Onderdendam ( Gr. ) Woensdag 30 November 2022, 06u00 ( Wintertijd ) :

“ N- wind. Windkracht 1. Nauwelijks merkbaar is de wind . Zo zacht waait het,  dat ik niet eens iets van de wind voel, als ik met onze hond Nantske in het pikdonker op het bruggetje, acht meter boven het Boterdiep sta, het kanaal voor ons huis. En  ‘ pikdonker ‘ is maar een halfzachte uitdrukking voor wat die me deze ochtend omringt  hier. Ik sta in een poel van zwartheid. Achter me schuift bijna niet zichtbaar een melktankauto van Friesland Campina  door de wegversmalling . Het is verder heel rustig op de wegen rond en in ons dorp. Net als beneden op het water. Het weerkaatste licht van de straatlantaarns zorgt voor schijfjes. Weinig verder te zien. Ver weg in het zuiden alleen het oranje licht van de spoorbrug van Bedum. Zelfs de grote, gele treurwilg is slechts een donker massief geheel. Snel naar beneden dan maar. Loop even later over het schelpenpad en zet binnen twee minuten de eerste stappen op mijn wandelpad.

Opgeslagen in het brein

Dat kost wel moeite. Er valt hier nauwelijks licht vanuit de weerschijn boven Bedum. Al na vijf meter zijn n de bermen die de randen van de weg aangeven opgelost in het niets. En moet ik maar raden waar ik wel en niet kan lopen. Het enige waar ik me op kan oriënteren, is de rode halsband van Nantske. En heel ver weg de stallichten van de boerderij van van Middelkoop. Als ik een denkbeeldige lijn trek naar dat licht en die volg,  blijf ik binnen de bermen. Bij een boerderij verder op aan de Fraamweg, dat is die van Wouda, stopt een auto. Even later gaan daar ook de stallichten aan. Ik kom aan bij de hoek. Hier is iets meer licht. Waar het vandaan komt , snap ik niet. Zelfs de sporen van de zware auto en de schapentrailer van schapenboer Ykema uit Wetsinge kan ik over het beton zien lopen. Het is niet zo gek dat die er zijn. De schapen uit de wei met het ‘Bultje ‘zijn weggehaald en er is nu een omheining met schrikdraad neergezet op het lange, zeer diepe perceel grasland links van Harm van der Giezen langs de Havertsetocht. Dat heb ik gister namiddag gezien. Alleen in het donker ziet het er een stuk enger uit. De omheining is namelijk niet te zien. Het meest ben ik bezorgd om onze vrij lopende hond die nog wel eens die wei in wil gaan. Met kloppend hart sla ik de hoek om, af en toe met een fluitje onze hond dirigerend. Maar ik heb haar onderschat. Honden zijn slimmer dan wij denken. Het is niet de eerste keer dat ik dit beweer hier. Gisteren heeft Nantske de omheining gezien.  En dat opgeslagen. Ooit heel lang geleden uit puur enthousiasme is ze als pup tegen zo’n draad geknald. Het gillen was in de wijde omgeving niet van de lucht. Ze weet dus dat ze zeker anderhalve meter afstand moet houden. Daarom blijft ze keurig midden op het pad lopen. Hoe ze het doet, ik snap het niet. Want, als ik voorbij de eerste essen- stobbe ben, valt de weerschijn vanuit Bedum op het pad weg. Kan ik nauwelijks meer zien waar ik precies ben. Nu loop ik meer risico dan onze hond dat ik naar links zwalk en over de omheining struikel. Ik begin krampachtiger te lopen. Schuifel bijna over het beton. Het duurt natuurlijk allemaal veel langer. Ik moet wel rechtdoor blijven lopen en mezelf telkens in het donker corrigeren. Het kost flink wat energie.  Na iets meer dan een kwartier arriveer ik eindelijk op mijn keerpunt , de ree van herenboerderij de Haver. Draai me om, fluit naar mijn hond die toch weer aan het scharrelen is op de ree en ga op de terugweg

Requiem van Mozart

Achter me klinkt het geluid van een trekker die gestart wordt. Bij van der Giezen begint men de koeien te voeren. Verder is het ongemeen rustig. Enige wanklank is een verkeersvliegtuig hoog boven de wolken. Misschien is er iets gebeurd met de mist en de bewolking boven Bedum want de weerschijn daar is ieen stuk groter geworden. Op de terugweg heb ik nu ineens twintig meter zicht. Weinig wind had ik tevoren, nu voel ik de wind wel op mijn gezicht. En dat blijft zo. Tot ik bij de hoek kom voor het laatste stuk. Ik begin me te ontspannen Kan nu ook aan wat anders denken. Dat is overigens niet zo’n vrolijk onderwerp. Nederland is een klein land , een postzegel zeg maar vergeleken met onze buren, Duitsland en Frankrijk. Dan zou je zeggen wanneer afstanden zo kort zijn van Amsterdam naar Groningen, dan kost het voor zo’n welvarend land toch eigenlijk geen moeite om een aantal kilometers spoorlijn aan te leggen. Zodat je snel van A naar B kunt. Heen en terug op die vervloekt kleine postzegel. Wat denk je, nee hoor. Eindeloos, vele tientallen jaren lang worden er verknoeid met spookgesprekken tussen den Haag en de Noordelijke provinciebestuurders over een of andere snelle verbinding. Wat is er al niet langsgekomen?! Hoge snelheidstreinen, magneetverbindingen. Internationaal via Hamburg naar Moskou. Het zou toch gemakkelijk moeten zijn om prinsheerlijk in de ruime pastorie van Zeerijp te wonen en ’s avonds in het Concertgebouw in Amsterdam te luisteren naar het Requiem van Mozart. Want de nachttrein brengt je in anderhalf uur thuis.

Niet bij Nederland

Maar nee, hoor, niet alleen is het kruideniersgehalte van onze vaderlandse politici hemel schreiend hoog, ze beschikken ook nog eens over een formaat hersenen van kippen zonder kop. Dat heeft tot gevolg dat Groningen vanuit Den Haag ergens op de maan ligt. Waarom zetten we gewoon niet de grenspaal van vroeger die aangaf waar Nederland eindigde bij Amersfoort i.p.v. van bij Bad Nieuweschans?  Dan wordt tenminste duidelijk dat Noord Nederland en vooral  Groningen helemaal niet bij Nederland hoort……………………………………( wordt vervolgd )

Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners, 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen ).

 

 

 

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !