Minder stikstof en fosfaat in dierlijke mest 17 februari 2022 DEN HAAG – De uitscheiding van stikstof in dierlijke mest bedroeg 474 miljoen kilogram in 2021. Dat is bijna 16 miljoen kilogram minder dan een jaar eerder en ruim 6 procent onder het stikstofplafond dat de Europese Unie heeft vastgesteld voor de Nederlandse veestapel. De fosfaatuitscheiding bedroeg 149 miljoen kilogram in 2021. Dat is 1,8 miljoen kilogram minder dan in 2020 en 14 procent onder het fosfaatplafond. Dit meldt het CBS op basis van voorlopige cijfers. In 2021 kwam de stikstofuitscheiding in de mest van koeien, varkens, kippen en ander vee uit op 473,7 miljoen kilogram. Dat is 30,7 miljoen kilogram onder het vastgestelde stikstofplafond van 504,4 miljoen kilogram. Het is het vierde achtereenvolgende jaar dat de stikstofuitscheiding onder het productieplafond ligt. Sinds 2017 is de stikstofuitscheiding van de veestapel afgenomen met 38 miljoen kilogram. De grootste bijdrage hieraan (26 miljoen kilogram) werd geleverd door de melkveehouderij, vooral door het houden van minder koeien en jongvee. De fosfaatuitscheiding daalde vorig jaar met 1,8 miljoen kilogram naar 149,0 miljoen kilogram. De uitscheiding ligt daarmee ruim onder het plafond van 172,9 miljoen kilogram. Stikstofuitscheiding melkvee onder plafond Melkkoeien en het bijbehorende jongvee scheidden vorig jaar 277,7 miljoen kilogram stikstof uit, 3,0 procent minder dan in 2020. De stikstofuitscheiding van de melkveehouderij daalde daardoor tot onder het productieplafond van 281,8 miljoen kilogram voor deze sector. Sinds het melkquotum in 2015 is afgeschaft is dit de tweede keer dat de melkveesector onder het stikstofplafond uitkwam. De fosfaatproductie van de melkveesector ligt met 73,7 miljoen kilogram ruim onder het fosfaatplafond van 84,9 miljoen kilogram. De productie was vrijwel gelijk aan 2020. Dat in de melkveehouderij minder stikstof maar evenveel fosfaat is geproduceerd, hangt samen met de samenstelling van het veevoer. Het kuilgras dat in 2021 gevoerd is, bestaat voor een deel uit de grasoogst van 2020 en voor een deel uit oogst van 2021. Het stikstofgehalte van de oogst van 2021 was laag, waardoor het gemiddelde stikstofgehalte lager uitviel. Het fosforgehalte van het geoogste gras was in 2021 juist hoger. Bij melkvee en bij andere graasdieren is de stikstof- en fosfaatuitscheiding sterk afhankelijk van de samenstelling van gras en snijmaïs. Weersomstandigheden zorgden in de periode 2017–2020 voor relatief hoge stikstofgehalten en lage fosforgehalten van het gras. Daarnaast was er de laatste jaren minder stikstofarm snijmaïs beschikbaar, door krimp van het maïsareaal. Hierdoor nam het aandeel stikstofrijk gras toe. Minder stikstof en fosfaat in varkens- en pluimveemest De stikstof- en fosfaatuitscheiding van varkens en pluimvee hangt vooral samen met het aantal dieren. Deze dieren krijgen namelijk geen ruwvoer, maar voornamelijk mengvoer met een vrij constante samenstelling. Door afname van het aantal dieren is de uitscheiding van stikstof en fosfaat via de mest van varkens en pluimvee in de afgelopen vijf jaar steeds verder gedaald. De stikstofuitscheiding van de varkenssector daalde in 2021 met 4,0 miljoen kilogram (4,3 procent) naar 87,8 miljoen kilogram. De fosfaatuitscheiding nam af met 1,6 miljoen kilogram tot 35,0 miljoen kilogram. Beide dalingen hangen samen met de daling van het aantal vleesvarkens (ruim 3 procent) en het aantal fokvarkens (bijna 6 procent). De stikstof en fosfaat die varkens produceren liggen sinds 2016 onder de productieplafonds. In de pluimveesector daalde de stikstofuitscheiding met 3,3 procent en de fosfaatuitscheiding met 1,5 procent. De stikstofuitscheiding bedroeg vorig jaar 52,8 miljoen kilogram, de fosfaatuitscheiding 23,7 miljoen kilogram, beide onder de productieplafonds. De stikstofuitscheiding van het overige vee nam in 2021 af met 0,8 miljoen kilogram (3,5 procent) tot 22,0 miljoen kilogram. Die daling is volledig toe te schrijven aan het verbod op het houden van nertsen per 1 januari 2021./webredactie Nieuws