31 maart 20221 april 2022 Onderdendam ( Gr. ) , Donderdag 31 Maart 2022, 05u45 ( Zomertijd ): “NO- wind. Windkracht 3. Zwaar bewolkt. Pikdonker. Vermoedelijk hangt er een laag wolkendek over het land. Het regent stevig. Dat was te voorzien, dus ik heb mijn regenpak over mijn dikke winterjas aangetrokken. En maak zo weer reclame voor Michelin- banden. Jammer dat er geen levend wezen te bekennen is die dit spektakel kan zien. Tenzij je mensenvlees ingeblikt op wielen wel als zodanig beschouwt. Maar zo vroeg is het forenzenverkeer nog niet op gang gekomen. Af en toe een verdwaalde, lege melktankauto. Stevige wind sproeit de regen over de brug. Erg lang blijven met onze hond Nantkse hier heeft geen zin. Voorzichtig schuifel ik van de brug af, tree voor tree, hond aan de lijn. Opgelucht nog steeds, als we eenmaal beneden op de begane grond staan. Geen alomvattende visie Terwijl het pikdonker is, ligt het wandelpad er bij als een glinsterend lint. Bizar omdat er nauwelijks lichtbronnen te bekennen zijn. Wat gedempt straatlantaarnlicht van de overkant van de Bedumerweg. Drie erf- lichten ruim een kilometer hier vandaan van boerderij de Haver. De stallichten van boerderijen in het oosten liggen veel te ver weg,- twee , vier kilometer- om iets te kunnen betekenen. De regen en wind domineren nu alles. Trekken alle aandacht naar zich toe. Het landschap speelt geen enkele rol. Moet denken aan wijlen mijn vader die als jongen bij dit soort weer erop uit werd gestuurd door zijn moeder om geld voor brood te innen bij boeren in het buitengebied van het Brabantse Oud Gastel. Een landschap dat exact lijkt op, waar ik nu loop. En toen er een dubbeltje verschil was, opnieuw het platteland op werd gejaagd. Kinderen van nu beseffen totaal niet, hoe keihard het leven voor middenstanders in de jaren twintig van de vorige eeuw was. Wij leven echt in weelde vergeleken bij toen. Ik houd Nantske aan de lijn. Gister namiddag was ze los op het eerste stuk, maar dook meteen de wei van Rozeboom in. Om zich daar lekker vol te stoppen met stukken stalmest. Vaste mest moet voor haar zoiets zijn als camembert voor ons. Dus voorlopig blijft ze aan de lijn en mag op het tweede stuk pas los. Daar heb ik meer controle over haar. Er ligt een sloot tussen het pad en de bemeste weien. Alleen links niet. Daar is het dus oppassen geblazen. Ik sla de hoek om en loop richting de Bedumerwijk ter Laan. Duik opnieuw de duisternis in. Heb hier veel minder zicht. Maar wel wind en regen in de rug. Vaag klinkt in de buurt van de Kardingemaar het rellen van een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ]. Ik ben inmiddels de rij meidoorns voorbij. Jaag Nantske uit de berm en gebied haar voor me te gaan lopen omdat ze toch weer mest aan het opvreten was. Die klonten liggen daar verspreid tussen het gras. Zijn kennelijk door het rijden met hoge snelheid van de mest- werp- kar afgeschud. Het tekent wel een beetje de verhouding tussen boeren en burgers in het buitengebied. Boeren beschouwen het buitengebied nog steeds als iets waar zij heer en meester zijn. Want daar liggen immers hun landerijen. Dat andere bewoners op het platteland datzelfde gebied gebruiken om naar hun werk of school te gaan, lijkt die visie eigenlijk helemaal niet te beïnvloeden. En daarbij worden zij vaak bevestigd door gemeenteraden hier die voor een deel nog steeds bestaan uit leden die direct of indirect banden hebben met de landbouwsector. Daar komt bij dat gemeenten geen duidelijke landschapvisie omhelzen in Groningen. De argumentatie is vaak dat ze daar te weinig instrumenten voor hebben. Maar wanneer je ziet hoe bestemmingsplannen worden ingevuld, kan de conclusie alleen maar luiden dat landschapsbescherming betekent: er is geen visie, politiek gezien. Wel mooie PR- woorden . Maar daar koopt niemand iets voor. Ik probeer weer om me heen te kijken in het donker. Twee scholeksters hoor ik aankomen vanuit het westen. Ze vliegen op een meter of twintig over. Onder het vliegen laten zij korte, stotende geluiden horen. Blijkbaar alarmeert dat ook een eendenpaar dat zich in de wei rechts van het pad bevindt. Die vliegen op en zeilen over het pad onder veel gesnater. Het gebeurt allemaal nog geen vijf meter van mijn keerpunt, de ree van herenboerderij de Haver. Ik haal diep adem, draai me om en ga op de terugweg. ‘ Recordopbrengsten ‘ Want regen en wind heb ik nu weer op kop. Nantske loop voor me. En ineens schiet ze met een rotvaart de wei rechts in. Is meteen een meter of dertig van me vandaan. Luid roepend en …sorry…ook vloekend ren ik de duisternis in om te voorkomen dat ze zich daar in de drijfmest gaat rollen. Net op het moment dat ik haar lichtgevende halsband naar de grond zie gaan, ben ik bij haar. Brul haar toe weer te gaan staan. Ze springt op en rent voor me uit richting het pad. Vloekend sjouw ik weer terug. Het regent gelukkig nu iets minder hard. En het wordt ook wat drukker qua verkeer, kan ik van hieruit zien.. Af en toe waait het geluid van banden die zich vastzuigen op het natte asfalt deze kant op. Ik bereik de hoek voor het laatste stuk. Heb de wind nu van opzij. Moet denken aan een foto die ik gisteren zag in het Dagblad van het Noorden. Van een boer die bezig was om tarwe te zaaien op een perceel dat oorspronkelijk bedoeld was voor de bietenteelt. Op de site van het Centraal Bureau voor de Statistiek valt op 31 januari 2020 te lezen dat ‘Nederlandse akkerbouwers in 2019 per hectare recordopbrengsten behaalden aan de graansoorten tarwe en gerst. Er werd vorig jaar gemiddeld 9,6 ton per hectare aan tarwe geoogst, 9 procent meer dan het jaar daarvoor, en meer dan een ton boven het langjarig gemiddelde..’ ‘Farmers for Food ‘?…. Toch neemt in oppervlakte de hoeveelheid ingezaaide tarwe nog steeds af. En voor de duidelijkheid het gaat hier om tarwe voor veevoer. Broodtarwe voor bakkerijproducten wordt in Nederland geïmporteerd. ‘ Nederlandse broodtarwe en meel komt vooral uit Frankrijk en Duitsland ‘ lees ik op de goed ingevoerde agrarische website , www.agrimatie.nl van 17 Maart 2022 waar het gevolg van de stijging van de broodprijzen wordt beschreven. In 2021 werd er in Nederland 119.402 hectare ingezaaid aan voertarwe. Maar aan snijmaïs was dat nog steeds vele malen groter, n.l. : 186.171 hectare. Rij maar eens rond op het Hoogeland in Groningen en tel maar eens het aantal percelen waarop tarwe staat. Je gaat schrikken, zo weinig . Mij gaat het om het verhaal dat door de landbouwsector tegenwoordig steeds maar herhaald wordt: ‘ Wij produceren voedsel voor de Nederlandse consument ‘. Volgens mij is het toch nog niet zover dat deze bereid is om veevoer te eten. Maar je weet het nooit. Ooit was er een tijd dat men tulpenbollen vrat. De beroemde slogan ‘Farmers for Food ‘ is in ieder geval op dit moment behoorlijk bezijden de waarheid…………………….( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak ’. Nieuws