Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 11 Augustus 2022, 05u55 ( Zomertijd ):

“O- wind. Windkracht 2. Maar er is weinig van wind te merken. Het is fris, veertien graden. Voor het eerst dit jaar loop ik zo vroeg op de dag in korte broek. Voor de zekerheid wel mijn wollen vest aangedaan. Dat blijkt geen luxe. Het is mistig. De lampen van de spoorbrug van Bedum zijn van hieruit niet te zien, als ik met onze hond het houten bruggetje opklim, zeker zes meter boven het Boterdiep. Er hangt een ander soort mist dan gisteren. Hij is dikker maar minder hoog. Tussen de twaalf en vijftien meter zijn de mistbanken nu. Al heel vroeg , toen ik mijn ogen opende om half vijf vanmorgen, hoorde ik de houtduiven [ Columba palumbus L. ] roepen. En dat doen ze nu nog steeds. Er zit er een in de hoogste boom van de windsingel rond onze moestuin , de andere moet ergens in de binnentuin zitten. Waarschijnlijk in de met klimop en bruidsluier overwoekerde, gekopte es. Het gaat hier dus over nestelende concurrenten die allebei opnieuw een nest beschermen of bezig zijn een vrouwtjesduif te lokken. Er komt, helaas voor hen, geen reactie. De enige die iets van zich laat horen is een zwarte kraai [ Corvus corone L. ] . Hij zit op het dak van DE KERK. En zijn roep is bedoeld voor kraaien in de buurt. Ook die reageren trouwens niet. ‘ Tsjup- tsjup- tsjup- Tsjup…’, een merel hipt op de verlaten weg beneden. Laat door zacht klokkende geluiden te maken horen aan jongen ergens in een heg, dat hij driftig op zoek is naar eten. Een houtduif vliegt me achterop. Maakt een boogjes- vlucht . Dat wil zeggen , hij klimt omhoog  de lucht in en zodra hij op het hoogste punt is, laat hij zich vallen als een baksteen, zeilt naar de grond om op een hoogte van vijf meter weer te gaan klimmen. Deze merkwaardige manier van voortbewegen is een vorm van baltsen. Aan de duif die hem nu achtervolgt , laat hij zien over klimcapaciteiten te beschikk. Fysiek in supervorm te zijn en ziet zichzelf dus een als aantrekkelijke partner.  ‘ Keng-keng..’, links van de brug laat een meerkoet[ Fulica atra L. ]  weten dat er met hem niet te spotten valt , mocht iemand zo overmoedig zijn om zijn territorium binnen te dringen. Dat kan best een stuk Boterdiep over de volle breedte zijn. Ik heb meerkoeten gezien die niets anders deden dan het hele kanaal schoon vegen van de ene walkant naar de andere. Wat auto’s passeren achter me over de Bedumerweg. Waaronder een koe van een auto, een zware hybride. Ik snap niet waarom mensen dit soort kolossen kopen . Ze betalen zich blauw aan wegenbelasting. En dat allemaal om zogenaamd duurzaam te rijden.  Genoeg gezien vandaag. Ik ga naar beneden met Nantske aan de lijn. Dit om te voorkomen dat ze het wandelpad opschiet . Zelfs op dit vroege uur kan je sluipverkeer verwachten, een vroege visser of iemand die dringend in de boerderij van Harm van der Giezen moet zijn. Kunnen ook fietsende forenzen op E- bikes of Pedalecs zijn. Ook die letten niet op maar zijn meer bezig met de vraag of ze nog hogere wattages kunnen trappen. Op dit uur kom ik zelden mensen tegen die hier wandelen of fietsen puur voor het plezier Om te genieten van  de dag, die  iedere keer weer zo onschuldig begint.

Boklucht

Beneden zie ik dat ik gezelschap heb. In de eerste wei naast het schelpenpad zijn gisteren twee hokjes op wielen gezet. Dat zijn verblijven voor de geiten van Marja Verbree, mijn bijna- buurvrouw. Ik weet niet of een sik onder hun kin erop wijst dat het allemaal bokken zijn. Een ervan die overigens veel groter is dan de anderen volgt ons nauwlettend. De anderen imiteren die waakzaamheid. Het geheel wasemt een scherpe maar aantrekkelijke boklucht uit. Zo komt het mij in ieder geval voor als grote liefhebber van geitenkaas. Ik zet de eerste stappen op mijn wandelpad. De hemel boven de boerderij van Sieb- Klaas Iwema begint oranje te kleuren. Plotseling wijkt het riet langs de sloot uiteen. Een blauwe reiger [ Ardea cinerea L. ]  slaat zijn vleugels uit en zonder geluid te maken, klimt de vogel de lucht in. Eenmaal op acht meter hoogte zeilt hij naar het uiterste puntje van de wei van Rozeboom en duikt daar de sloot in. Die grenst aan het perceel dat André van der Schans in gebruik heeft. Ik ben heel benieuwd of de kraai op zijn post zit in de meidoorn [ Crataegus monogyna L. ]  op de hoek. Dat zit hij… . En hij blijft zitten, zelfs wanneer ik de hoek al ben omgeslagen en kuier richting het zuiden. Dan vliegt hij me achterop en verkast naar de eerste van de rei meidoornstruiken rechts in de verhooide berm.

Als van een olifantenkudde…

Het is vijf minuten over zes, de zon wordt zichtbaar . Ver weg begint een hond te blaffen op het erf van de familie van Middelkoop, hier zeventien honderd vijftig meter vandaan. De grote ligboxenstal ligt diep verscholen in het land gebouwd op een kunstmatige heuvel. Van Middelkoop melkt een kleine tweehonderd melkkoeien en begint vroeg. Ik geloof dat ik in de Kardingemaar smienten [ Anas penelope L. ] hoor fluiten. Een paar maanden heb ik ze niet meer gehoord. Nu al weer terug? Dat is vroeg. De zon wint aan kracht . Hij laait op tot de bol zoveel hitte uitstraalt dat hij wit van kleur is  en de lucht daarom heen roodoranje. Een meeuw komt op vijftig meter hoogte over en vliegt richting het zonnevuur. Lost helemaal op in het felle licht. Uit Bedum klinkt gebrul als van een olifantenkudde op drift. Maar door de mist kan ik niet zien wat voor trekkers het zijn en wat er achter hangt. Het blijft fris en de kou prikt in mijn blote kuiten. Dat is een aangenaam gevoel. Zeker als je bedenkt dat het vanmiddag waarschijnlijk ook hier,  vlakbij de Waddenzee, dertig graden wordt naar verwachting. Ik loop gewoon te genieten tot ik besef dat ik op mijn keerpunt ben beland. Draai me om , roep Nantske  zich te haasten en ga op de terugweg.

Logisch…

Nog steeds kan ik door de mist niet zien uit welke hoek de wind komt. Dan maar de natte vinger- methode. Vinger in de mond , goed spuug daarop en de hand hoog in de lucht steken. De kant van de vinger die het eerste koud wordt, geeft de windrichting aan. Dat is vanochtend overduidelijk het oosten. Als na tien minuten de mist opgetrokken is, blijkt dat ook te kloppen, gezien de stand van de windmolen van IJzerman vlabij het Onderdendamsterbos. Vanaf het erf van  Harm van der Giezen klinkt het gerucht van een trekker die gestart wordt. Een groepje van zes sprotters komt in grote vaart over op een hoogte van dertig meter. De groep, hoewel er af en toe van plaats wordt gewisseld , blijft uit zelfbescherming goed bij elkaar. In het oosten is de zon zo hard aan het branden dat je geen verschil meer ziet tussen zonneschijf en de lucht er om heen. De randen van de zon zijn volledig weg gevallen. Dan ineens zie ik het. Op het voetgangersbruggetje over de Havertsetocht is in silhouet een Grote Zilverreiger [ Egretta alba L. ] te zien. Ik krijg tranen in mijn ogen. Wat kan het buitengebied zelfs daar waar intensieve landbouw bedreven wordt zoals hier,  je door zijn schoonheid overvallen zo vroeg in de ochtend. En ik vraag me af , zouden de eigenaars van de grote voerfabrieken als de Heus en For Farmers wel eens naar buiten kijken vanuit hun stoffige kantoren In Veghel en Lochem. Kunnen ze met eigen ogen zien wat er op het spel staat als natuur zich moet verweren tegen hun geldklopperij. Wellicht schamen ze zich zo dat de natuur totaal verwoest is  door hun expansiedrift dat dit de reden is dat ze een gesprek met Johan Remkes niet eens meer aandurven. Het kan natuurlijk ook dat er heel een heel andere reden zit achter de aankondiging dat ze niet met hem en de rest van het kabinet willen praten over een oplossing van de stikstofcrisis. Misschien zou hij wars van plichtplegingen hen wel eens ter verantwoording kunnen roepen voor hun steun aan de radicale boerenprotesten. Dat boerenprotesten door hen gefinancierd worden , dat staat inmiddels als een paal boven water. Logisch, zij hebben bij een vermindering van het aantal landbouwhuisdieren in Nederland , meer dan 11,5 miljoen op dit moment , het meest te verliezen. Dat is logisch, hè…………………..( wordt vervolgd )

Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen.

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !