28 maart 202229 maart 2022 Onderdendam ( Gr. ) Maandag 28 Maart 2022 , 06u25 ( Zomertijd ) ‘ NO- wind. Windkracht 1. Schemerdonker. Dat het zo duister is, komt omdat er een laaghangend wolkendek hangt dat de hemelkoepel hermetisch afsluit. Maar de belangrijkste reden is dat gisteren de zomertijd ingevoerd is. In feite is het nu rond half zes. Kunstmatig worden we met allen nu een uur later ’ wakker ‘. Terwijl in ieder geval mijn biologische klok anders werkt. Wanneer zijn wij eindelijk verlost van die ellende? Pas na goedkeuring in het Europese Parlement en de Europese Raad, de raad van regeringsleiders , is dit het geval. Naar verwachting is dit pas het geval in 2024. Het betekent voor het ritme van deze rubriek dat we weer helemaal teruggaan naar ergens eind januari/begin februari. Ik loop nu weer in het halfduister. Nantske heeft ook haar lichtgevende halsband weer om, zodat ik kan zien waar ze uithangt wanneer ze los loopt. Duister is het dus, als we op het houten bruggetje arriveren samen. Hond nog steeds aan de lijn. De straatlantaarns zijn nog aan. Het licht ervan weerspiegelt zich in het zwarte water beneden ons. Een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ] vliegt over op zo’n tien meter hoogte. Mijn waarneming gaat puur op gehoor. Zien kan ik de vogel niet, die ongeveer van noord naar zuid vliegt en de loop van het kanaal volgt. Het is al druk op de weg. Ik heb het gevoel dat het niet alleen wat mistig is. Er valt ook een heel klein beetje motregen. Het spat af en toe wat. Ik ga de brug af, moet weer voorzichtig een voor een de zestien treden tellen in het donker. Halverwege begint Nantske onrustig te worden. Waarschijnlijk ruikt ze een kat beneden. Ik maan haar onmiddellijk op te houden met grommen en blaffen. Ze gehoorzaamt. Even later zet ik de eerste stappen op mijn wandelpad. Natuurgebied Driekwart van het pad voor me kan ik in de schemering slechts onderscheiden. Ik hoor een zwarte kraai [ Corvus corone L. ] roepen in de buurt van de meidoorns op het tweede stuk van het pad. Aanvankelijk geeft hij zijn positieroep af , driemaal ‘ Krá..krá..krá..’. Dan wordt de roep dwingender. Wat zou de reden zijn, vraag ik me af. Ik vermoed dat hij probeert een andere kraai aan te sturen. Die in de buurt aan het onderzoeken is waar jij nog eten kan vinden. Links vliegt met veel lawaai een wilde eend [ Anas platyrhynchos L. ] op uit de sloot. Ik probeer in de schemering wat om me heen te kijken. In het noorden wordt tussen de boerderij van IJzerman en die van Dick Tempel al gewerkt. Ik zie een drietal felle schijnwerperlichten en wat zijlampen, ook helder wit, daar voortdurend in beweging zijn. Ik vermoed dat er een sleepslang –mestverspreider aan het werk is. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden. Het wordt een fractie lichter. Kan nu gelukkig tot halverwege het open stuk kijken. Opnieuw begint de kraai te roepen. Hij zit, zie ik nu op het toegangshek tussen de percelen van Rozeboom en van der Giezen. Heel ver weg in het zuiden gaat het licht aan op de boerderij van Jarco Rozeboom. Wat ik begrijp is dat vandaag zijn koeien en tractoren verhuizen naar de Weerribben waar hij gaat boeren vlakbij een natuurgebied. Alleen het jongvee blijft achter op de boerderij hier. Een eend vliegt op uit de sloot rechts ter hoogte van de wilde appelboom. Ik ben al snel vlakbij mijn keerpunt, de ree van herenboerderij de Haver. Draai me om en ga op de terugweg. Contact maken Nog steeds zit er geen beweging in de lucht. Het maakt een deprimerende indruk, eerlijk gezegd. Nog iets lichter wordt het . Het gaat zo sluipenderwijs dat ik er niet precies de vinger op kan leggen wanneer. Nu kan ik in ieder geval het pad voor me zien lopen tot aan de hoek. Kraaien worden wakker in de bomen rond de waterzuivering. Ook bij van der Giezen hoor ik gerucht op het erf. De motor van een trekker wordt gestart. In de meidoorn op de hoek heeft een kraai weer plaats genomen hoog in die struik en geeft opnieuw een positieroep af. Even contact maken met een tweede kraai die ik overigens in de gauwigheid niet kan ontdekken. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Focus te smal Merk dat ik er niet helemaal bij ben met mijn kop. De reden is de publicatie van het snoeiharde rapport van de Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur. Die stelt dat ecosystemen in Nederland op het punt staan om in te storten. Uit de samenvatting zijn bij mij alinea’s blijven hangen als : ‘Wereldwijd gaat de natuur in een zorgwekkend tempo achteruit. Dat geldt zeker ook voor Nederland. Van agrarische gebieden tot natuurgebieden, van binnenwateren tot stedelijke gebieden: overal lopen de natuurkwaliteit en de biodiversiteit terug. Dat is problematisch, want een vitale natuur is cruciaal voor het tegengaan van klimaatverandering en verduurzaming van de voedselvoorziening. Natuur in de directe leefomgeving is daarnaast essentieel voor de gezondheid en het welbevinden van mensen. Bovendien is een goede staat van de natuur van belang voor de beschikbaarheid van onder meer drinkwater, gezond voedsel en schone lucht. De natuur vormt een bestaansvoorwaarde voor de mens. Tegen de achtergrond van deze biodiversiteitscrisis heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) zich gebogen over de vraag of het bestaande natuurbeleid van de rijksoverheid toereikend is en zo nee, welke koerswijzigingen nodig zijn. Nederland presteert slecht met het gevoerde natuurbeleid en het Nederlandse natuurbeleid schiet tekort. We zien daarvoor vier oorzaken.’ De rede volgt waarom de prestaties in Nederland zo slecht zijn. Ze zijn mij uit het hard gegrepen. De Raad vindt dat we een te smal natuurbegrip hanteren. Het natuurbeleid is veel te weinig gekoppeld aan ander beleid. Bij economische en politieke afwegingen heeft natuur een te zwakke positie. En zoals ook op andere terreinen overheden werken te weinig samen. Maar vooral, hoe vaak heb ik dat hier al geroepen. De focus van het natuurbeleid is te smal . Op de maan…? En het rapport gaat verder in zijn samenvatting: ‘In het huidige Nederlandse natuurbeleid wordt naar ons oordeel het begrip natuur te krap afgebakend. Het beleid is hoofdzakelijk gericht op de beschermde gebieden. Die gebieden zijn echter onderdeel van veel grotere ecosystemen, ook buiten de beschermingsgrenzen. Veel dieren in beschermde gebieden gebruiken bijvoorbeeld de omliggende gebieden om voedsel te vinden. Met het huidige beleid lukt het niet om de gebieden afdoende te beschermen en te zorgen dat de condities voor (grond)water, bodem en milieu op orde zijn. De krappe afbakening van het natuurbeleid gaat bovendien gepaard met te weinig aandacht voor de natuur in het landelijk en stedelijk gebied. Ook daar is natuurherstel van belang, zowel vanwege het behoud van de diensten die de natuur levert, als vanwege het belang van een groene leefomgeving voor de gezondheid en het welbevinden van mensen.’ Natuurbeleid is op de allereerste plaats volksgezondheidsbeleid. Dat besef zag ik vanochtend in het Dagblad van het Noorden niet terug bij een bestuurder van de belangrijke boerenorganisatie LTO –Noord. Erik Emmens, een akkerbouwer uit Zeijen met 150 hectare bouwland is daar aan het woord. Hij verbouwt daar tarwe, aardappelen, uien en bieten. Mooie omgeving daar in Zeijen, een dorp vlakbij Tynaarlo in Drenthe. Ben er wel eens geweest. Terecht kaart hij de enorm hoge stijging van brandstof, kunstmest en pesticiden aan maar vindt ook : ‘ We kunnen het ons als Nederland niet veroorloven om alsmaar boerengrond op te offeren voor natuur ‘. Wanneer je dat leest vraag ik me af. Hoe komt het toch dat er boeren in Nederland zijn ,die denken dat ze op een andere planeet dan onze aarde aan het boeren zijn. Landbouw is nog steeds een onderdeel van het totale ecosysteem in Nederland. Het feit dat er op dit moment zo weinig regen valt bijvoorbeeld, zou wel eens wat te maken kunnen hebben met te weinig mogelijkheid om lang vocht te kunnen vasthouden. Het ecosysteem is zwaar ziek, zo blijkt al jaren. Ligt bijna op de intensive care, aldus dit rapport. Boert Erik Emmens op de maan ?…………………………….( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak ‘ Nieuws