Kan GroenLinks ook buiten de grote steden scoren? 24 januari 2021 In de volksmond wordt de term ‘GroenLinks-kiezer’ nogal eens gebruikt voor een idealistische, misschien zelfs wel naïeve kiezer. Een heel genuanceerd geluid is dit echter niet. Waar staan Klaver en de zijnen nou werkelijk voor en welke groepen in de samenleving probeert de partij aan te spreken? GroenLinks scoort met name goed in de grote steden. In Amsterdam, Utrecht, Groningen en Nijmegen werd de partij bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 zelfs de grootste partij. Deze steden hebben een jonge, vaak studerende populatie. De links-progressieve agenda, die zich met name richt op de aanpak van de klimaatverandering, sluit goed aan bij deze groep. Deze jongeren worden vaak aangeduid als de ‘klimaatgeneratie’. De verwachting is dat de klimaatgeneratie een grote verschuiving te weeg gaat brengen in het electoraat. De vraag is natuurlijk of GroenLinks hiervan gaat profiteren. Van oudsher is Nederland een land met vooral centrum-rechtse regeringen. Het enige echt linkse kabinet dat Nederland in haar naoorlogse parlementaire geschiedenis heeft gekend is namelijk het kabinet Den Uyl (1973-1977). In de peilingen komen GroenLinks (11), PvdA (10), SP (9), D66 (13) en PvdD (4) gezamenlijk op zo’n 47 zetels, bij lange na niet genoeg voor een meerderheid in de Tweede Kamer van tenminste 76 zetels. Natuurlijk, het zijn maar peilingen, maar het geeft toch aan dat een volledig links kabinet een illusie lijkt. Wat rest de linkse vleugel? Het antwoord lijkt vooral samenwerking. GroenLinks en de PvdA hebben al aangegeven niet zonder elkaar in een coalitie te stappen. ‘Links’ probeert op deze manier haar huid duur te verkopen. Of deze tactiek werkt zien we 17 maart en in de coalitieonderhandelingen die daarop volgen. Op het moment van schrijven – zaterdag 23 januari – is het partijcongres van GroenLinks in volle gang. De leden kunnen nog stemmen over ingebrachte moties en amendementen. Nadat alle stemmingen zijn geweest wordt het verkiezingsprogramma – wat nu nog een concept-verkiezingsprogramma is – definitief vastgesteld. In het programma zijn een aantal zaken die opvallen. GroenLinks wil – niet geheel onverwacht – de klimaatambities verder opschroeven. De CO2-reductie van 49 procent in 2030 die in het Klimaatakkoord staat wil de partij verhogen naar 60. Om deze ambitie te kunnen verwezenlijken is een klimaatfonds van 60 miljard euro nodig. Uit dit fonds kunnen projecten worden gesubsidieerd die bijdragen aan de verduurzaming van Nederland. In het programma wordt veel aandacht besteed aan de verschillende vervoersmiddelen. Zo pleit GroenLinks voor de aanleg van de Lelylijn, een snelle treinverbinding tussen Groningen en de Randstad. De motorrijtuigenbelasting dient te worden vervangen door rekeningrijden, op deze manier moet de rekening eerlijker worden verdeeld. Verder wil de partij dat Lelystad Airport niet opengaat en dat Schiphol en de regionale vliegvelden kleiner worden en zich concentreren op de luchtvaart die voor Nederland belangrijk is. Om de Nederlanders een stem te geven in de aanpak van de klimaatverandering pleit de partij voor burgerraden. Dit is een groep mensen die door loting wordt aangewezen. Op deze manier hoopt de partij dat de burgers meer betrokken raken en invloed uit kunnen oefenen op het nationale, regionale en lokale beleid. In de energietransitie wil de partij vooral inzetten op wind- en zonne-energie, kernenergie ziet de partij niet als een goede optie: ‘’De bouw van een centrale duurt tientallen jaren, daar wacht de klimaatcrisis niet op. Daarnaast kosten de bouw en de ontmanteling van een kerncentrale tientallen miljarden euro’s, waardoor kernenergie op geen enkele manier economisch rendabel is.’’ Ook wil GroenLinks onderzoek naar alternatieve energiebronnen ondersteunen die in de toekomst een bijdrage zouden kunnen leveren aan de verduurzaming van Nederland. ‘’De toekomst van de landbouw is duurzaam, lokaal, gezond en diervriendelijk.’’ In 2030 moet 25 procent van de landbouw biologisch zijn en moet de veestapel kleiner zijn. GroenLinks is over de veestapel niet zo uitgesproken als D66, die pleit namelijk voor een halvering van de veestapel. In de zorg wil de partij de gehele marktwerking afschaffen: ‘’De zorgverzekeraars vormen we om tot publieke zorgfondsen.’’ De enorme wachtrijen in de jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg moeten door middel van landelijke coördinatie, specialistische behandelcentra en vermindering van de administratieve lasten worden tegengegaan. Het is bijna een terugkerend fenomeen te noemen, maar ook GroenLinks pleit voor vier dagen in de week gratis kinderopvang. Buitenschoolse opvang moet zelfs helemaal gratis worden. Daarnaast wil de partij de salarissen van docenten in het basis- en voortgezet onderwijs gelijktrekken. Jongeren krijgen voortaan op hun 18e verjaardag een startkapitaal van 10 duizend euro die zij kunnen gebruiken voor hun studie of voor het oprichten van een eigen bedrijf. Daarnaast krijgen alle studenten – waarvan hun ouders maximaal 100 duizend euro per jaar verdienen – 400 euro in de maand studiefinanciering. De leeftijdgrens voor het stemmen wordt verlaagd naar 16 jaar. Vorig jaar is er op het partijcongres een motie aangenomen met 96 procent van de stemmen waarin de partij pleit voor een basisinkomen. In het programma wordt het woord ‘basisinkomen’ echter geen enkele keer genoemd. Hierover is de laatste dagen wat onenigheid ontstaan in de partij. Het bestuur zou de partijdemocratie onderuit hebben gehaald, aldus de leden. In het verkiezingsprogramma staat wel dat GroenLinks een verhoging van het minimumloon naar 14 euro voor iedereen vanaf 18 jaar door wil voeren. Zoals de naam GroenLinks al doet vermoeden profileert de partij zich als een sociaal-economisch linkse partij die zich met name hard maakt voor de aanpak van de klimaatverandering. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 hebben we kunnen zien dat dit vooral bij de jonge kiezers aanslaat. Om de grootste te worden zijn er uiteraard stemmen nodig uit alle segmenten van de samenleving. Of GroenLinks de grote menigte kan mobiliseren weten over ongeveer twee maanden. Julian Uil Nieuws