5 oktober 2022 Onderdendam ( Gr. ) Woensdag 5 Oktober 2022, 06u20 ( Zomertijd): “ ZW- wind. Windkracht 4. Zwaar bewolkt. Egaal wolkendek. Dat is tenminste een vermoeden want waar te nemen valt het niet: het is pikdonker. Slechts vaag is in het oosten een flauwe streep te zien van iets lichter donker. Dat is alles. Nou, ja alles. Er is vooral veel wind in het buitentheater wat ik met onze hond Nantske betreed. Ik klim omhoo, de twaalf treden op naar mijn uitkijkpost, meer dan zes meter boven het Boterdiep. De wind buldert in mijn oren, geselt de grote , gele treurwilg aan de overkant, bolt de wangen en blaast dan duizenden rimpels in het kanaal. Op de top van iedere rimpel schittert een toefje licht, weerkaatsing van de straatlantaarns. Even kijk ik achterom, alleen mijn buurvrouw Ines is al wakker en scharrelt in een witte badjas wat rond in haar keuken. In dat huis hebben we zeven weken in 2016 gewoond , toen het leeg stond, wachtend op een koper en wij ergens moesten wonen. Omdat de aardbevingsschade in ons huis moest worden hersteld. Die zat overal van zolder tot kelder. De inboedel was opgeslagen. Het huis werd totaal gestript en daarna opnieuw gestuct en geverfd. Wat vooral opviel aan het huis waar we in de tussentijd woonden was het enorm uitzicht door de grote ramen. We keken toen geen televisie meer. Zaten de eerste dagen alleen maar met open mond naar buiten te kijken. Zo schitterend …Ik ga naar beneden. Wil het liefst geen voyeur zijn. Zet de eerste stappen op mijn wandelpad na Nantske vrij gelaten te hebben. Die stormt meteen op een stukje kweekgras [ Elytrigium repens L. ] in de berm rechts af. Gewenning Ik kijk eens om me heen, althans doe een poging in die richting. Het zicht is nog geen tien meter. Verder weg valt het onderscheid tussen lucht, pad, berm en wei weg. Daar is alleen maar duisternis. Wel flonkeren wat rode lichtpuntjes in het oosten vrolijk heen en weer. Het zijn de toplichten van de windmolenparken van Farmsum en van het grote, beruchte park de Meeden bij de N33. Rechts is door de weerschijn uit de lucht boven Bedum nog net te zien hoe het gemaaide gras in de wei van Annemarie de Haan door Sieb- Klaas op zwad is gelegd. De lange rijen bij elkaar geharkt gras liggen te wachten op de loonwerker die het gras in plastic moet inpakken tot handzame kubussen van een ton zwaar. Ik duik nu het donker in. Weet natuurlijk wel waar ik moet lopen. Maar in feite kan ik niet precies zien waar ik loop. Ik kan alleen maar voelen dat ik nog op beton loop. Sla dan de hoek om en kuier naar het zuiden. De wind suist in de meidoorn op de hoek. Op dit lange stuk is het nog donkerder dan op het eerste stuk van het pad. Ik schat dat ik nog geen acht meter voor me uit kan kijken. Bij van Middelkoop, zeventien honderd vijftig meter naar het noorden beweegt een fel licht zich langzaam door de ligboxenstal. Daar worden de bijna tweehonderd koeien gevoerd. Verderop meer naar het zuidoosten ook een stralend wit licht. Dat moeten wel haast de bouwlichten zijn bij de masten voor de nieuwe hoogspanningsleiding. Overdag zie ik namelijk dat daar met een hoogwerker met een zeer lange arm aan de perfectionering van de kabels wordt gewerkt. Zelf merk ik dat er bij mij al een zekere gewenning optreedt. Wat eerder een flagrante verstoring van het landschap was, begint een beetje bij dat cultuurlandschap te horen. Siberië En daarnaast is die reusachtige hoogspanningsleiding het eerste signaal van de nadering een andere tijd. De regio hier heeft torenhoge ambities. Rond de Eemshaven moet de nieuwe GroeneEnergieCentrale voor heel Nederland ontstaan. Daar moeten de kabels aanlanden van de windmolenparken uit de Noordzee. Elektriciteit die de brandstof levert voor de productie van waterstof dat fossiele brandstoffen voor o.a., het transportverkeer, het openbaar vervoer en de industrie moet gaan leveren. Het wordt een industriepark met een omvang dat ik ken van indertijd de DSM bij Geleen , toen ik met eerste echtgenote T. in Valkenburg woonde. Wanneer we van familie uit Amsterdam kwamen, en ’s avonds laat langs het enorm grote, verlichte industriecomplex kwamen in Geleen, zeiden we op dat moment tegen elkaar: ‘ We zijn weer bijna thuis ‘. Door de goden of het lot is altijd op wonderbaarlijke wijze beschikt dat ik me echt pas gelukkig zou gaan voelen op plekken die over het algemeen beschouwd worden als de periferie van Nederland: een soort Siberië binnen Nederlandse verhoudingen. Daar gaat dus een wonder gebeuren. Alarmlichten flikkeren Dan is het wel even schakelen zodra termen als ‘prijsplafond ‘of ‘energieplafond ‘ op dit moment met veel aplomb door de politiek gelanceerd worden met een enthousiasme alsof ze na vele lichtjaren op de planeet Jupiter moeten landen. Termen die meer de uitstraling hebben van een soort kruideniersmentaliteit dan knopen doorhakken. In hun waanwijsheid heeft men in de Haag boven op een van de vele puinhopen van ontbrekend beleid besloten om iedereen, het doet er niet toe wie , miljardair of putjesschepper honderd negentig euro per maand uit te keren dit jaar. Ter compensatie van de energie armoededuikeling. Wat blijft schrijnen is de vraag of het langzamerhand geen tijd wordt om te erkennen dat het eindeloos pleisterplakken voorbij moet. Of het geen tijd wordt voor een grote schoonmaak in het politieke denken. Overal beginnen rode alarmlichten te flikkeren en nog steeds zie je dezelfde pratende hoofden dezelfde cliché’ s uitbraken: “ Kloof hier ,kloof daar , wij moeten meer omzien naar elkaar “. Sodemieter op, zeg!……………………………….( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws