Inkomen voor akkerbouwer steeg in 2021 door hogere prijzen 31 maart 2022 WAGENINGEN – Het gemiddelde inkomen van akkerbouwers steeg in 2021 dankzij hogere prijzen voor gewassen. Ook vollegrondsgroentetelers hadden in 2021 gemiddeld gezien een beter jaar. Bloembollentelers realiseerden het hoogste inkomen dat ooit werd gerealiseerd. Dat blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming van Wageningen Economic Research (WER), het voormalige Landbouw Economisch Instituut LEI. Het gemiddelde akkerbouwinkomen steeg vorig jaar naar bijna € 66.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Dit is een toename van ruim € 35.000 vergeleken met 2020 en ruim € 18.000 boven het meerjarig gemiddelde van 2016 tot 2020. De geraamde prijsontwikkeling van de akkerbouwgewassen voor oogst 2021 is overwegend positief. Alleen voor uien is een prijsdaling van bijna 30 procent voorzien vergeleken met 2020. Dit komt volgens WER door de hoge uienproductie, als gevolg van uitbreiding van het areaal na goede prijzen in 2020 en hogere productie per hectare, zo schrijft de vakwebsite Akkerwijzer.nl. Fritesaardappelen: plus na corona Voor consumptieaardappelen die in 2021 zijn geoogst, is de prijsvorming een stuk beter: een plus van 65 procent ten opzichte van 2020. Dit geldt vooral voor fritesaardappelen. Door corona was de afzet van frites uit de aardappeloogsten van 2019 en 2020 naar de horeca laag en waren de exportmogelijkheden beperkt. Hierdoor ging de prijs voor vrije aardappelen naar beneden. Het inkomen voor zetmeelaardappeltelers neemt licht toe. Zowel de betaalde kosten en afschrijvingen als de opbrengsten worden voor oogstjaar 2021 hoger geraamd dan het jaar ervoor. Zetmeelaardappelen zullen naar verwachting 5 procent meer opbrengen dan vorig jaar. Per saldo wordt daardoor een kleine stijging van het inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje voorzien tot € 35.000: dat is enkele duizenden euro’s meer dan vorig jaar, maar nog wel € 11.000 onder het meerjarig gemiddelde van 2016-2020. Voor de suikerbieten is een hogere prijs gerealiseerd voor oogst 2021 van plus 11 procent. Dit komt mede door de sterk gestegen wereldmarktprijs voor suiker. Door een lagere productie van tarwe in enkele grote tarweproducerende landen was het mondiale aanbod in 2021 kleiner dan een jaar eerder. Dit leidt tot duidelijk hogere tarweprijzen wereldwijd en daarmee ook in Nederland. Door de uitbraak van de oorlog in Oekraïne stegen de graanprijzen in deze maand erg hard. Oekraïne en Rusland zijn belangrijke spelers op de wereldwijde graanmarkt. Er is een prijsstijging van tarwe geraamd voor oogstjaar 2021 van 30 procent. Daarnaast konden akkerbouwers die als gevolg van de coronacrisis omzetverlies leden aanspraak maken op een tegemoetkoming vanuit steunmaatregelen van de overheid. Historisch hoogste prijsniveau voor bloembollensector In de bloembollenteelt wordt voor 2021 een gemiddeld inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje geraamd van ongeveer € 150.000; een toename van meer dan € 50.000 ten opzichte van 2020. Dit is het hoogste inkomen dat ooit werd gerealiseerd en is te danken aan een historisch goed prijsniveau. De verkoop van bloembollen voor het huidige broeierijseizoen 2021/’22 is positief beïnvloed door de grote vraag naar bloemen en dat zorgde in combinatie met een gematigde oogst voor hogere prijzen dan vorig jaar. Op de vollegrondsgroentenbedrijven wordt voor 2021 een gemiddeld inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje geraamd van circa € 80.000. De toename van de opbrengsten met gemiddeld 10 procent was voldoende om de gestegen kosten (+ 8 procent) te compenseren. Daarnaast zorgden de ontvangsten uit coronasteunmaatregelen ervoor dat het inkomen op vergelijkbaar niveau als de zes voorgaande jaren uitkomt. Daar tegenover staat dat de prijzen voor inputs over de gehele linie stegen. Vooral meststoffen en diesel werden fors duurder. Door de hoge druk van onder meer phytophthora in de aardappelteelt stegen ook de kosten voor gewasbescherming. Inkomensdaling voor pluimvee- en varkenshouders De verschillen tussen de sectoren zijn groot. In de dierlijke sectoren zagen ook melkveehouders hun inkomen licht toenemen, vooral door een hogere melkprijs. Pluimveehouders ondervinden last van sterk gestegen voerprijzen en zien hun inkomen dalen, ondanks betere prijzen voor hun producten en ontvangen coronasteun van de overheid. Voor varkenshouders daalt het inkomen opnieuw door lagere prijzen van biggen en vleesvarkens en sterk opgelopen voerprijzen. Dankzij ontvangen coronasteun blijft deze daling beperkt. Nieuws