Paarden, hamburgers, suikerspinnen: het gaat uiteindelijk om Lucas en Gea 19 oktober 20214 maart 2022 De eerste maandag van de herfstvakantie, de Baistemaart, is natuurlijk een feest voor kinderen. De paardjes, een turfje hoog bij wijze van spreken, het zijn uit de kluiten gewassen knuffels, die ook nog een heel hoge aaibaarheidsfactor hebben. “Ik loop nou door,” zegt een man met z’n dochter aan de hand. “Ik heb een mooi stuk grond en het is heel verleidelijk om zo’n kleine ponny te kopen.” Tussen gevoel en werkelijkheid: “Als je zo’n beest neemt, dan heb je er elke dag de nodige zorg voor en dat kan ik niet opbrengen.” Ondertussen probeert Take, hij is zondagsschilder uit Dronrijp, paarden met krijt in het schetsboek vast te leggen. “Dat is heel lastig, zegt hij, “die stomme beesten staan niet stil.” Ja, een landschapje is in dit opzicht picturaal makkelijker te hanteren. Maar een veemarkt heeft weer dat bewegelijke in zich. Het lukt hem trouwens heel aardig om de vlotheid van de dieren vast te leggen. Veekoopman Sipco Sipkens, woeste haardos, uit Hoogkerk, doet voor hoe het handjeklap bij veehandel gaat. Een bod en een tegenbod wordt in de hand geslagen. De klap op de hand verplicht de koper en verkoper, het is geen spelletje. Wat gebeurt er als een paard een verborgen gebrek heeft? De koper kan dat immers niet aan de buitenkant zien. Sipco: “Dan is de schade voor de verkoper. Doe je dat niet, dan verkoop je nooit meer iets, dan ben je je goede naam kwijt.” Wat moet zo’n paardje kosten? Een kabouter ponny 300, een volwassen paard 3 duizend. De beestenmarkt is natuurlijk voor een groot deel show, het in stand houden van een roemrijke traditie toen er nog koeien werden aangevoerd. Dat neemt niet weg dat het een leuk stuk nostalgie is. “Ik heb net één paard verkocht,” zegt Sipco. “Ik kom hier niet voor de grote handel. Het is leuk.” De feesttent – zeer rolstoel toegankelijk gemaakt – is een waarlijk kleinvee spektakel. De organiserende kemmiezzie, die ex-wethouder Harmannus Blok als voorman wist te strikken, heeft er een soort kinderboerderij ingericht. Ja, dat is een feest voor de kinderen. Bij de kraam van de jagersvereniging – maar dat heet tegenwoordig wildbeheer – ontwaar ik mijn enige echte vijand in deze wereld: een opgezette steenmarter. De brutale loens kijkt me aan met een blik van: ik ben er niet meer, maar ons kun je niks maken. Het is heerlijk slenteren in het najaarszonnetje langs de kramen van de warenmarkt. Er is wat je verwachten kunt op zo’n markt. Maar één kraam springt eruit, die van Martine, uit Groningen. “Ik maak speciale cadeaus naar wens,” legt ze uit. Waar moet je dan aan denken? “Bij het tankstation hier in Winsum moest men een afscheidscadeau voor een werknemer hebben. Ik heb het tankstation in een schijf hout gegraveerd als toch een speciaal aandenken. Vraag me wat je wilt en ik vind er een creatieve oplossing voor,” is de boodschap van de jonge onderneemster. Daar loopt een heel oude heer. Hij heeft een roman van Konsalik gescoord, Heinz G. Konsalik, die meeslepende romans schreef over liefde aan de Wolga, kameraadschap in de woeste steppen, gevuld met spanning en hartstocht, in het milieu van Duitse militairen in de oorlog, om het wat neutraal te zeggen. Drie euro moet een Konsalik kosten bij de goed gevulde boekenhandel. Tevergeefs blader ik door de doos met de Suske en Wiske’s, om nog een album te vinden dat ik niet heb. Zo leuk is een warenmarkt. Het is druk, en opvallend veel setjes van kleinkinderen met opa en oma. Ook opvallend veel mensen die slecht ter been zijn. En doorsnee gezinnen met kleine kinderen. Ontspannen slenterend, genietend van een vrolijk evenement. En suikerspinnen. Bij de parkeerplaats komt een vrouw langs met een grote blikken doos, verkleurd wit, een kleintje roest. “Wat het is, ik zou het niet weten,” zegt ze. “Het is gewoon een leuke trommel.” Daar gaat het om. Nou snel even naar huis voor een boterhammetje en dan weer terug. Voor het optreden van Lucas en Gea. Want paarden en boeken en hamburgers en koffie en bier en draaimolens, het is wel leuk hoor. Maar Lucas en Gea, daar kan niks tegen op. Berto Merx Overige