18 mei 2022 Onderdendam ( Gr. ) Woensdag 18 Mei 2022, 05u45 ( Zomertijd ): “ZO- wind. Windkracht 2. Helder. Heiig. Heel dunne wolkenbanken vooral vanuit het westen, zie ik de hemelkoepel indrijven. Ik sta op dat moment met onze hond Nantske al op mijn hoge plek, het houten bruggetje over het Boterdiep. Er is al druk verkeer. Zouden mensen vandaag al een tropenrooster hebben? Opvallend hoeveel auto’s er al rijden. Op de aanlegbalk rechts van de brug zit een mannetjeseend [ Anas platyrhynchos L. ] half te slapen. Een tweede mannetje vliegt onder de brug door en landt met veel gespetter wat onhandig op het water. Dat is zo glad als een spiegel. Huismussen [ Passer domesticus L. ] tsjilpen in de coniferenhaag , die de erven van twee buren van ons van elkaar scheidt. Vanuit onze achtertuin klinkt het koeren van een houtduif [ Columba palumbus L. ]. Allemaal bekende ochtendgeluiden. De woerd, die zo onfortuinlijk landde op het water zojuist, vliegt nu terug, scheert rakelings over me heen en volgt verder de loop van het Boterdiep naar het zuiden. Om een stuk verder halverwege de Haver opnieuw op het water te landen. Nu zoals het hoort, met een ingehouden sliding. Ik kijk eens verder om me heen. De Wielrenner met de Grote Gele Rugzak op verschijnt in de bocht van mijn wandelpad. Ik zie hem in de verte voorbijschieten. Behoudt in de bocht zelfs zijn hoge snelheid. Hij moet echt een geoefend coureur zijn. Een huismusje komt uit de wei van André van der Schans gevlogen met nestmateriaal in de bek. Kruist het Boterdiep en verdwijnt in onze lommerrijke voortuin. Ik ga naar beneden en ben met Nantske net op het schelpenpad, als de Onbekende Fietsvrouw 3.0. over het Betonpad passeert. Nu met een kek kanariegeel jackje aan. Verder kort zwart haar en het bekende donkere brilmontuur. Geen normale fiets… Iedereen is echt heel druk lijkt het wel. Want ik heb nog nauwelijks een stap gezet op mijn wandelpad of ik moet de wei in omdat de zoon van Harm van der Giezen langs komt rijden in zijn witte bestelwagen met gestileerde koeienkop op het achterportier. En ook komt daar de Onbekende Fietser 7.0. aan , diep over zijn stuur gebogen met de blik op oneindig. Eindelijk wordt het weer rustig op het pad. En heb ik de tijd om eens kalm vanochtend de omgeving te verkennen. In de twee percelen van André van der Schansnaast het erf van Afke Lanting is het gedroogde gemaaide gras op zwad gelegd, d.w.z. lange rijtjes zodat het gemakkelijk door een opraapwagen opgehaald kan worden. Ik ben halverwege wanneer links uit de sloot een volwassen blauwe reiger [ Ardea cinerea L. ] opvliegt zonder ook maar een kreet te slaken. Gevolgd door een wilde eendenpaar. Die verdwijnen achter de Bult, de kleiophoping in de nabijgelegen wei. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden. De blauwe reiger van zojuist heeft een ruime bocht gemaakt, laat nu wel af en toe een grauw horen om indruk op zijn omgeving te maken en volgt tenslotte de loop van de Havertsetocht. Er liggen weer een hoop natte ronde plekken op het pad, sporen van KAS, kalamonsalpeter oftewel kunstmest, dat kennelijk gisteren op de grote percelen van Harm van der Giezen is gestrooid. Over de Bedumerweg komt een Schoutensleepslang-combinatie aangedenderd met daarachter een trekker met een mesttank. Die gaan elders drijfmest uitrijden. Af en toe draai ik me om, omdat ik toch nog meer fietsers verwacht. En dat klopt, er komt iemand met een rood jack aan, cap op, daarover een fietshelm. Iemand, een mevrouw? Met een spits kinnetje. Een brilmontuur, donker van kleur. Wel een vriendelijke uitstraling. ‘ Mogge ’, roept ze. Rijdt op een E- bike. Ik kom eigenlijk hier geen normale fiets meer tegen. Eerder zei ik dat het wat nevelig was. In het oosten en zuidoosten is goed vast te stellen hoe heiig precies. Ik tel de elektriciteitsmasten aan de zuidelijke horizon tussen de Bedumerwijk ter Laan en het dorp Stedum. Kom vandaag op elf. Bij heel helder weer kan ik achttien tot twintig masten zien. Ik hoor slobberen. Het geluid komt uit de sloot rechts. Maar het gras, de wilde grassoort vossenstaart en het fluitenkruid, zijn zo hoog opgeschoten, dat ik niet meer in de sloot kan kijken. Opnieuw hoor ik grauwen van een blauw reiger maar hoe ik ook zoek, ik zie hem niet. Daar hoor ik ook scholeksters [ Haematopus ostralegus L. ] rellen. Het voortdurend turen onder het lopen zorgt ervoor dat ik ineens tot mijn verrassing op mijn keerpunt sta, de ree van herenboerderij de Haver. Ik draai me om en ga op de terugweg. Gedumpt Heel kalm en rustig is het, ondanks het verkeersgerucht. Een scholekster geeft een mitrailleursalvo af rond een plek vlakbij de Havertsetocht. Daar moet dan een nest zijn of er lopen misschien al kuikens rond. Niet iets wat heel hoog in de lucht drie wilde eenden bezighoudt. Die spelen weer eens het bekende ‘ik- vlieg-jou –er-uit-spelletje ..’waarbij het vrouwtje de snelheid enorm opvoert als er een tweede mannetje inbreekt op het paar. Slaagt ‘de vreemdeling ‘erin harder dan haar eigen partner te vliegen en haar bij te houden , dan mag die met haar paren. De oude partner wordt dan gedumpt. Opnieuw komt een fietser vanuit het dorp mijn kant op. Een Onbekende Fietsvrouw 4.0. Heel kort, grijs haar, lang gezicht met spitse neus, lichte bril op, grijs jack en oorbellen in. Zij groet uitgebreid ‘Morge..’, rijdt op een zwarte, dure E- bike. ‘BAM….Bam…..bam..’, het luchtpers- kanon gaat af in het zuidoosten. Ben er nog steeds niet achter welk perceel nu ingezaaid is, zodat het zaaigoed beschermd moet worden tegen foeragerende vogels. ‘Truuu- tuu- tuuu- truuu …’, vanuit de tweede meidoorn klinkt het onvervalste geluid van een graspieper [ Anthus pratensis L. ] . De Schouten –sleepslang- combinatie die eerder hier over de Bedumerweg reed, zie ik nu aan het werk aan de overkant van het Boterdiep richting Fraamklap. Hij is aan het werk op het perceel van André van der Schans of van dat van Pastoor. Dat kan ik niet precies zien van hieruit. Per slot van rekening is het bijna twee kilometer hier vandaan. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Wantoestand Het wordt steeds stiller. Ook op de weg rijden nu weinig auto’s. In de sloot rechts is er maar een enkele groene kikker [ Pelophylax ridibindus L. ]die vrouwtjes naar zich toe wil lokken met wat dun gekwaak. Er komt nu wat bewolking uit het noordwesten deze kant op. Een scholeksterpaar vliegt op zeker negentig meter hoogte. Een tweede paar stijgt op en breekt in bij het paar. Met zijn vieren beginnen ze heel hoog in de hemelkoepel rondjes te vliegen onder veel lawaai. Wat de bedoeling hiervan is, ontgaat me momenteel. Eerlijk gezegd zit ik aan iets anders te denken. In Brabant, mijn geboorteprovincie en delen van Gelderland en Utrecht is inmiddels een sproeiverbod afgekondigd. De droogte houdt nog steeds aan. Toch blijft de vraag wat gaat men nu eigenlijk landelijk doen om de droogte te keren want weer is er gebrek aan water terwijl de zaailingen op het land ernaar smachtten. Opvallend is hoe stroperig de bestaande instituties reageren. Wat gaan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de waterschappen, provincies en gemeenten nu precies doen om te zorgen dat deze wantoestand zich niet telkens opnieuw voordoet. Ik ben bang dat men daarvoor maar weer een onderzoekscommissie in gaat stellen………………………( Wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak ’. Nieuws