Voor geluk in het leven moet je kennisjes hebben 30 augustus 2021 Als je thuis blijft, heb je het druk. Dat in tegenstelling tot een verblijf op een Duitse Autobahn, uren volkomen ontspannen, lekker muziekje op, een hapje en een sapje erbij, je hoeft nauwelijks op het verkeer te letten want iedereen rijdt in een file, en als je één keer in de file zit en er weer uit bent, ga je meteen de volgende file in. Zaligheid der zaligheden, dé plek om niks te doen, om je Zen momentje te pakken en te trainen in het verrijken van de leegheid van de ontlediging. Maar, ik kreeg van een héél leuk kennisje – daar heb ik er maar één van – om allerlei redenen een schitterende kast. Om de gedachte te bepalen, die kast kan zo bij de borg Verhildersum neergezet, en dan mogen die andere kasten daar blozen. Afijn, een kast, leuk, maar daar moet iets op. Dat is nou eenmaal zo en ik had er een mooie schedel (van plastic weliswaar) op de rand gelegd en een beeld, zo’n Griekse madame, je weet wel, zonder armen, zonder benen, zonder hoofd, die ouwe Griekse beeldhouwers waren wat lui en hielden er altijd halverwege mee op. Die schedel, ik dacht zo van ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid, Vanitas vanitatum, omnia vanitas, de aan het boek Prediker ontleende zegswijze en een schedel is daarom vaak op stillevens afgebeeld en die Griekse Bep, die komt in Kort Amerikaans van Jan Wolkers voor, dus hoe cultureel en kunstzinnig wil je het hebben? Op de bovenrand van de kast. Weet je wat het is? Als je wat krijgt, krijg je meteen een probleem erbij. Want het managementteam van Huize de Bunker – ik vat het kort samen want iedereen kan zich dat wel in geuren en kleuren voorstellen – was van mening dat daar nette siervazen op moesten, een dikke in het midden en twee dunnere aan de zijkanten. Siervazen, volstrekt zinloze vazen die jaren er alleen maar staan om te sieren, en verder nergens toe dienen. Het kwam er op neer dat ik daar maar voor moest zorgen. Dus verbleef ik noodgedwongen uren en uren op de weer opkomende rommelmarkten, schuurverkopen, bakverkopen enzo. Zonder succes. Dus toog ik met de CO2-machine naar Uithuizen, helemaal aan de rand, naar de Dingeweg, bijna bij het zwembad, naar de antiekboerderij van Erik Boerma, mijn vertrouwde connaisseur aangaande verfijnde dingen die honderd jaar eenzaamheid door hun eigen schoonheid overleven. En daar zag ik haar staan, de grijsblauwe kan met kobaltkleurige versiering, Keuls aardewerk, en ernaast ook nog een hoge Keulse pot. Je moet nooit enthousiast doen in zulke situaties en ik zette dus een bakkes op van tja, nou ja, nee, tja. Ik zei tegen Erik dat ik materiaal zocht voor mijn collectie voorwerpen om stillevens te schilderen want ik ben zondagsschilder – niet geheel onverdienstelijk, overigens – en zus en zo wat Keuls aardewerk nodig had en ditjes en datjes en nog meer om met zonnebloemen en een schedel wat te verven, zo wat van ijdelheid der ijdelheden. Van zo’n verhaal smelten mensen, dus ook Erik. En ik kreeg me toch spul mee voor een schandalig prijsje. Maar ik moest beloven dat als het schilderij klaar is, ik bij hem langs kom om het te laten zien. Ja Erik, je weet maar nooit, hè, onderhands een echte onbekende Uilenspieghel, voor een prikkie op de kop tikken. Vincent van Gogh moest in zijn tijd ook de drank- en hotelrekening met schilderijtjes betalen. En om eerlijk te zijn, die schilderijtjes van Van Gogh, die lijken wel op die van mij. Ik keek nog even bij de kasten naar een die op de kast van mijn enige echt leuke kennisje lijkt. Ik moest even schrikken van de prijs. En zo leidde een kast tot uren en uren zoeken en iets vinden wat ik niet gezocht had. De kast staat nu in mijn werkkamer, annex studio, atelier, bibliotheek. Wat ik eigenlijk nog mis? Een biljarttafel. Had ik nou nog maar een kennisje met een overbodig huisbiljart. De socialisten zeiden vroeger: Kennis is macht. Da’s flauwekul, mensen, kennisjes moet je hebben. Tijl Uilenspieghel Nieuws