Onderdendam ( Gr. ) Maandag 23 Mei 2022 , 05u35 ( Zomertijd ) :
“OZO –wind. Windkracht 2. Half bewolkt. Vooral een flinke hoeveelheid wolken valt te zien in het noorden, oosten en zuiden. Het westen van de hemel is gedeeltelijk wolkenvrij. Daar daar lijkt de lucht meer volgepakt met een verzameling van aaneen geklitte schapenwolkjes. Met onze hond Nantske sta ik op het houten bruggetje over het Boterdiep, het kanaal voor ons huis. De zon die al zeventien minuten op is, schijnt me pardoes in het gezicht. Hij staat in het noordoosten links van de boerderij van Sieb- Klaas Iwema precies onder het wolkendek daar. Dat , zie ik nu, is niet helemaal compact . Net als in het westen lijkt het inderdaad of hier oorspronkelijk allemaal losse wolkjes zich aaneen gesloten hebben. Hier en daar zijn openingen vrij gelaten waar een lichtblauwe lucht doorheen schijnt. Ik kijk eens verder om me heen. Ver weg in het zuiden keft een meerkoet [ Fulica atra L. ]. Huismussen [ Passer domesticus L. ] worden wakker en beginnen meteen te tsjilpen in de heg rondom ons huis aan de Bedumerweg. Links aan de overkant zijn de kleine karekieten [  Acrocephalus scirpaceus L. ] al geruime tijd aan het kwinkeleren. Zo te horen tel ik een stuk of vier vogels. Een woerd [ Anas platyrhynchos L. ]  zit te slapen, kop diep tussen de veren, op de aanlegbalk rechts van de brug. Een tweede paar komt te voorschijn onder de rand van de wilgenstruik aan de overkant. Daar moet nog altijd een fuut op haar nest zitten. Dat is nu al drie weken zo. Maar er is daar nog geen enkele beweging te zien. Lastig is dat wel trouwens. Het bladerdak van de struik is nu heel dicht. De fuut [ Podiceps cristatus L. ] zit goed verstopt. De broedtijd, heb ik ergens gelezen, duurt 23-25 dagen. Dus langzamerhand moeten toch kuikens te voorschijn komen. Fortuinlijker is een paar dat in het Boterdiep richting Fraamklap huist. Toen ik daar gistermiddag wandelde met Nantske, zag ik een fuut met maar liefst vier kuikens scharrelen tussen de begroeiing aan de overkant. Richting dorp steekt een meerkoet het kanaal over en gaat op onderzoek uit in de schaduwplek die het  nieuwe min of meer zelf gebouwde motorsloepje van mijn buurjongens Joost en Willem Sturing in het water werpt. Misschien verwacht hij in die schaduw meer slakjes of kleine waterdieren te vinden. Meerkoeten zijn overigens voornamelijk planteneters. Ik heb voldoende gezien en stap met onze hond naar beneden. Beneden wordt duidelijk dat door de droogte de treurwilg [ Salix babylonica etcetera L. ] nog steeds blaadjes laat vallen. Het plankier beneden is bezaaid met die vijf centimeter- lange  gele blaadjes.  Constateer dat de schapen, die vorige week in het weitje vlak naast de brug stonden, nu verkast zijn naar het derde weitje dat volkomen geel gekleurd is van de paardenbloemen [ Taraxacum officinale L. ].Ik zet de eerste stappen op mijn wandelpad. Nantske kan van de lijn af.
Reusachtig groot
Ver weg in het zuidoosten een vlucht ganzen, negen stuks, achter elkaar vliegend in een linie- formatie.  Drie aalscholvers [ Phalacrocorax carbo L. ] vliegen uit. Ze komen voor hun doen heel laag, op tien meter hoogte, over het pad aanvliegen en verdwijnen over de wei rechts  richting het zuidwesten. Vanuit het zuidoosten komt een kauwtje [ Corvus monedula L. ] deze kant op, vliegt over me heen Het is best fris. Ik schat maar een graad of negen. Ik vraag me af of het wel zo verstandig was om mijn tussenjas aan te trekken. Een wilde mannetjes- eend draait een rondje in de lucht om me heen , verdwijnt even achter een stel struiken , komt dan weer te voorschijn. Hij heeft er duidelijk zin in. De eerste meeuwen van deze ochtend komen van de Waddenkust vandaan. Je zou eerst zeggen , er is er maar een . Maar een meeuw in zijn eentje zie je maar zelden. De tweede volgt hem op ongeveer honderd meter. Ik ben inmiddels beland bij de hoek. Hoor van hier af al de graspiepers [ Anthus pratensis L. ] fluiten in de rij meidoorns [ Crataegus monogyna L. ]. Ga eens poolshoogte nemen, maar die vogeltjes laten zich in de dichtgegroeide struiken niet observeren. Struiken die overigens nog steeds niet allemaal in bloei staan. De meidoorns zijn wat dat betreft laat dit jaar. Het wordt killer. De zon is inmiddels weer helemaal door het wolkendek ingesloten. Heel laag, vijftien meter, scheert een meeuw vanuit het zuidwesten over het grote perceel grasland rechts dat verder volstrekt verlaten oogt. Op de achtergrond klinkt het lawaai dat zwarte kraaien [ Corvus corone L. ] maken in de bomen rond de waterzuivering. Ik ben dan al bijna op het einde van het tweede lange stuk. En eenmaal aangekomen op mijn keerpunt zie ik nog net een  haas [ Lepus europaeus L. ] weg galopperen door de wei achter de ree naar herenboerderij de Haver. Reusachtig groot is hij. In ieder geval aanzienlijk meer uit de kluiten gewassen dan de twee hazen die ik gisterochtend zag rondspringen op de lange ree naar deze boerderij. Pas laat hadden ze mij in de gaten. Een van hen draaide zich om, ging rechtop staan en nam mij over zijn schouder eens uitgebreid op. Toen huppelden ze met zijn tweeën weer verder richting het erf. Al die tijd was Nantske aan het snuffelen in de berm. Leek niks in de gaten te hebben. Ik roep haar nu, terwijl ze weer hetzelfde doe. Draai me om en ga op de terugweg.
Bemonsterd. Wat is dat?
Vanuit het dorp zie ik heel snel iets roods aankomen. Ik commandeer Nantske naast me  en denk meteen aan de Onbekende Wielrenner. Het blijkt een Onbekende Scooterrijder 1. 0. te zijn, in een roodoranje wegwerkers- jack met fluorescerende witte strepen. Heeft het gekloofde gezicht  van iemand die al zijn hele leven buiten werkt. Draagt het haar volgens mij ook in een staartje of een knotje of zoiets. Het wordt weer iets warmer. De zon piept weer onder het wolkendek vandaan.  Drie meeuwen, ver uit elkaar, vliegen me tegemoet, vrij laag , op tien meter hoogte. Zwijgzaam. Alleen de laatste, twintig meter achter hen, laat  even een donker miauwend geluid horen. Over de Bedumerweg dendert een Schouten- Sleepslangcombinatie het dorp binnen. Om elders drijfmest te gaan verspreiden. Het beeld is zo langzamerhand wel bekend.  Zelfs een toerist herkent het tafereel van een wei waar mest op wordt uitgereden. Maar daarachter gaat een hele wereld schuil. Zo moet iedere boer die mest uitrijdt, verplicht zijn land eerst laten bemonsteren op fosfaatgehalte . Bij percelen van 5 hectaren of meer moet dat zelfs op meerdere plaatsen. Wat wordt nu eigenlijk verstaan onder het fosfaatgehalte van grond?  Daarvoor moet ik eerst iets anders uitleggen. Om in aanmerking te komen als agrarisch onderneming voor een bijdrage uit Gemeenschappelijk Landbouwbeleid [ GLB ]  moet de een boer Ieder jaar tussen 1 en 15 Mei moet een boer de zogenaamde Gecombineerde Opgave invullen. Daarin geeft hij aan hoeveel hectare hij actief bewerkt aan grasland en/of  bouwland. Hij kan ook percelen braak laten liggen. Maar ook dat moet hij invullen. De grond moet hij door een erkend lab laten bemonsteren. In de mededelingen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland [ RVO ] d.d. 14 maart 2022 wordt dat als volgt geformuleerd: ‘ Een geaccrediteerd laboratorium heeft uw landbouwgrond bemonsterd. Uw grond zit in klasse arm, laag, neutraal of ruim. Het lab bemonsterde volgens het juiste bemonsteringsprotocol. ‘  Het lab levert een zogenaamd analyserapport aan. De betreffende grond krijgt als het gaat om het meten van de reeds aanwezige hoeveelheid fosfaat een zogenaamd P-CaCl2- en P- Al- getal Die getallen geven de al aanwezige hoeveelheden fosfaat en alkali in de grond aan.  De dienstmededelingen aan de boer gaan dan als volgt verder:  ‘ De dag waarop de grond is bemonsterd is op 15 mei maximaal 4 jaar geleden. Anders is opnieuw bemonsteren en een nieuwe analyse nodig. ‘ Bij de mededelingen zit een tabel waarop de boer kan zien hoeveel extra fosfaat hij in de vorm van dierlijke mest, organische mest  of kunstmest maximaal mag uitrijden op zijn percelen . Voor grasland en akkerland gelden verschillende normen. De getallen geeft u uiterlijk 15 mei door in de Gecombineerde opgave. Het rapport bewaart u op uw bedrijf ‘
Fosfaatrechten recht of krom?
Nooit geweten dat er zoveel verplichte rapportage noodzakelijk is, op het moment dat je ruikt dat er ergens om je heen mest wordt uitgereden. Ergens wist ik wel dat boeren een mestboekhouding moesten bijhouden. Maar dat het er zo gedetailleerd aan toe ging , daar had ik geen besef van. Natuurlijk weet ik globaal  wat de rede is van deze boekhouddrift. Terecht is er in Europees verband vastgesteld een aantal jaren geleden dat door de uitbreiding van de veestapel in Nederland, onze bodem veranderd is in een gifbelt en onze oppervlaktewateren in een soort riool. Milieuwetgeving heeft geprobeerd daar wat aan te doen door plafonds in te stellen voor het uitrijden van mest. Tegelijkertijd kreeg iedere boer gratis van de overheid fosfaatrechten. Wat zijn dat nu weer? Op de site www.fosfaatstroom.nl wordt dit als volgt uitgelegd: ‘Fosfaatrechten zijn de rechten van een melkveehouder die bepalen hoeveel fosfaatuitstoot de melkveehouder mag produceren. Afhankelijk van de hoeveelheid fosfaatrechten die een melkveehouderij heeft, is door de overheid vastgelegd hoeveel fosfaatuitstoot een melkveehouderij mag produceren. Één fosfaatrecht staat gelijk aan de productie van één kilogram fosfaat. Waarom bestaan er fosfaatrechten? Na het afschaffen van de melkquotum, is de melkveehouderij flink gegroeid. Dit heeft als gevolg gehad dat de uitstoot van fosfaat is verhoogd. Fosfaat is te vinden in de uitwerpselen van o.a. koeien. Te veel uitstoot van fosfaat kan schadelijk zijn voor het milieu. Op Europees niveau zijn er afspraken gemaakt met betrekking tot de uitstoot van fosfaat. Om deze na te kunnen leven, is het fosfaatrechtenstelsel in het leven geroepen. Dit stelsel focust zich op bedrijven binnen de landbouw waar bedrijfsmatig melkvee wordt gehouden. In 2015 is de uitstoot van het fosfaat hoger geweest dan toegestaan was volgens de Europese wet- en regelgeving. Om te zorgen dat Nederland zich aan de afspraken kan houden, is in 2018 het fosfaatrechtenstelsel geïntroduceerd. Produceert een melkveehouderij meer fosfaat dan volgens de fosfaatrechten van de melkveehouderij is toegestaan, dan kan de overheid een boete opleggen. Het is belangrijk dat melkveebedrijven genoeg fosfaatrechten hebben om hun melkvee te houden. Daarom wordt er gehandeld in fosfaatrechten. Als melkveehouderij kunt u fosfaatrechten kopen of verkopen, maar ook fosfaatrechten leasen of verleasen. ‘
Ellende over zichzelf afgeroepen
Ik begrijp nu ook beter de irritatie onder boeren wanneer er weer nieuwe normen worden geïntroduceerd, zoals nu bij de moeizame totstandkoming van stikstofwetgeving heel herkenbaar het geval is. Overigens zijn boeren niet de enigen die het gevoel hebben dat ze zuchten onder een toenemend aantal regels. Ik kom oorspronkelijk uit een bakkersfamilie. Je wilt niet weten aan hoeveel voorwaarden je als bakker moet voldoen voordat een halfje  volkoren over de toonbank mag  gaan. Maar boerenorganisaties zijn er altijd een meester in geweest om zich een slachtofferrol aan te meten en zich als zodanig te presenteren aan het deels onwetende publiek. Bovendien hebben veel boeren na het afschaffen van het melkquotum, waar ze zelf om hadden gevraagd, door ongebreidelde uitbreiding van het aantal koeien al die ellende voornamelijk over zichzelf afgeroepen. Datzelfde onwetende publiek is dat inmiddels al lang vergeten. Kijk en dat vind ik nou jammer ……………………….( wordt vervolg )
Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak ’.

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !