Onderdendam ( GR. ) Maandag 21 Maart 2022, 05u45 ( Wintertijd )

“ZO- wind. Windkracht 2. Er is echter weinig wind. Helder is het. Alleen in het oosten hangt een wolkenbank met mist aan de grond. En er tekent zich al het begin van ochtendgloren af in de vorm van een smal horizontaal rood streepje. Daarboven een grijs gele kleur die overgaat in een blauwig geheel. Van daaruit verloopt dat stemmige blauw al snel naar meer grijze, schemerige tinten. Hoog boven mij is het nog bijna donker. Er moet veel dunne nevel hangen in de hemelkoepel; de planeet Venus geeft in het zuidoosten erg zwak licht. Achter me boven ons huis  straalt wel de maan in volle pracht. Het is stil. Voor forenzenverkeer is het nog te vroeg. Slechts een enkele auto passeert. Ik sta met onze hond Nantske op het bruggetje over het Boterdiep poolshoogte te nemen van de omgeving . Wij zijn niet alleen vanochtend. Jan Gerrit Vos uit Winsum, die de website www.mijnhogeland.nl  bestiert, loopt mee om ervaren hoe dat wandelen er in de schemer aan toegaat. Hij is met de fiets, een kippeneindje van vijf kilometer, hierna toegekomen in alle vroegte. Werkt in het echt op de eindredactie van het Dagblad van het Noorden. De eerste lentedag wordt al vroeg gevierd door sommige vogels. Een paar merels [ Turdus merula L. ]  zitten letterlijk te jubelen in een van voortuinen van een huis aan de Bedumerweg. Niet alleen staat er weinig wind, ook zit er nauwelijks beweeglijkheid in het water onder de brug. De weerkaatsing van de straatlantaarns behoudt bijna volledig zijn ovalen vorm op het oppervlak. In het donker klinkt een scherp keffend geluid. Korte stoten die een waarschuwing voor anderen bevatten. Een meerkoet [ Fulica atra L. ] is bezig iedere eend die het waagt zijn territorium op het water binnen te dringen, er weer zonder pardon uit te jagen. Door de wolkenbank aan de oostelijke horizon zijn de drie windmolenparken vanochtend niet te zien. Ik verlustig me nog even aan de gigantische hoeveelheid twijgen waarin de grote gele treurwilg aan de overkant zich vertakt. Die tekenen zich nu diepzwart af tegen de iets lichtere lucht en zijn stuk voor stuk te zien. Een poging heb ik eens ondernomen om al die naar beneden hangende twijgen te tellen. Na tweeduizend raakte ik de tel kwijt. Het brengt me op het probleem hoe lastig het is om een perfect beeld van een boom op te slaan in je geheugen. Probeer het maar eens. Maak eerst een foto van een boom. Kijk vervolgens er in het echt een minuut of twee na. n probeer daarna de boom zo goed en zo kwaad uit te tekenen op papier. Je mag niet nog eens kijken of spieken op je telefoon. Bomen vertakken zich zo grillig dat een eerste observatie zelden een goed geheugenbeeld produceert. Het lukt domweg niet om wijs te worden uit al die punten waar takken zich onverwacht delen. Er zit maar een heel beperkte logica in. Dat geeft iedere boom wel zijn eigen persoonlijkheid en karakter. Ik vind het nog steeds heel lastig. We gaan naar beneden. Wijs Jan Gerrit er op even de treden te tellen, zestien in getal. Desnoods achter me aan te lopen zodat ik zijn eventuele val kan breken. Het wordt iets lichter. Dan gaat de schemering over in iets diffuus, wat maakt dat je de contouren van de treden afzonderlijk niet meer kunt zien. Het gaat gelukkig goed. Veilig zonder brokken te maken, komen we allebei aan op de begane grond.

Camouflage

Twee wilde eenden vliegen op van de ree van Annemarie de Haan. Vage schimmen slechts, die ineens omhoog schieten onder veel gesnater. Het Betonpad voor ons blijft zichtbaar tot aan de hoek. Nantske laat ik vrij . Zij gaat meteen achter een geurspoor aan in de smalle berm onder de meidoornhaag, die de weitjes van de familie Biermasz scheidt van het pad. De paar essen die ook in de haag staan,zijn op een na allemaal verdwenen. Een op de hoek is afgezaagd op heghoogte. De andere is bij de laatste stormen die duurde van 17 tot 20 Februari, totaal afgeknapt. Het grootste gedeelte lag in de wei aan de overkant van het pad. Exact in die wei is afgelopen donderdagmiddag drijfmest uitgereden. Ik houd onze hond vanuit mijn ooghoek in de gaten om te voorkomen dat ze die wei ingaat. Ze luistert en komt ons achterna. Ik wijs Jan Gerrit op de planeet Venus. Hoe die nog maar met moeite zichtbaar is.  Enige onderwijsdrift is me, als kind van twee schoolmeesters niet vreemd. Maar met moeite komen de landerijen uit de duisternis te voorschijn, als we de hoek omslaan richting Bedum. Twee scholeksters [ Haematopus ostralegus L. ] laten van zich horen. Ze vliegen ergens rond in het zuidwesten. Al een paar middagen,- ik loop in de middag bij daglicht ditzelfde traject- , foerageert een stel in het stuk van het grote perceel dat het dichtst bij de boerderij de Haver ligt. Als we al vlakbij de ree van die boerderij zijn, ontdek ik pas op het laatste moment in de walkant van een  sloot een wilde eendenpaar. Dan zie je hoe goed camouflage werkt. Ze hebben het toch niet op ons begrepen en gaan op de wieken. Even later staan we op mijn keerpunt en Jan Gerrit maakt wat foto’s van de ingang van de ree. Ik draai me om en ga op de terugweg.

Onschuld

Jan Gerrit vraagt zicht af wat de lengte van ‘De winkelhaak ‘ is. Raar, dat heb ik me nooit afgevraagd. Begin in mijn hoofd te rekenen. De afstanden te schatten van 1:  het eerste stuk tot aan de hoek: 2. Van de hoek tot aan de rij meidoorns. 3:  Het laatste open stuk. Kom op iets minder dan anderhalf tot twee kilometer. Loop dus iedere ochtend tussen de drie à vier kilometer. Geen moment heb ik me dat gerealiseerd. En het liefst vergeet ik het ook meteen. Ben meer bezig met wat het landschap me te vertellen heeft. Dat licht op, nu er steeds meer ochtendgloren verschijnt. Hoewel het nevelachtige karakter van het weer deze ochtend de entree van de zon veel minder spectaculair maakt dan je zou verwachten. We zien gewoon de hele zon niet eens door de mistige wolkenbank die alleen maar hoger lijkt te worden in het oosten. Een zwarte kraai [ Corvus corone L. ] heeft post gevat in de meidoornstruik op de hoek. Laat driemaal zijn positieroep horen. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Terwijl we af en toe wat tegen elkaar zeggen, drijven mijn gedachten wat weg.  Door de oorlog met Oekraïne zijn een flink aantal problemen waar we ons mee bezig hielden het afgelopen jaar volledig ondergesneeuwd. Merkwaardige term trouwens ’ondergesneeuwd ’, refererend aan die witte laag suikergoed, die allen maar onschuld en kinderplezier uitstraalt , voor iets waarin het slechts clusterbommen regent op de burgerbevolking.

21 Maart

Want schiet het een beetje op met dat stikstofprobleem waar we ons zo druk over maakten voordat het Poetin- regime 21 februari Oekraïne binnenviel? Een frisse kijk trof ik aan op de site van www.bondbeterleefmilieu.be te vinden via de link:  https://www.bondbeterleefmilieu.be/artikel/het-stikstofdebat-vooral-een-debat-over-uw-gezondheid in de persoon van Heleen de Smet op 22 oktober 2021. Het opiniestuk was overgenomen uit het ook in Nederland bekende magazine ‘Knack ‘. Zij stelt dat stikstof niet alleen maar een hoofdpijndossier voor boeren is of een aanslag op de schaars wordende natuur maar op de allereerste plaats een volksgezondheidsvraagstuk is. En als zodanig moet worden behandeld: ‘ De stikstofuitstoot, afkomstig van landbouw, verkeer en industrie. Het deken van stikstof dat over Vlaanderen valt, leidt tot een slechte luchtkwaliteit, te veel nitraat in onze waterlopen en biodiversiteitsverlies door een verstoorde bodem. ‘. Het is dus geen kwestie waarin het belang van de boerensector puur tegenover de schaars wordende natuur staat, maar het gaat om ons aller gezondheid. Het wordt tijd ook in ons eigen land dat de stikstofproblematiek als zodanig wordt geagendeerd. Dat zou niet alleen de noodzaak van een oplossing meer urgentie geven. Maar vooral het besef bij de bevolking doen toenemen dat het gevaar op  vergiftiging door drie partijen, Industrie, verkeer en landbouw verre van denkbeeldig is. Wordt het vanaf vandaag, 21 maart,  dan toch een Silent Spring?.Laten we hopen van niet……………………………….( wordt vervolgd )

Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak. ‘

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !