24 maart 2022 Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 24 Maart 2022, 05u35 ( Wintertijd ) “ Z- wind??? Het is volstrekt windstil en zeer mistig. Dus eigenlijk valt niet exact te controleren uit welke hoek de wind komt. Hoge mistbanken onttrekken een groot deel van de omgeving aan het zicht. Nog maar een paar tellen geleden ben ik op het bruggetje over het Boterdiep aangekomen met onze hond Nantske. Maar de mistbanken zijn niet zo hoog dat ze Venus kunnen bereiken. De planeet staat triomfantelijk in het zuidoosten te stralen. Het is schemerdonker. Nantske draagt zelfs weer haar halsband met rode flikkerlichtjes. Zij mag van mij op het tweede stuk van het pad los, maar dan wil ik wel kunnen zien waar ze uithangt. En voor passanten is het ook prettig dat ze niet op het laatste moment moeten remmen voor een hond die onverwachts oversteekt. Zoals loslopende honden nu eenmaal doen, als ze aan de overkant ineens een geurspoor ruiken dat een stuk interessanter is volgens hun neus. In het zuiden boven het kanaal staat hoog aan de hemel een halve maan. Beneden zie ik nauwelijks enige stroming. Toch iets van beweging merk ik aan de ovalen plakjes licht, weerkaatsing van straatlantaarns, waarvan de rand niet helemaal exact meer sluit. Twee merels [ Turdus merula L. ] fluiten liedjes. Ze dissen elkaar. Een zit in een van de achtertuinen achter de Bedumerweg, de tweede in een boom voor het huis van de familie van Dis. Ik hoor een soort van plassend geluid. Zie in het duister cirkels op het water verschijnen. Twee wilde eenden [ Anas platyrynchos L. ] zijn uitgebreid aan het badderen. Het is raar dat men denkt dat vogels die het grootste deel van de dag op het water zitten, zich niet zouden hoeven te wassen. Ze vliegen weer de aanlegbalk naast de brug op omdat ze klaar zijn met hun kattenwasje. Om mij heen ineens gesnater dat zich verplaatst in de lucht. Twee andere eenden vliegen een patrouillerondje. Heel voorzichtig wordt het nu een beetje lichter. Maar van een echt ochtendgloren is nog geen sprake. Pas over een klein uur komt de zon pas op. Ik ga het bruggetje af en zet de eerste stappen op mijn wandelpad. Nantske blijft aan de lijn. Verleidelijk En meteen duik ik letterlijk de mist in. Hij is zo dik dat slechts het topje van de aalscholverbomen langs de Kardingemaar te zien is. Nog steeds hoor ik eenden rondvliegen. Dan sterft het snateren langzaam weg. Kennelijk heeft dat een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ] geactiveerd. Ik hoor hem rellend vliegen van noord naar zuid op vijftien meter hoogte. Heel stil en verlegen zie ik een woerd, een mannetjeseend , zitten in de walkant van de sloot links. De mist wordt dikker. Een meter of tien voordat ik de plek bereik waar het pad afslaat naar het zuiden zie ik een zwarte kraai [ Corvus corone L. ] zitten in de top van de meidoorn . Meer dan vijftig meter verder krast een tweede, zijn partner. Beide vogels vliegen op, zodra ik de hoek omsla met onze hond. Hoewel er geen wind is, voel ik toch een koude luchtstroom, die door al mijn laagjes kleding heendringt. Ik ga harder lopen. Scholeksters rellen in de buurt van de Havertsetocht. ‘ Towíe…towíe ..’ , op een hek zit een kraai in de schemering te roepen. Ik zie hem nauwelijks . ‘ Towíe ‘is een mij onbekende roep voor een kraai. Klinkt verleidelijk. Maar of dat voor die soort vogels ook geldt? Ver weg in het noorden het donkere basgeluid van Canadese ganzen [ Branta canadensis L. ]. Het verplaatst zich over de hele lengte van het Boterdiep richting Fraamklap. Nog steeds wil de mist niet oplossen. Sterker nog, hij wordt alleen maar dikker. Vanaf het pad is geen enkele van de boerderijen in het oosten meer te zien. Dat de mist intenser wordt is gemakkelijk te bewijzen. In het zuiden worden nu nieuwe hoogspanningmasten opgericht. Die zijn zeker veertig meter hoog . Alleen de laatste meters zijn te zien. Vijf minuten geleden was dat een meter of acht. Nu steekt alleen nog maar het puntje boven de mist uit. Kraaien in de hoge bomen van de waterzuivering worden wakker en beginnen aan het ochtendoverleg. Een klein wit stipje in de verte dat snel groter wordt, komt uit de mist te voorschijn. Vanuit het zuiden komt iemand op de fiets me tegemoet. Dan verschijnt een Onbekende Fietser 7.0. Donker jack, een open gezicht met kort haar. Een vroege veertiger, schat ik. Hij retourneert mijn groet. Ik ben nu vlak bij de boerderij van Harm van der Giezen maar alleen het hoogste deel van de ligboxenstal is zichtbaar. Af en toe draai ik me om. Eigenlijk verwacht ik verder niemand zo vroeg. Het is puur geluk dat ik op tijd twee koplampen zie. Ik roep Nantske snel bij me en posteer me in de berm. Een kleine vrachtauto met lege bak schiet voorbij. Volgens mij is dit echt sluipverkeer maar goed ,wie ben ik? We staan nog geen vijf meter van de Haver vandaan. Ik ga niet smokkelen dus na twintig seconden sta ik op mijn keerpunt. Draai me om en ga op weg naar huis. Naar elders uitwijken… Het is nog steeds rond het vriespunt. Er ligt zelfs een dun laagje rijp in de berm. In het oosten wordt de donkere lucht lichter en begint te kleuren. Het blauw grijs aan de grond wordt oudroze van kleur. Dan hoe hoger je komt is alles heel zacht geel. Daarboven kijk ik naar heel teer, breekbaar blauw. Nog dikker wordt de mist aan de grond. Opnieuw keft een meerkoet [ Fulica atra L. ] in de Havertsetocht. Ik ben dan ter hoogte van de rij meidoorns [ Crataegus monogyna L. ] . Die struiken lijken nog volledig in winterslaap. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Richting dorp wordt de mist nu eindelijk dunner. Boven de weien hangt een bijna doorzichtige strook . Daar doorheen worden de huizen langs de Bedumerweg zichtbaar. Daarachter ontdek ik een heistelling. Eindelijk gaat er geheid worden aan de Stadsweg voor drie tweekappers, sociale huurwoningen van de wooncoöperatie Wierden & Borgen. In 2016 is met het dorp afgesproken dat daar een bepaald type woningen zou komen. Nu pas, zes jaar later, begint men eindelijk eens te bouwen. Al die tijd hebben mensen zitten wachten op een woning tot grote ergernis van iedereen. Ook omdat kandidaat-bewoners die dit een aangenaam dorp lijkt zo dicht bij de stad, dan ten einde raad maar naar elders uitwijken. Omdat ik samen met een collega uit het dorp bezig ben geweest om enige haast in dit project aan te brengen, kan ik met recht zeggen dat je als dorpbewoners geen enkele invloed hebt op het bouwbeleid van deze coöperatie. Men laat zich gewoon niet opjagen. De ene projectleider na de andere volgde. Maar huizen ho, maar. Een zelfde traagheid kent ook een meer landschappelijke inrichting van het buitengebied. De aantrekkelijkheid van een klein dorp als leefgebied wordt immers ook bepaald door de omgeving daar omheen. Volksgezondheid bedreigd Als je naar Noord Nederland kijkt, valt op hoe nauw verkaveld met name het gebied rond kleine dorpen is. Soms ligt gras- of bouwland tot op de drempel van je huisdeur. Dat betekent dat een gemeente toelaat dat de visie op het ruimtelijk ordeningsbeleid niet als vertrekpunt heeft het algemeen belang maar gedicteerd wordt door de kleinste groep inwoners. De agrarische sector betreft in dit gedeelte van ons land maar 17% van de werkende bevolking. Dat lijkt me niet bepaald wenselijk. Daarbij komt dat boerengroeperingen sinds de oorlog in Oekraïne daarbij valse argumenten te berde brengen. Ze beweren dat Iedere vierkante meter grond nu nodig is om voedsel te produceren.’’Voedselzekerheid ‘ is het steekwoord. Mensen die bezorgd naar stijgende voedselprijzen in de supermarkt kijken, beseffen niet dat in Nederland maar heel weinig basisvoedsel voor de eigen bevolking wordt geproduceerd. Wij exporteren meer zuivelproducten en granen voor veevoer. Dat is de waarheid. En het zijn met name de bedrijven die agrarische producten exporteren als de kippen- en varkenssector die ons willen laten geloven dat zij juist vrij baan moeten krijgen. En dat begrippen als ‘natuur en duurzaamheid ‘maar even in de bezemkast moeten. Want volksgezondheid daar lijkt deze sector zich momenteel niet erg druk om te maken. Getuige de mensen die ziek zijn geworden van veeziekten als de Q- koorts in Brabant. Of van bestrijdingsmiddelen bij de productie van lelie’ s in Drenthe. Wat zullen die ontzettend blij zij geweest dat er om hen heen aan voedselzekerheid wordt gedaan…………………………………….( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak. ‘ Nieuws