobots. En ik weet niet wat voor toeters en bellen je in die grote ligboxenstallen van drie miljoen euro aantreft, maken het werk dan wel lichter maar de boer is eerder een schuldenslaaf dan een ondernemer. En toch anders dan menigeen denkt, boeren hebben voor dit soort leven wel zelf gekozen. Niemand heeft ze daar toe gedwongen. En zo zitten ze dan vast gekit op hun eigen oprit . Soms in hun eentje als eenverdiener, soms in een maatschap met vader, vrouw , broer of zus. . Eerlijk gezegd vind ik dat eigenlijk geen leven. Geen leven om vrijwillig voor te kiezen. Eerder uit een soort van plichtbesef voor de familie die daar al jaren boert. Een soort eeuwige luchtplaats in de tijd. Zelfgekozen detentie. Levenslang………………………………..( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners, 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws