17 mei 202217 mei 2022 Onderdendam ( Gr. ) Dinsdag 17 Mei 2022, 05u38 ( Zomertijd ): “ZW- wind. Windkracht 2. Helder. Wel wat vederbewolking in het zuiden en westen. En een brede, compacte wolkenbank in het oosten, die verhindert dat de opkomst van de zon om 5u31 vanaf mijn standplaats , het houten bruggetje over het Boterdiep, te volgen was. Samen met onze hond Nantske sta ik daar te genieten van de eerste rollers van de kleine karekiet [ Acrocephalus scirpaceus L. ]. Die zijn echt gisteravond of vannacht hier aangekomen. Gisteren waren ze nog niet in de rietkraag aan de overkant te horen. Een fuut , eigenlijk de fuut [ Podiceps cristatus L. ] die hier met zijn partner een nest heeft gebouwd onder de wilgenstruik aan de overkant, heeft al een patrouillerondje achter de rug en komt onder de brug door gezwommen om zich te posteren rechts midden in het kanaal. Heeft daar zowel uitzicht op het nest als op wat er allemaal op het water om hem heen gebeurt. Een houtduif [ Columba palumbus L. ] koert zachtjes en wat ingehouden op het erf van Annemarie de Haan. Er staan daar een paar flink uit de kluiten gewassen bomen. Drie kauwtjes [ Corvus monedula L. ] maken een dikke ruzie om de toegang naar de schoorsteenpijp op het huis van mijn bijna- buren Astrid en Harry. De houtduif bij Annemarie de Haan krijgt een positiegroet van een duif die hoog in de windsingel op het speelweitje van de familie Biermasz zit . Maar niet lang meer. De duif verkast met een fraaie bocht over het water naar het dak van mijn buren Miranda en Haike. Schudt daar de veren en zakt wat in elkaar alsof hij wil zeggen: ‘Hier zit ik echt prima en wat dichter bij mijn soortgenoot aan de overkant. ‘. Er is veel meer te doen. Een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ] vliegt op uit het weitje, het tweede links van de brug, waar nu in een kleine afgerasterde ruimte pony’s staan te grazen . Iedere zes dagen wordt de omheiningdraad weer wat verplaatst. Zodat ze op schraal dieet blijven. Pony’s hebben de gewoonte zich helemaal vol te vreten, als je niet oppast. Zij krijgen dan last van hoefbevangenheid, een zeer pijnlijke ontsteking. ‘ Hoefbevangenheid is een ontsteking in de hoef van je paard in het gebied tussen de hoefwand en het hoefbeen. Door de ontsteking ontstaat een zwelling die ervoor zorgt dat de aanhechting tussen de hoefwand en het hoefbeen loslaat. Hierdoor kantelen de hoornschoen en het hoefbeen van elkaar en ontstaat er een sterke druk onder de punt van het hoefbeen. Op die plek zitten erg belangrijke zenuwen en aderen die in verdrukking komen en worden afgekneld.. ‘ lees ik achteraf op de site : https://www.bitmagazine.nl/medisch/hoefbevangenheid/12381/. Het ontstaat vaak in het voorjaar wanneer in het jonge gras nog veel suikers en fructose zit. Je kunt de problemen oplossen zoals veel andere sites op dit gebied en ook deze aanraden : sober voeren: ‘ Paarden die wel eens hoefbevangen zijn geweest of er gevoelig voor zijn moeten sober gevoerd worden. De basis is structuurrijk ruwvoer zoals droog, stengelig hooi en eventueel wat stro. Het krachtvoer mag niet te rijk zijn aan suikers, koolhydraten en zetmeel. (…..) Let ook heel erg op met gras, vooral in het voorjaar. In het voorjaar is het ’s nachts veel kouder dan overdag. Hierdoor worden de aangemaakte suikers niet omgezet in groei, wat ervoor zorgt dat juist in de korte grassprietjes heel veel rijke – en voor een gevoelig paard dus slechte – voedingsstoffen zitten. ‘. Mensen, vaak passanten, die pony’s in de wei zien staan in wat afgekloven gras en die eigenaars verdenken van slechte behandeling van hun dieren omdat ze zogenaamd te weinig te vreten krijgen, hebben dus ongelijk. Ik kijk eens verder om me heen. Dat hoeft niet bepaald ver te zijn. Door de aanhoudende droogte laat de wilg aan de overkant nu al weer blad vallen . De brug en het schelpenpad beneden is bezaaid met dat smalle bruine krullende blad. Het lijkt wel herfst. Een treurwilg zuigt enorm veel water op . Ook omdat de boom zelf vocht uitwasemt. Ze zijn dus kwetsbaar bij lange periodes van droogte, zoals we nu ervaren. Ik ga naar beneden. In mijn ooghoek zie in de bocht van de ree naar het erf van Annemarie de Haan een lapjeskat zitten . Die kijkt ons aan met knikkers van ogen. Alleen door het hoge gras ziet Nantske , een echte kattenjager, de kat niet. En ruikt hem kennelijk ook niet. Toch moet ze hem zien maar heel wonderlijk ze reageert niet. Wanneer ik mijn eerste stappen zet op mijn wandelpad, kijk ik eerst achterom of de kat daar nog steeds zit. Maar die is vertrokken. Pas dan laat ik onze hond vrij. Die stort zich meteen op de berm om daar hondenvlaggen te gaan lezen. Zoals ik ’s ochtends heel nieuwsgierig mijn mailbox open doe. Een tandje bij…. Twee wilde eenden [ Anas platyrhynchos L. ] komen over, heel hoog in de lucht, zeker tachtig meter. Veel lager kruist een buizerd [ Buteo buteo L. ] met kalme vleugelslag op tien meter hoogte het pad. Gisteren beschreef ik een graspieper [ Anthus pratensis L. ] die in de eerste meidoorn op de hoek zou zitten . Ik ben bang dat ik me vergist heb en dat het om een kleine karekiet gaat [ Acrocephalus scirpaceus ] . Wat ik hoor : ‘Karre-karre-karre-tirre-tirre …’past naadloos bij zijn zang. Wel jammer dat het riet aan beide kanten van de sloot, anders dan door het Waterschap werd geadviseerd, gemaaid is. Daarom zit het rietvogeltje nu in de meidoorn. Met zijn 12,5 cm. te klein om tussen het dicht gebladerte te kunnen ontdekken. En..hoera, de eerste groene kikkers [ Pelophylax ridibundus L. ] zijn aan het kwaken. Het zijn alleen de mannetjes die dat doen. Die willen wijfjes naar zich toe lokken met hun ‘gezang ‘. Hier is de volgende anekdote al vaker verteld. Toen Geliefde en ik hier kwamen wonen en de eerste nacht probeerden te slapen van 4 op 5 mei 1995 , lukte dat van geen kanten. Niet vanwege de zoemende steekmuggen of het voortrazende landbouwverkeer ’s nachts, maar omdat de kikkers in de sloten aan de overkant van het Boterdiep een hels kabaal maakten. Wij kwamen nota bene uit de stad en hadden hier verwacht broodnodige rust en stilte te vinden….Ik sta nu voor de plek waar het pad een haakse hoek maakt. Rechts in de wei steekt een mannetjeseend zijn zwarte nek net boven het hoge beemdgras [ Poa trivialis L. ] uit. Eerst denk ik dat hij alleen is en het vrouwtje dus ergens verstopt langs de slootkant op eieren zit. Maar dan zie ik tussen de grassprieten iets zwarts bewegen. Ze hebben dus nog geen nest gemaakt. De vrouwtjeseend schommelt als een ouderwetse Marokkaanse moeder achter de woerd door het gras. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden. Twee zwarte kraaien [ Corvus corone L. ] vliegen op twintig meter hoogte boven de Kardingemaar. Helemaal in zijn eentje zit een soortgenoot te midden van het immens groene gras van Harm van der Giezen. Echt in zijn eentje. Nergens een andere vogel daar te zien. De kraai vindt het kennelijk toch wat beklemmend, vliegt op en landt in de top van de tweede essen- stobbe. Vindt het daar kennelijk ook niet pluis, als we dichterbij komen. En neemt nu het besluit om helemaal naar het oosten te vliegen richting de Kardingemaar. Iets dichterbij koestert een haas [ Lepus europaeus L. ] zich in de eerste zonnestralen. Ik zie zijn oren uitsteken boven het kort gemaaide gras. In de verte komt een fietser aan. Het is de Onbekende Fietser 7.0. Hij zit gebogen over zijn fiets, kijkt niet op of om en zet nog maar een tandje bij, als hij passeert. Ik ben al dichtbij mijn keerpunt ,de ree van de herenboerderij de Haver. Draai me om en ga op de terugweg. Behoudzucht Koeien zuchten en loeien in de ligboxenstal van Willem Wijlhuizen op Onderwierum. De kraai van zojuist is terug gevlogen en scheert op drie meter hoogte naar het zuiden. En geeft daarbij drie positieroepen af. Wordt dan ineens vanuit het niets aangevallen door een scholekster, die hem naar de wei aan de overkant jaagt. Kennelijk heeft de scholekster een nest in de omgeving van de Havertsetocht. Goed om te onthouden. In het oosten is de wolkenbank door de straling van de zon bijna helemaal opgelost. Ik ben dan al bijna bij de hoek voor het laatste stuk. Nog steeds zit de kleine karekiet te zingen in de meidoornstruik op de hoek. Maar heeft er een concurrent bij gekregen in de struik aan de overkant, waarvan ik nog steeds de naam niet weet. Die staat bij de ingang van de derde wei van Rozeboom, de wei met ‘het Bultje ‘. . Ook daar is een kleine karekiet aan het zingen. Jammer dat het riet in de sloten is weg gehaald. Zo niet, ongelooflijk dom. Soms is de eigenwijsheid van boeren bijzonder irritant. Neem de droogte van dit moment. Je kunt het zien dit jaar aan de mindere opbrengst van de eerste snee gras die zo belangrijk is voor het vormen van een goede kuil voor de winter. Na zoveel jaren voorjaarsdroogte zou er toch een alarmbel af moeten gaan bij boeren dat het ook hier op het Hoogeland tijd wordt om water te gaan opsparen. Toch zie je nergens bijna boeren maatregelen daarvoor nemen. Er wordt niet gepleit voor een blijvend hoger grondwaterpeil zodat weien langer vochtig blijven noch wordt gezamenlijk geprobeerd om lager gelegen percelen op te offeren voor het maken van waterspaarbekkens, als opslag voor drogere perioden. Natuurlijk betekent dat land opgeven voor dat doel en dus ook wat minder productie van melk. Het is raar. In de 19e eeuw waren de boeren hier de meest vooruitstrevende van Europa. Zo werden door enting toe te passen veeziekten voorgoed uitgebannen. En slaagden ze erin door het bouwen van gigantische voorraadschuren graan op te slaan en pas op de markt te brengen wanneer ze daar een gunstige prijs voor kregen. Nu zie je niets terug van dat inspelen op noodzakelijke veranderingen. Alleen een brok behoudzucht. Zo jammer toch…………………………..( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak ’. Nieuws