21 februari 20224 maart 2022 Onderdendam ( Gr. ) Maandag 21 Februari 2022, 06u45 ( Wintertijd ): SCHOTS TOERISME BIJ STORM “ZW- wind. Windkracht 5. Maar wel groeiend naar 7 door meerdere windstoten. Zwaar bewolkt. Een laaghangend wolkendek dat de horizon voor het grootste deel hermetisch afsluit. Het licht van de straatlantaarns is al sinds vrijdagnacht uit. De storing is aangemeld, maar kennelijk zijn er elders nog meer storingen. Het is wel duidelijk, dat terwijl er hier dagelijks vierduizend auto’s rijden, de instantie die over de straatverlichting gaat, een beetje een loopje neemt met onze verkeersveiligheid. Het is door het ontbreken van dat licht hier nu nog duisterder dan normaal, als ik met onze hond Nantske het houten bruggetje over het Boterdiep opklim. Het enige licht dat ik kan zien is de verlichting bij de nieuwe brug, die men nu aan het bouwen is aan de noordkant van Bedum. In de verte in het noordoosten pinkelen een paar toplichten van het windmolenpark bij de Eemshaven. De andere twee parken hebben zich ijlings verstopt achter de bewolking. Even lijkt het boven redelijk te doen maar dan wordt dit sprookje aan flarden geblazen. Ik krijg een harde por in mijn rug. Een windstoot die heel snel stormachtige proporties aanneemt. Aan de overkant loeit de wind in de treurwilg [ Salix babylonica etcetera L. ]. Takken zwiepen in het rond. Een tweede windvlaag. Voldoende in ieder geval om me wakker te houden. Ik heb prikogen. Deels door de storm Franklin, deels doordat onze hond diarree had en vannacht wel zes keer naar buiten moest. Een deel van die onwelkome ontmoetingen met de roerige buitenlucht heb ik opgeknapt. De rest waren voor Geliefde. En dan heeft de storm hieraan vooraf, betoverend Eunice geheten, sowieso nogal aan ons huis geknabbeld. Dakpannen aan de noordkant zaterdagochtend eraf, een rij ook aan de zuidkant, Een paneel uit het dak van de pergola afgebroken. En een van de twee pruimenbomen, een Reine Claude is omgewaaid. Wordt waarschijnlijk deze week brandhout zodra dat kan. Want hij leunt vervaarlijk op de andere boom die ook pruimen geeft.De dakpannen zijn zaterdag in de vliegende wind door onze buurman Jacob Sturing weer mooi recht gelegd , geholpen door Geliefde. Maar goed, verleken met de boerenfamilie Werkman wiens monumentale schuur totaal is ingestort in Hornhuizen, is het peanuts.. Hornhuizen ligt niet ver van het meer bekende Kloosterburen. We mogen dus van geluk spreken dat we er zo goed zijn afgekomen op dit vlakke land waar de wind altijd vrij spel heeft. Of sterker, heer en meester is. Een derde windstoot binnen drie minuten onderstreept dat nog maar eens. Ik vind het hierboven welletjes. Ga de zestien treden af en sta even later op het Betonpad. Gewicht Hoewel het pikdonker lijkt, kan ik het pad tot driekwart van het eerste stuk voor me uit zien liggen. Licht komt deels van de weerschijn boven Bedum. Maar het lijkt wel of er ook iets meer licht aan het ontstaan is in het oosten. Ik krijg wederom een flinke por in mijn rug. De wind vindt kennelijk dat ik aan de slag moet. Als ik halverwege naar rechts kijk, blijken de L- vormige plassen op het land van Jarco Rozeboom behoorlijk omvangrijk te zijn geworden. Op sommige plaatsen is de breedte zeker twaalf meter. Maar erg veel gelegenheid om het geheel goed in me op te nemen, heb ik niet. Ik stuiter bijna de sloot links in, als opnieuw een keiharde windvlaag grip op me krijgt. Vloek, omdat ik zo onvoorzichtig ben. Besluit voortaan slechts recht voor me uit te kijken, met de ogen strak gericht op het pad voor me . Sla de hoek om. Links huilt de wind woedend in de struik bij de ingang van het derde perceel van Rozeboom. De wei met het ‘Bultje ‘zoals Groningers een terp of wierde noemen. Ik heb me laten vertellen dat de verhoging in de wei eigenlijk geen heuvel was om op te wonen maar een ander historisch relict, ontstaan door opgehoopte klei, voorraad voor de steenfabriek die hier ooit begin 19e eeuw heeft gestaan. In ieder geval wordt de Bult als beschermingswaardig aangemerkt door landschapshistorici, tot frustratie van boer Rozeboom die dit perceel een onmogelijk iets vindt om met moderne machines te bewerken. ‘Baf ‘…, ik krijg meteen een nieuwe windvlaag over mij heen, als ik naar rechts afsla. Op alle mogelijke manieren probeert de wind mij nu het lopen onmogelijk te maken. Trekt mijn capuchon over mijn ogen., mept met het koortje ervan pijnlijk tegen mijn jukbeenderen. Probeert me op het open, struikloze stuk de wei links in te duwen. Intimideert me door hard de flappen van mijn regenbroek te laten klapperen zodat de omgeving, en de schuilende vogels, al op kilometers afstand horen dat ik er aankom. Ik ben inmiddels al ter hoogte van de twee wilde appelbomen. Probeer nu toch weer voorzichtig om me heen te kijken. Links in het grote perceel van Harm van der Giezen is zich weer een reeks van plassen aan het vormen. Tegenover de laatste dam naar zijn wei rechts ligt bijna een klein meertje. Een wilde eend [ Anas platyrhynchos L. ] snatert in het donker. Het geluid komt uit de wei rechts, waar, weet ik, ook water staat. Bij van der Giezen begint een trekker op het erf te ronken. Ver weg in het zuiden knipperen weer de vertrouwde, goudgele koplampen van de shoveltrekker van Rozeboom, die kuilgras de stal binnenrijdt. De sloot rechts weerkaatst het licht uit de wolken boven Bedum. Nog een keer deelt de wind een stevige duw uit. Maar ik ben dan al bij mijn keerpunt, de ree naar herenboerderij de Haver. Draai mijn rug naar de wind, die dat kennelijk als een flinke belediging beschouwt want ik krijg toch een gemene stoot in mijn knieholten. Bijna klap ik tegen het beton. Gelukkig voorkomt mijn gewicht van vijf en tachtig kilo dat. De wind heeft voor nu het nakijken… Traantje Wel honderd meter kan ik nu voor me uitkijken op de terugweg. Er is iets mysterieus aan het opkomend ochtendlicht. Je ziet het wel en ook weer niet. Het is donker nog steeds. In het wolkendek is geen scheurtje te bekennen,waar licht doorheen zou kunnen sijpelen en toch kan ik nu iets meer zien om me heen. Het is fabuleus wat er gebeurt . Op een of andere manier zonder dat je er de vinger op kunt leggen, wordt het iets lichter. In feite betekent het dat ik nu voor het eerst sinds eind september van het vorig jaar het breken van de winterse duisternis mee maak . Een half jaar heb ik in het donker hier rondgelopen tussen vijf en zes. Ik zou haast een traantje wegpinken, zij het, dat ik opnieuw een soort karatetrap krijg, nu tegen mijn heup. Ik ga sneller lopen om de wind te ontwijken en ren naar de wenkende luwte van de meidoorns [Crataegus monogyna L. ] Maar die breken de kracht van de wind nauwelijks, als ik daar ben. Vanaf daar moet ik nog vijftig meter voor ik bij de hoek ben. Ik hoor een bekend geluid in het noordoosten. Klopt dit echt? Ik kan het niet geloven, denk dat ik droom. Het rollend, trillend geluid van een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ]. De eerste van dit seizoen. Even twijfel ik nog, maar nu weet ik het toch echt zeker. Ik heb wel degelijk een scholekster gehoord. Sla de hoek om voor het laatste stuk. Kan me even niet schelen dat ik nauwelijks vooruitkom, nu ik de wind zo ongeveer op kop heb. Ook niet dat het begint te regenen. Direct daarna volgt een keiharde hagelbui die pijn doet aan mijn gezicht. Dit kunnen ze niet meer van me afpakken. Ik heb mijn eerste scholekster gehoord. Angst Wat biedt dit kale land nu ,dat zo door twee stormen op een rij gemaltraiteerd wordt?. Toch raken toeristen nog steeds bekoord door de immense ruimte, de dromerige dorpskernen op de wierden, het spel van wolk en horizon. Als Brabander die van oorsprong van veel intiemere landschappen houd, heb ik echt moeten wennen aan die verpletterende ruimte die me angst inboezemde in het begin. En nu prijs ik de Heer dat ik hier woon; aardbevingen of niet. Ik ben hier rijk………………..( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak Nieuws