PvdD: ‘’Als slachthuizen glazen wanden hadden, zou iedereen vegetariër zijn’’ 21 februari 2021 Het economisch systeem moet op de schop, de veestapel moet met minstens 75% worden gereduceerd en de oorzaken van de coronapandemie moeten bij de bron worden aangepakt. Het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren (PvdD) is sinds de coronacrisis minder controversieel geworden. Kan de partij na de verkiezingen een grotere rol van betekenis gaan spelen? De Partij voor de Dieren is voor de buitenwereld lastig te duiden. Na de goede resultaten in de Gemeenteraadsverkiezingen van 2018 werd er bijvoorbeeld door één van de NOS-commentatoren gekscherend gesuggereerd dat de goede resultaten in onder meer Den Haag te maken hadden met het feit dat er ‘’heel veel katten’’ wonen. De partij zet zich af tegen de kortetermijnbelangen van de mens, en komt naar eigenzeggen op voor ‘’de gehele planeet en ál haar bewoners’’. De PvdD is echter van mening dat je geen compromissen sluit ten aanzien van je idealen In 2019 nam Esther Ouwehand het roer over van Marianne Thieme. Thieme richtte de PvdD in 2002 op en was zeventien jaar lang het boegbeeld van de partij, als partijleider en fractievoorzitter. In de Tweede Kamer bevindt de PvdD zich aan de zijlijn van het politiek spectrum. In deze rol kan de partij maatschappelijke discussies voorzien van een nieuwe dimensie en op deze manier bestaande scheidslijnen doorbreken. Een veel gehoorde kritiek tegen de PvdD is dat de partij compromisloos is. De PvdD is echter van mening dat je geen compromissen sluit ten aanzien van je idealen. In het verkiezingsprogramma genaamd ‘Plan B’ gaat de PvdD zoals verwacht met gestrekt been in tegen de status quo. Aan de bio-industrie moet een einde komen en de veestapel moet met minstens 75% worden verminderd. Daarnaast wil de partij dat de rechten van dieren worden opgenomen in de Grondwet. ‘’Als slachthuizen glazen wanden hadden, zou iedereen vegetariër zijn’’, heeft ex-Beatle Paul McCartney ooit gezegd, de PvdD neemt het citaat met genoegen over in het verkiezingsprogramma. In het verkiezingsprogramma van de PvdD wordt ‘Aarde’ met hoofdletter geschreven Het bestaande economische systeem moet op de schop. De eeuwig durende drang naar economische groei is onhoudbaar en moet volgens de PvdD worden omgevormd tot houdbare groei binnen de draagkracht van de Aarde – In het verkiezingsprogramma van de PvdD wordt ‘Aarde’ met hoofdletter geschreven. Om dit ideaal inhoudelijk te onderbouwen haalt de PvdD de ‘donut-economie’ aan van de Britse econoom Kate Raworth. In dit economische model heeft iedereen recht op (sociale) basisvoorzieningen en niemand het recht om het ecosysteem te misbruiken voor eigen gewin. De banken moeten worden opgesplitst in nuts- en zakenbanken.: ‘’Banken regelen het betalingsverkeer, beheren het spaargeld van mensen en verstrekken kredieten aan bedrijven. Dat zijn nutsfuncties die belangrijk zijn voor de hele samenleving. Deze nutsfuncties moeten gescheiden worden van de risicovolle taken van banken.’’ In geval van crisis kan de overheid deze vitale onderdelen van banken overeind houden, zonder dat zakenbanken gered hoeven te worden met belastinggeld. Uiterlijk in 2030 moeten huishoudens en kantoren 65% minder energie gebruiken. Wind- en zonne-energie moeten grootschalig worden ingezet op locaties waar mensen, dieren en natuur geen of weinig hinder ondervinden. Kernenergie ziet de partij niet als een duurzaam alternatief: ‘’Het is moreel niet verantwoord om toekomstige generaties met nog meer kernafval op te zadelen dat duizenden jaren gevaarlijk blijft.’’ Ook moet er een einde komen aan onze wegwerpmaatschappij: ‘’De Partij voor de Dieren zet daarom in op een circulaire economie, waarin we zo zuinig mogelijk omspringen met grondstoffen en ze hergebruiken en terugwinnen uit bestaande producten.’’ Ook het vervoer en transport ontkomen niet aan grootschalige hervormingen. De uitgangspunten van de PvdD zijn: ‘’Minder wegverkeer, minder vliegen, sneller en comfortabel openbaar vervoer en voorrang voor voetgangers en fietsers.’’ Nederland heeft de twijfelachtige eer het meest veedichte land ter wereld te zijn Het coronavirus is een zoönose: een infectieziekte die overspringt van dier op mens. Het afgelopen jaar heeft de hele wereld ondervonden wat de gigantische consequenties zijn als een zoönose een wereldwijde pandemie veroorzaakt. De manier waarop we met dieren omgaan moet dan ook compleet veranderen, aldus de PvdD. Nederland heeft de twijfelachtige eer het meest veedichte land ter wereld te zijn. Het is dan volgens wetenschappers ook geen verrassing dat de twee grote Europese uitbraken van zoönosen plaatsvonden in Nederland: de vogelgriep in 2003 en de Q-koorts tussen 2007 en 2010 waarbij omwonenden van geitenstallen overleden of chronisch ziek werden. Sinds 2006 maakt de PvdD zich sterk voor het tegengaan van de oorzaken van zoönosen. ‘’De kans op een zoönose-uitbraak, daalt wanneer we de natuur met rust laten, en wanneer we stoppen met dieren op elkaar proppen in stallen waarin virussen alle ruimte hebben om te muteren. In een groene, gezonde maatschappij met ruimte voor natuur, maar zonder bio-industrie, is de kans op pandemieën veel kleiner.’’ In de peilingen zweeft de PvdD tussen de 4 en 6 zetels. De partij was de afgelopen jaren niet bereid om deel te nemen aan een coalitie. De PvdD was volgens haar leiders meer een actiepartij. Echter zei partijleider Ouwehand 7 februari in het programma ‘Buitenhof’ dat de PvdD wel bereid is om in een volgend kabinet mee te regeren: “De vraag is wel of anderen bereid zijn om met ons te regeren.” Ouwehand zou wel warmdraaien voor een groene, progressieve coalitie. Of dit electoraal haalbaar is wordt duidelijk na de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart. Julian Uil Nieuws