Het Songfestivallied uit Zoutkamp: Waar ken ik David Hartsema van? 25 mei 202126 mei 2021 Het moet 1970 zijn geweest. Op de HBS – een soort atheneum maar dan met 13 vakken op de examenlijst – broeide die leraar Frans met zijn Chansons en ook Songs en Lieder. Hij was van mening dat één jaar hard werken genoeg was om een vreemde taal te leren, waar hij gelijk in had, vandaar dat hij nauwelijks het schoolbord gebruikte en de meeste tijd in de weer was met een koffergrammofoon, een kistje met twee luidsprekers en een draaischijf, en maar plaatjes draaien in plaats van het onregelmatig werkwoord in het Frans te behandelen. Hij was ook nog voorzitter – nou ja, de baas – van de schoolse culturele commissie en juist hij wist het te regelen dat Lenny Kuhr bij ons op school zou optreden, in de aula, zeg maar de theaterzaal. Ja nee, dat was een topchansonnière en van te voren hadden we in de klas die lp al kapot geanalyseerd, op eindrijm, binnenrijm, allitererend rijm, het vertelperspectief, het existentiële moment in de tekst…… En geen enkele aandacht voor de schrijver van die teksten, een zekere David Hartsema. Daar stond ze in het licht op het podium, dat meisje van 19 jaar, nauwelijks twee jaar ouder dan ik, en winnares van het Eurosongfestival in Madrid in 1969. De Troubadour, de verhalenzinger, die voor het laatst zijn lied zong. We waren er stil van, die 150 scholieren die voor 2,50 in guldens, twee pakjes sigaretten omgerekend, een kaartje kochten. En ook van die andere liederen van de eerste lp van Lenny Kuhr die ze zong, die liederen van een mij totaal onbekende David Hartsema. En nog een nummer van Jules de Corte, een blinde zanger die ruzie had met het katholicisme, maar dat is weer heel anders. Geboren op 11 februari 1925 in Zoutkamp. Hartsema studeerde Frans, Engels en Nederlands en was onderwijzer o.a. aan de kweekschool in Heerenveen, maar dat heet nou docent aan de pabo. Echt zo’n ouderwetse acten-stapelaar. Hij schreef meer dan 500 liederen, veel in het Gronings. Voor zover ik het kan beoordelen, kan overzien, is zijn vertaling van ‘Le Plat Pays’ van Jacques Brel de beste vertaling in het Nederlands ooit van een lied van Brel. Mensen, ga naar Youtube en luister naar Lianne Abeln die ‘Mien Slichte Laand’ zingt. Lianne Abeln, in 1986 zag haar in het Marnehoes in Wehe. Ze zong ‘verskes’ van David Hartsema en ze zei er nog bij dat die in het Zoutkamps geschreven waren. De jarenlange samenwerking met de onbetwistbare koningin van het Groninger lied leidde er toe dat Lianne Abeln en David Hartsema in 1985 de eerste K. ter Laanprijs van Stichting t Grunneger Bouk kregen. Voor hun gezamenlijke inspanningen voor de Groninger cultuur. Want David, in Zoutkamp wonend, had toen al een lange staat van verdienste met zijn Groningstalige gedichten, verhalen en essays in allerlei bladen in het Gronings, in de Winschoter Courant, voor de RONO en Radio Noord (hoorspelen, verhalen, documentaires en cabaretseries als ‘Potjebulen’, ‘Aigen Wies’ en ‘Wat anners’ ). Op de foto komt hij samen met Lenny Kuhr op Schiphol aan. Een dag eerder op 29 maart zat hij in de zaal van het Teatro Real in Madrid en hoorde hij dat Lenny het refrein Laaa,la,la,laaa…. had toegevoegd. Om het laatste lied van de kwijnende troubadour op te laten gaan in een universeel gevoel. Niet slecht gedaan, vond hij. Lenny kreeg van Teddy Scholten, winnares in 1959, een lieve brief met het compliment over het liedje: “Het is zó goed, over tien jaar zing je het nog.” Toch 52 jaar later zingt ze het nog en ik zag haar laatst. Ten eerste wat is dat meisje van 19 van toen een mooie vrouw geworden. En ten tweede, wat heeft die Hartsema toch een mooi lied geschreven. Ooit kocht ik op een rommelmarkt een curieus boek, ‘Met de boderijders naar Groningen’ uit 1987. Van een zekere David Hartsema. Zo’n boek laat je voor wat kleingeld niet liggen, als je sluimerend met regionale geschiedenis bezig bent. Het kost op dit moment 29,50 bij Bolcom. David Hartsema sleet zijn laatste jaren in een huisje op Lauwersoog. Op 14 februari 2009 ging hij uit de tijd. Tijl Uilenspieghel Nieuws