1 maart 20224 maart 2022 Onderdendam ( Gr. ) Dinsdag 1 Maart 2022, 05u30 ( Wintertijd ) “Z- wind. Windkracht 2. Maar gedeeltelijk helder. Het is lastig te zien in het pikdonker, maar ik krijg de indruk dat er hoog in de lucht dunne wolkennevels hangen. Je ziet weinig sterren. Alleen links handhoog aan de horizon is de planeet Venus begonnen aan zijn klim de hemel in. Dat zijn de eerste dingen die ik registreer als ik met onze hond Nantske op het houten bruggetje sta over het Boterdiep, het kanaal tegenover ons huis. Pikzwart is het water beneden, er is nauwelijks bewijs van stroming. Dat kun je zien aan de weerkaatsing van het straatlicht dat als verstard ligt op het oppervlak, stille schijfjes geel licht, ovaal van vorm. Aan de oostelijke horizon pinkelen de rode toplichten van de drie windmolenparken: Eemshaven, Farmsum en de Meeden. Links van de brug klinkt een zacht knorrend geluid: “Aaaoooorr…aaaoooorr… “. Dat is de voorjaarsroep van de fuut [ Podiceps cristatus L. ]. Echt horen baltsen heb ik de futen nog niet hier. Ze zijn wel inmiddels onafscheidelijk. Normaliter maken ze een nest rechts aan de overkant onder het wilgenbosje dat half over het water hangt. Een ideale plek. Maar die is bezet door een paar wilde eenden. En ook meerkoeten azen op dat plekje. Ze zijn in staat om een eendennest te kraken, zo agressief zijn ze. Dat presteerde ze in het verleden ook bij de futen die daar probeerden te broeden. Over het algemeen is het broedsucces van de futen hier niet hoog. Ieder jaar hebben ze maar een kuiken. Op sommige jaren helemaal geen. In het Boterdiep richting Fraamklap en het Winsumerdiep gaat dat beter. Daar heb ik vorig jaar, het Winsumerdiep dan, een fuut gezien met meerdere kuikens. Genoeg rond gekoekeloerd. Ik ga de zestien treden af. Sta even later op het betonpad en laat Nantske vrij . Vage lucht van drijfmest Het zicht valt nog mee, hoewel er weinig weerschijn is vanuit de buurdorpen. De wolkennevels hoog in de lucht zijn te weinig compact om het licht dat vanuit de dorpen omhoog straalt terug te kaatsen naar de aarde. In dat geval wordt mijn pad enigszins verlicht. Maar die kans bestaat nu niet. Het straatlicht verdwijnt de hemel in zonder een spoor achter te laten. Ik kan daardoor niet verder dan een meter of acht vooruitkijken. Ergens ver weg keft een meerkoet [ Fulica atra L. ]. Het geluid lijkt te komen uit het Boterdiep richting Fraamklap. Dat wekt een wilde eend [ Anas platyrhynchos L. ] kilometers meer naar het zuiden, in het Boterdiep richting Bedum, ter hoogte van boerderij de Haver. Verbeeld ik het me of klinkt er in het gesnater een wat bozige ondertoon? Ik sla de hoek om voor het lange stuk naar het zuiden. Ternauwernood was de plek te vinden waar het pad een hoek maakt van negentig graden, zo donker is het. Dan valt een zicht van een meter of vijftien me nog mee verderop in de buurt van de rij meidoornstruiken [ Crataegus monogyna L. ]. Opvallend hoe kalm en stil het is. Ik ben eindelijk eens vroeg aan de wandel , zoals jaren terug. Het is dinsdag, qua verkeer de drukste ochtend van de week. Maar er zijn op dit uur echt heel weinig auto’s op de weg. Over een half uur kan dat heel anders zijn. Wel voel ik nu iets van een ijskoude wind. Binnen de kortste keren verkleumen mijn vingers tot ik er weinig gevoel in overhoud. Ik vermoed dat de temperatuur rond het vriespunt hangt. Maar voor mijn gevoel is het vier graden onder nul. Weinig sterren nog steeds of eigenlijk helemaal geen. Op een na, hoog in het zuidoosten: Arcturus van het sterrenbeeld Ossenhoeder [ Boötes ]. Een heel vage geur van drijfmest voert de wind mee uit het zuiden. Het is een weeïge lucht, niet bepaald prettig. Het is nog steeds heel donker aan weerskanten van het pad. In het zuidoosten twinkelen dicht bij elkaar een tweetal bouwlichten. Maar voor enige activiteit op de bouwplaats is het nog te vroeg. Ook bij boeren in de directe omgeving zie ik nog weinig beweging. Terwijl er af en toe een auto of vrachtwagen richting Bedum gaat, bereik ik mijn keerpunt, de ree van herenboerderij de Haver. Ik draai me om en ga op de terugweg. Grauw uitgeslagen botten… Twintig meter kan ik op het eerste stuk terug voor me uitkijken. Het pad vangt wat licht van de lampen die aan de achtergevel van de Haver zijn bevestigd boven de drie schuurdeuren. ‘ Plop…plop…plop….’, is het enige geluid dat er klinkt. Mijn rubberlaarzen die het beton raken. En een schurend geluid, dat ik aanvankelijk niet kan plaatsen. Maar dat uit mijn eigen keel blijkt te komen. Een koe loeit in de ligboxenstal van de familie van der Giezen. In het oosten aan de horizon tekent zich heel voorzichtig een donker grijze baan licht af. Het is exact de kleur van antraciet. Voor mensen die niet meer weten wat dat is. In mijn kindertijd zeker tot 1960 stookten wij thuis steenkool in de haard in de woonkamer en in de keukenkachel. De enige bronnen van warmte in het huis. In de haard het duurdere antraciet dat veel warmte afgaf. Dat was nodig want mijn vader gaf daar iedere avond middenstandscursus aan jongens en meisjes uit ons dorp. Die mochten het niet koud krijgen. Wij zaten dan met zijn vieren, Onz’Mama, Jacqueline , mijn oudste zus en ons Marie Jeanne die we Mopsie noemden, in het kleine keukentje achter de woonkamer waar een fornuis stond voor de warmte. Mijn moeder kookte op gas. In het fornuis stookten we eierkolen. In feite is dat geperste kolengruis. In het weekend vooral op zaterdag wanneer ik gewassen was in de teil, zat ik in mijn pyama voor de haard in de woonkamer en keek in de vlammen. De kolen gloeiden wit tot hoogrood op en ik vroeg me af of het zo zijn als je in de hel kwam. Want, tja daar werden we tot zeker 1960 mee dood gegooid. En nog altijd vooral als het ongewoon rustig is buiten, ben ik nog steeds bang dat de aarde plotseling open splijt, vurige tongen ten hemel lekken. De dekstenen van de graven kapot springen, en de doden verrijzen met flarden van hun zondagse pak of jurk om zich heen die nauwelijks hun treurige naaktheid bedekt. Hier en daar steken grauw uitgeslagen botten door het kapotte, bruin, verweerde vel. Het angstaanjagende, Laatste Oordeel begint….. Kippen zonder kop Maar de enige vlammen die ten hemel lekken zullen nu de door Russische bombardementen getroffen flatgebouwen zijn in het in het Oekraïense Charkov. Ook de burgerbevolking wordt bestookt daar. Nooit verwacht dat ik nog ooit een grote oorlog in een Europees land zou meemaken. Dat iedereen in shock is, begrijp ik goed. Ook dat ‘ we ‘oliekoekerig dom zijn geweest om Poetin op zijn woorden te geloven. Het is eerder dat we onszelf in slaap hebben gesust. Ook om geen afstand te willen doen van de weelde en welvaart waarin we leven. Dat we ons leger hebben verwaarloosd , dat kon voor iedereen duidelijk zijn. Maar we dachten dat we eigenlijk geen echt leger meer nodig zouden hebben. Kippen zonder kop, die we zijn. En dan zwijg ik maar over alle gevolgen die de inval in Oekraïne, een van de vijf grootste graanproducenten ter wereld zal hebben voor de prijs van brood. Gister namiddag vond ik op het Betonpad weer een achteloos weg gegooide boterham. Kennelijk is het bij scholieren nog niet ingedaald dat de prijs van een brood bij de echte bakker wel eens naar drie of vier, wellicht vijf euro zal gaan in de toekomst ……………………………………………..( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak. Nieuws